Tekst: Hendrik Hindrex, Foto’s: Igor De Meyer
Het nieuwe liedje Rakata is aardig op weg om de doorbraakplaat van Diggytal te worden. Achter die naam zit Igor – Iggy voor de vrienden – De Meyer. Als jonge snaak zat hij in het Broad daylight-koortje van Gabriel Rios. Maar nu staat hij er op eigen kracht. We vroegen tekst en uitleg.

Je bent al een hele tijd met muziek bezig. Wat moeten we over jou weten ?
In mijn kinderjaren lieten mijn ouders me naar de muziekschool gaan. Al snel bleek dat ik meer “feeling” had voor piano dan gitaar. Helaas kwam er van repeteren weinig in huis. Na een paar jaar besloot ik er dan ook een punt achter te zetten. Mijn focus lag voortaan op gamen. In dat gamen wou ik ook iets creatiefs kunnen doen dus legde ik mij toe op videobewerking. Zo kwam ik voor het eerst in contact met sequence programma’s. Rond mijn zestiende begon ik opnieuw wat interesse te tonen in de buitenwereld en maakte ik nieuwe vrienden op school. Een verbindende factor in die vriendschap was onze gemeenschappelijke interesse voor muziek.
Het was ook toen dat mijn interesse voor elektronische muziek aangewakkerd werd. Ik begon me af te vragen of ik zelf zo’n house of drum-‘n-bass track in elkaar zou kunnen steken. In die periode schafte ik ook mijn eerste dj-installatie aan, maar geleidelijk is de focus meer op productie komen te liggen.
In de laatste graad van de middelbare school kwam ik in contact met Seppe, die ook elektronische muziek maakte. We besloten de handen in elkaar te slaan en startten het project The Diving Machine. Dat project was vooral gericht op electro, wat toen erg ‘in’ was.
We hebben samen enkele releases en remixes gemaakt. Één van de hoogtepunten was een mail van Raving George, nu bekend als Charlotte De Witte, waarin ze schreef dat ze onze muziek goed vond. Tijdens onze studentenjaren doofde het project uit.
Je begon jouw project Diggytal in 2019? Je hebt recent de nummers In your dreams en vooral Rakata vrijgegeven. Hoe ben je te werk gegaan ?
In 2019 kwamen de eerste releases van Diggytal op Spotify maar het pseudoniem bestaat al een jaar of 10. Ik ben onder Diggytal beginnen werken na de split van The diving Machine, rond 2015.
Meestal laat ik me inspireren door wat er op me afkomt. Rakata is begonnen met het uitproberen van een paar melodieën op een piano preset. Het resultaat van die probeersels deed me denken aan de zomerhit Move van Adam Port, een minimalistisch afro-house nummer. Dat gaf me de inspiratie om het naar een bepaalde sfeer verder te laten evolueren. Op zo’n moment kan je in een flow state belanden dat het allemaal heel snel doet gaan en dat was hier ook het geval. Voor drums doe ik meestal beroep op het programma Splice. De zoekfunctie en integratie met Ableton maken het mogelijk om snel passende klanken te vinden die nadien verder gefinetuned kunnen worden. Uiteindelijk kon ik de stem die je in Rakata hoort ook gewoon van Splice plukken. Als iets werkt dan zit ik er niet mee in om een klank in z’n originele vorm te behouden.
Efficiëntie is erg belangrijk in mijn workflow. De afgelopen jaren is mijn setup erg minimalistisch geworden. Alles draait rond mijn Macbook en een midi keyboard. Outboard gear aansluiten vraagt te veel tijd en geduld voor mij. Alles is gericht op capturing the moment. Ook wat betreft monitoring heb ik de switch gemaakt naar headphones. Studiomonitors hebben iets magisch, maar headphones geven me meer betrouwbaarheid, waardoor ik sneller ideeën kan afwerken.
Ben je bezig met promotie? Word je gedraaid in de clubs?
Promotie is niet mijn sterkste kant, maar ik probeer er meer op in te zetten. Tegenwoordig maak ik gebruik van platformen waar je muziek kan pitchen bij curatoren die het vervolgens voor jou gaan promoten op hun YouTube en Spotify kanalen. Ook daar zit een markt achter want je moet credits kopen om je nummer te pitchen. Zijn ze niet geïnteresseerd, dan ben je de credits kwijt.
Ik denk niet dat mijn muziek veel in clubs gedraaid wordt. Ooit kreeg ik een set doorgestuurd die opgenomen werd op het Fusion Festival in Berlijn waarin een nummer van me gedraaid werd. Dat zijn wel leuke ervaringen. Berlijn is overigens één van mijn favoriete steden omwille van haar progressieve karakter op vlak van muziek en kunst.
Je voornaam is Igor. Je vader heeft je vernoemd naar Igor Stravinsky (1882 – 1971), idool van Frank Zappa én van je vader. Je vader is Patrick De Meyer, internationaal bekend als maker van klassieke new beat tracks en uiteraard bekend van zijn medewerking aan de wereldhit Pump up the jam van Technotronic. Maar hij is ook een tikkeltje excentriek. Je bent zelf psycholoog: heb je een normale jeugd gehad? Heeft hij jouw muzikale smaak beïnvloed?
Mijn vader heeft ongetwijfeld een grote invloed gehad op mijn muzikale smaak. Hij liet me kennismaken met de muziek die hij goed vond, maar deed dat ook op een educatieve manier. Hij probeerde altijd uit te leggen waarom hij iets goed vond of waarom een artiest een grote invloed had gehad op de muziekgeschiedenis. Hij maakte regelmatig compilaties die hij dan in de brievenbus stak toen ik bij mijn moeder was. Dat waren dan de nummers die op dat moment belangrijk waren. Mijn vader heeft altijd op een heel internationale manier naar muziek gekeken. Wat hem interesseerde waren de hitlijsten in Amerika. Het is mede dankzij hem dat ik een brede kijk op muziek heb leren ontwikkelen.
Ik ben opgegroeid bij mijn moeder. Mijn vader was wel altijd aanwezig. Hij omschreef zijn leven als “rock-‘n-roll” en stak dat ook niet weg. Mijn moeder stond veel conventioneler in het leven. Die twee tegenpolen konden soms voor een spanningsveld zorgen in mijn eigen identiteitsontwikkeling. Verder heb ik een vrij normale jeugd gehad.
Vroeger had Aalst verhoudingsgewijs meer repetitiekoten dan Manchester. Heb je wat met de Aalst en de lokale muzikale scene?
Ik moet eerlijk toegeven dat ik weinig connectie heb met de lokale muzikale scene, maar er is hier ongetwijfeld veel talent in Aalst en omstreken!
Facebook Diggytal– Facebook The Diving Machine


