11 november, de dag dat de wapens zwegen en dat deed ook Aldous Harding die voor de vijfde keer naar de AB mocht komen en deze missie met succes volbracht, want volledig uitverkocht en het feit dat je tijdens de bijna anderhalf uur durende set een bekertje kon horen vallen wijst op het respect dat het publiek haar toonde door voor één keer de lippen op elkaar te laten. Harding moest daar niet eens moeite voor doen, haar innemende muziek deed dat. Harding zelf was ook van weinig woorden. “I don’t say a lot. Music is my purest form of communication, it’s all I have, so thank you for listening.” Meer bindteksten hoefde je van de Nieuw-Zeelandse artieste niet te verwachten en om een daMusic-collega te citeren : “wie een conferentie verwacht, kan altijd bij Geert Hoste terecht”.
Een artieste die zich via haar muziek zo goed als volledig blootgeeft (dat fragiele, dat kwetsbare), maar als persoon zich graag verschuilt in de schaduw van haar eigen wereldje. Een muzikante die vindt dat haar muziek voor zich moet spreken en al de rest overbodig vindt, en daar glansrijk in slaagt.
Niet veel artiesten kunnen er prat op gaan dat hun derde plaat hun meesterwerk is, maar de door John Parish-geproducete Designer is dat wel. Het is misschien wel haar meest toegankelijke, maar ook haar mooiste.
Alvorens Aldous aan de bloemlezing van haar derde plaat begon, bracht ze eerst twee nummers in haar eentje : The World Is Looking For You en Living The Classics. Wat toen opviel, naast de wereldvreemde blik die de muzikante uitstraalde, werd over de hele lijn doorgetrokken: dit was een concert die het van zijn schoonheid zou moeten hebben. Het heeft geen zin om Aldous Harding met anderen te gaan vergelijken, en als het dan toch moet dan maar met de groten der aarde al was het maar voor die eerlijkheid en die wondermooie, bijna buitenaardse stem.
Op de manier waarop ze beweegt zou je durven te beweren dat ze zich onwennig voelt op het podium, maar dat is het niet. Eens ze aan de titeltrack van haar nieuwe plaat begint, lijkt duidelijk dat voor haar musiceren zowat de enige vorm is van communiceren. De band die haar begeleidt, valt nauwelijks op. Op de achtergrond, maar geen noot die te veel gespeeld wordt, alles is op zijn plaats en vaak resulterend in perfecte minimalistische pop zoals Fixture Picture of het tergend mooie Zoo Eyes, al was het maar voor die perfecte oneliner “Why, what am I doing in Dubai?”
Popsongs kan ze overigens schrijven, het hitje (nou ja) The Barrel bijv., maar bij Alous kan er het er evengoed ontwapenend intiem aan toe gaan zoals bijvoorbeeld Heaven Is Empty, een song waar je voor de titel alleen al een zak Kleenex-doekjes nodig hebt. Uitmuntend in perfectie, en een muzikante waar je zeker kan van zijn dat ze het uiterste vraagt van haar medemuzikanten. De sneer die de gewillige roadie kreeg toen hij iets wilde verplaatsen sprak boekdelen.
Na afloop straalde de Nieuw-Zeelandse van geluk, het feit dat haar muziek 1500 mensen tot inkeer kan brengen in een kille maatschappij zegt genoeg. Harding kwam terug met een gloednieuw nummer, Old Peel, met een theekopje die voor de percussieklanken moest zorgen en zo waar bereid voor een danspasje.