Intige Taluure. Als naam is het eens iets anders. Feit is dat wij behoorlijk weg waren van hun nieuwste langspeler Tiger! Tiger! Steer Clear Of Heaven die ons deed denken aan 23 Skidoo, Captain Beefheart, Throbbing Gristle, The Fall en ander lekkers. Een interview met Kim en Jay, samen jawel: Intige Taluure.
Kunnen we het toch maar eerst eens over de naam hebben? Wat in godsnaam is Intige Taluure en hoe kom je d’erbij?
Jay: Intige Taluure zijn Kim en Jay. We vonden de tijd rijp om een nieuwe groepsnaam te kiezen. Phlitman and Kang was blijkbaar te moeilijk voor de mensen om te onthouden. En mits we toch echt op de hitparades mikken hebben we nu een bijzonder makkelijke en onthoudbare naam gekozen. Niet dus.
Intige Taluure zou St-Truidens dialect kunnen zijn maar het kan ook iets in het Scandinavisch zijn. Eigenlijk willen we gewoon op de Nordic Nights optreden…of in Scandinavië.Kim: Ik hoor dat dialect al van in mijn jeugd, net als Jay die ook in Sint-Truiden opgroeide en we vonden het meteen fantastisch klinken. Ook redelijk universeel: Intige Taluure, dat zou evengoed iets Scandinavisch of Russisch kunnen zijn. Het is ook belangrijk dat je er geen muziekgenre uit kan afleiden. En Intige Taluure bekt tenslotte net zo moeilijk of makkelijk als pakweg Creedence Clearwater Revival of You’ve Got Foetus On Your Breath.
Wie voor een groepsnaam als Intige Taluure, solliciteert niet meteen om gedraaid te worden op MNM. Tevreden met hoe het publiek reageert op wat jullie doen? In feite, hoe reageren ze?
Jay : Het moeilijkste is onze muziek aan de man te brengen.We krijgen wel vaker de reactie dat onze muziek tussen twee uitersten valt. Voor het experimentele of avant-garde publiek zijn we niet serieus genoeg en zit er teveel humor in onze muziek. En voor de pop- of rockliefhebbers zijn we te experimenteel of te moeilijk in het oor liggend. Maar er is wel degelijk een publiek voor onze muziek. Er zijn gelukkig voldoende mensen die het avontuur willen opzoeken of moeite willen doen om naar muziek te luisteren. Dat merken we aan reacties van mensen niet alleen in eigen land. Het doet ongelooflijk deugd als iemand uit Japan onze plaat bestelt en dan in een dj-set draait. Of iemand in Chili die zo enthousiast is dat hij ons uitnodigt om een nummer voor een compilatie-cd te maken. Een cd waarop we in goed gezelschap verkeren van muzikale helden zoals Fred Frith, Jad Fair, Karl Blake, René Lussier enz… Diezelfde man heeft ons nu gevraagd voor een jazzcompilatie, Funny Smells waar een heleboel Japanse artiesten op staan en waar ik megatrots op ben om samen met hen op één cd te staan.Ook Jezus Factory in Engeland die onze muziek wil verdelen waardoor we dan plots berichten krijgen van mensen uit Frankrijk, Engeland of Nederland die ons via deze weg ontdekken.En er bestaan nog wel avontuurlijke radioprogramma’s op Klara bijvoorbeeld of op het internet zoals Mocrealsoa op Radio Panik of Kim’s eigen Dwalmacat.
Kim : Ik denk dat ze ons sowieso nooit zouden draaien op MNM, ongeacht de naam. Het is ook nooit onze betrachting geweest om het grote publiek te bekoren. Daar is al genoeg andere muziek voor. We brengen onze plaat ook uit op weinig exemplaren, omdat we het publiek voor onze muziek niet zien als een grote massa. Wat niet wil zeggen dat we niet blij zijn met nieuwe luisteraars of met een radioprogramma dat eens een nummer van ons draait. Maar in promotie kruipt al bijna evenveel tijd als in het muziek maken zelf, toch als je het behoorlijk wilt doen. En we zijn nu eenmaal liever bezig met muziek maken en minder graag met de verkoop van onze platen.
En de reguliere radio, tja…. Er zijn veel te weinig programma’s die niet-voor-de-hand–liggende-muziek draaien. Vroeger had je nog Laika op Klara, die regelmatig iets van ons draaiden. Maar met bezuinigingen vallen programma’s voor de meerwaardezoeker, een kleinere hoeveelheid luisteraars dus, het eerst weg natuurlijk. Jammer, jammer!
De enige keer dat we zien hoe het publiek reageert is wanneer we live optreden. Het hangt heel erg af waar we spelen natuurlijk. In grotere steden staan mensen precies meer open voor ons, zijn ze enthousiast, dansen ze mee en roepen ze om meer. In andere gevallen weten ze niet hoe te reageren, aslof we aliens zijn, of staan ze ver van het podium alsof ze bang zijn voor ons. Ik denk dat sommige mensen het niet altijd kunnen vatten. Is het humoristisch bedoeld of houden ze ons voor de gek? Maar dat zijn waarschijnlijk mensen die hetzelfde zouden denken bij pakweg The Residents of Pere Ubu.
De band bestaat uit Jay Phlitman en Kim Kang. Niet bepaald heren die net bezig zijn. Hoe situeren jullie jezelf in de Belgische muziekscene?
Kim: Geen idee eigenlijk. Waarschijnlijk aan de buitenkant, hahaha! Wij moeten niet leven van onze muziek, we hebben ons werk en daarnaast, als er tijd overschiet zijn we bezig met muziek. Maar we menen het echt wel serieus! Het is niet zomaar een hobby, daarvoor zijn we er te intensief en al te lang mee bezig. Als we het niet serieus zouden menen zouden we nu al lang aan het petanquen of aan het wijnproeven zijn. Of zouden we geen geld steken in platen laten persen. We zijn wel altijd te weinig bezig geweest met onszelf te promoten. We zijn altijd liever bezig met plannen en ideeën voor volgende platen.
Jay: Ik weet niet of we echt buitenbeentjes zijn. Er zijn nog Belgische ariesten die gelijkaardige muziek maken. Ik denk aan Rudy Trouvé, Mauro, I Love Sarah of Hong Kong Dong. Een naam waar we al een paar keer mee vergeleken werden is Les Tueurs De La Lune De Miel/The Honeymoon Killers. En laat dat nu net één van mijn favoriete Belgische bands zijn. Bij hen had je ook die mix van ernst, triestheid en humor.
Laten we het even ov er jullie plaat Tiger! Tiger! Steer Clear Of Heaven hebben. Jullie staan zo serieus op die hoes, wat is uiteindelijk de bedoeling van die hoes?
J: Nadat er op de vorige platen en cassettes telkens een tekening of schilderij op de hoes stond (o.a. van Sarah Yu Zeebroek voor de eerste twee platen) wilden we nu absoluut eens een hoes met een foto van onszelf. Vind je de hoes echt zo serieus? Er zit wel iets serieus in, maar tegelijk ook iets dada of surrealistisch.Trouwens ook twee etiketten die vaak opduiken om onze muziek te omschrijven en waarin ik me zeker kan terugvinden. Vooral dada. Of misschien lig ik gewoon graag op de sofa met takken op mijn hoofd. Het lijkt me veel spannender als je er zelf een betekenis aan geeft. En dat kan volgens mij alleen maar als je ook naar de muziek op de plaat luistert.
Kim : We willen graag elke hoes weer totaal anders maken dan de vorige. Dus niet één stijlkenmerk ontwikkelen waar alle hoezen in passen, dat lijkt ons te beperkt op den duur.
Het zal wel aan mij liggen, maar in feite ervaar ik het als een zeer poppy plaat. Vinden jullie dat ook en wat als mensen vinden als jullie moeilijke muziek maken?
Kim: Ik vind het ook een poppy plaat. Heel gevarieerd en buiten de psychedelische openingstrack en ruwe eindtrack best wel een toegankelijke plaat. Wij vinden ook niet dat we moeilijke muziek maken. Vanaf wanneer wordt muziek moeilijk? Vanaf dat je geen melodie meer kan nafluiten of het niet in de maat van vier is? Moeilijk te bepalen en voor iedereen anders. Voor ons is het logische muziek. Met hier en daar een tegendraadse draai er in, omdat we ten alle prijze enige voorspelbaarheid willen vermijden. Ik weet al van in mijn middelbare schooltijd dat de muziek waar ik van hield door de meeste anderen als weird en ontoegankelijk beschouwd werd. Dus we zijn dat enigszins gewoon, dat de meeste mensen dat vinden. Wij vinden het dan weer vreemd wanneer mensen graag naar voorspelbare of clichématige dingen luisteren zonder dat saai te gaan vinden.Jay : Ik ben heel blij dat je dat zegt.. Ikzelf vind veel van onze nummers echte popnummers. Don’t Kiss op de tweede kant is toch een echt catchy popnummer. Dat zing je toch zo mee? Het zal echter weinig kans op de radio krijgen omdat we zo lo-fi zijn en ons niet bezig houden met het polijsten van een nummer tot het op StuBru kan bijvoorbeeld. Dat zou betekenen dat het net zo gaat klinken als alle andere mainstream en dat willen we net niet.
Zelf vind ik onze muziek helemaal niet moeilijk. Wie enkel van mainstream houdt zal bij ons niet aan zijn trekken komen, vermoed ik. Mogelijk heb je wat muzikale bagage nodig, zonder pretentieus te willen overkomen, of beter nog: open oren. Het zijn toch steeds artiesten die buiten de lijntjes kleuren of bestaande paden durven verlaten die interessante dingen doen. Zappa, David Sylvian, The Residents, Throbbing Gristle This Heat, maar ook The Beatles, Phil Spector, David Bowie of Half Japanese…
Rif Raf schreef bij onze eerste plaat dat we alle muzikale genres van de laatste 50 jaar in een trechter gieten en wat er dan uitkomt tart elke verbeelding. Wij zijn niet genre gebonden. Onze invloeden gaan alle kanten op. En dat geldt niet alleen voor muziek, maar ook voor andere kunstvormen als film, boeken of strips.
Je merkt heel wat invloeden die jullie niet onder stoelen of banken steken. Sluipen die grote voorbeelden automatisch in je muziek?
Kim : Als je veel naar muziek luistert is het bijna onmogelijk om niet beinvloed te zijn als je ook zelf muziek maakt. Maar het is toch mijn streefdoel om niet te klinken zoals iemand anders. Ik weet dat dat heel moeilijk is. Zelfs als we heel spontaan muziek maken zonder duidelijk beginidee kan je op het einde toch altijd een link trekken naar iets anders dat al bestaat en dat ook in de buurt komt. En dan moeten we het een andere richting uitsturen. Of we gebruiken invloeden van heel uiteenlopende stijlen in één nummer, en door de combinatie van die extremen wordt het iets nieuws.
Toen ik 15 was was ik enorm fan van The Residents. Dus als we toen met onze eigen band Modern Bog er soms in slaagden ook te klinken zoals The Residents vonden we dat al geweldig.
Natuurlijk leer je daarna dat het beter is niet heel erg te klinken als je idool of als iets anders dat al bestaat. Je overtreft toch nooit of zelden het origineel. En we willen geen slaafse kopie zijn van onze favoriete bands, daar schiet niemand iets mee op. Ik geloof dus wel in combinaties van invloeden. In onze muziek zitten er inderdaad veel knipogen, niet alleen muzikaal. In Jay zijn teksten alleen al zitten er heel veel. Maar ik ben altijd trots als we een nummer hebbengemaakt dat in geen een opzicht doet denken aan iets anders.
Ik zou graag eens een discoplaat maken, maar dan combineren met elementen die niet uit de disco komen. Benieuwd hoe dat zou klinken. Zo doen Jay en ik het ook vaak: klanken of sferen combineren die haaks staan op elkaar omdat je dan iets verassend krijgt, we zijn daar heel erg mee bezig. Zo plannen we nu om muziek te maken bij een film van een jonge Canadese cineaste. Soundtrackmuziek, alweer een nieuwe uitdaging… dat worden dus waarschijnlijk geen popnummers.
Als het van mij afhing zou elke plaat trouwens compleet anders klinken dan de vorige.
Jay: Soms gaat het om knipoogjes die de geoefende luisteraar wel herkent. Uiteraard sluipen er al eens invloeden in onze nummers, maar het is niet dat we daar bewust op zoek naar zijn of bewust een nummer in die of die stijl maken. Wat iemand aan invloeden herkent in onze muziek hangt natuurlijk ook af van diens eigen muzikale achtergrond. We zijn in recensies al met uiteenlopende namen vergeleken: van The Velvet Underground en Zappa over The Byrds en The B-52’s. Of in jouw recensie Remain In Light van de Talking Heads.
Opvallend is wat voor een pak diverse stijlen er in je muziek zit. Is daar grondig over nagedacht geweest of zo gegroeid?
Kim: Nee, daar denken we eigenlijk nooit aan. Het loopt zoals het loopt. Een nummer groeit terwijl we er aan bezig zijn. Soms hebben we een duidelijk beeld van hoe we willen dat het op het einde moet klinken, dat is ook „makkelijker” omdat je er dan naar toe kan werken. Maar evengoed laten we het op zijn beloop om onszelf te verrassen wat het op het einde wordt. Dat is heel spannend, vind ik.Jay: Dit sluit eigenlijk aan bij de vorige vraag. We houden van uiteenlopende muziek. Genres zijn daarbij geen beperking. Dat is organisch gegroeid . Echt nadenken daarover als we nummers maken doen we niet.
Hoe ontstaan de nummers van Intige Taluure eigenlijk?
Jay: Soms kom ik af met een kant en klaar idee. Dan heb ik het nummer al helemaal uitgewerkt op gitaar en heb ik de tekst al grotendeels klaar. Maar het gebeurt ook evengoed dat we samen de muziek maken waar ik dan achteraf een tekst bij verzin.
We vullen elkaar ook goed aan en we verstaan mekaar ook meestal zonder dat we iets moeten zeggen.
Soms zijn we aan het opnemen en dan kijken we mekaar aan en zeggen exact hetzelfde, zoiets van “dit doet denken aan dit of dat nummer” of “hier moet zus of zo’n instrument bij”. We nemen alles thuis op, heel ouderwets eigenlijk op een multitrack.
Kim : Zoals Jay zegt. Soms ontstaat een nummer door samen te jammen of door een sfeer of richting op voorhand te bepalen. Maar even vaak komt Jay af met een vasstaand idee voor een nummer. Dan komt hij naar de studio en nemen we zijn gitaren op en maak ik het verder af. En dat vind ik eigenlijk een hele leuke werkwijze. Op dat moment bepaalt Jay dan in het begin hoe hij wil dat het klinkt en doe ik er alles aan om het net NIET zo te doen klinken. Dan krijg je vreemde resultaten waar we meestal wel blij mee zijn. We moeten er ook vaak mee lachen. Dan zegt Jay: “Ik had een mooi Velvet Underground-achtig nummer in gedachten en zie wat je er nu van gemaakt hebt: een uptempo Spaans feestnummer, verdomme”. We willen onszelf vooral verrassen. En als wij al verrast zijn, moet de luisteraar dat zeker zijn.
Ik had het over “absurdisme zonder dat het onnozel wordt”. Kun jij je in zo’n visie vinden?
Kim: Zeker en vast! We zijn allebei beinvloed door surrealisme en dadaisme. Niet alleen in muziek maar ook in kunst, film, literatuur, strips of toneel. Dat heeft Jay en mij altijd enorm verbonden.
Wanneer ik strips teken kunnen mijn invloeden evengoed uit de muziek komen. En als ik met muziek bezig ben kan de inspiratie uit film komen. Dat is één grote smeltkroes. Alleen heeft de muziekwereld het blijkbaar nogal moeilijk met humor. Als je humor in je muziek gebruikt en die komt tot op zeker gehalte bovendrijven nemen ze je al vaak minder serieus, heb ik de indruk.
Ik denk dat bands als Bonzo Dog Band of zelfs Zappa daar soms last van hadden. Daarom dat Zappa ook ooit de vraag stelde „Does humor belong in music?” Je wordt al snel opzij gezet als „de onnozelaars” of als onkundig omdat het grappig klinkt. Ik snap dat niet, want humor brengen is sowieso heel moeiijk en zeker in muziek, want niet iedereen heeft hetzelfde smaak en hoe bepaal je hoe dik de humor er al dan niet op gesmeerd mag liggen? Dat heb je al veel minder snel met een serieus popnummer waarvan iedereen aanneemt dat het over de serieuze dingen des levens moet gaan.
We vinden een humoristisch nummer evenveel waarde hebben als een heel serieus donker liefdeslied. Nu ik er bij nadenk, hoor je vaak grappige muziek op de radio? Nee, en dat heeft dus die reden, denk ik. Maar het kan wel! In Madness, Felix Kubin of The Meridian Brothers, artiesten die mij nu spontaan te binnen schieten, is ook erg veel humor aanwezig.
Jay: Dat is een opmerking waar ik me kan in terugvinden. Om opnieuw Rif Raf te citeren “het is geen halfbezopen onderbroekenlol, maar een weldoordacht stukje muziek….” .Absurde humor is belangrijk en heeft ons zeker getekend. We zijn allebei opgegroeid met Monthy Python en Jiskefet.
Ik neem aan dat Bananafishing Records jullie eigen label is. Alles zelf doen, is dat een noodzaak of schept dat net een complete vrijheid?
Jay: Het is in eerste instantie uit pure noodzaak. We doen alles zelf, van de muziek tot het artwork. We zouden er niet tegen zijn als iemand anders onze muziek zou willen uitbrengen. Dat zou het ons makkelijker maken. Wij zijn muzikanten en geen zakenmensen. Eigenlijk willen we alleen de ganse tijd muziek maken en nieuwe nummers opnemen. Dat vinden we het allerleukst.Ik zou bijna zeggen:”Helaas moeten de platen ook aan de man gebracht worden en daar hoort promo bij en veel mailen en dergelijke toestanden.” Dus als iemand dat voor ons zou willen doen: prima; dan kunnen wij ons concentreren op wat we echt willen: zoveel mogelijk muziek maken en zoveel mogelijk uitbrengen. Maar we zijn ook gehecht aan dat idee van totale artistieke vrijheid. Ik heb al wel andere muzikanten die qua populariteit en verkoop in een hogere categorie staan dan wij horen zeggen dat ze ons benijden omdat wij echt ons ding kunnen doen zonder rekening te moeten houden met wat een radioproducer of marketing-iemand voorschrijft. Die totale vrijheid kunnen we ook niet opgeven.
Brengen jullie de muziek ook live en staan er optredens gepland?
Jay: Het is voor ons nietmakkelijk om optredens te vinden. Net omdat we zo eigengereide muziek maken, denk ik, en onbekend is onbemind…
Live spelen we in twee verschillende versies. In de eerste spelen we als duo. Dan dienen we noodgedwongen met tapes te spelen, dwz dat veel instrumenten op band staan en dat we de rest zelf live invullen. De tweede versie is de ‘full option’, dan spelen we met begeleidingsband, Without Gary. Dat zijn onze vaste bassist en drummer, alsook een backingvocaliste/ pompongirl.
De sets die we met beide formaties doen verschillen danig. Als duo zijn we eerder gebonden aan de tapes die we op voorhand maken. Maar net daardoor kiezen we dan soms voor een heel experimentele set. Met de band hebben we meer het rock- of popformaat. Er gebeurt dan veel op het podium en er is veel beweging. Maar ook dan is er voldoende ruimte voor improvisatie.
We merken dat er wel degelijk een publiek is voor onze livemuziek. We hebben twee keer in Les Ateliers Claus gespeeld. Toen we er de eerste keer speelden met de band was het kot te klein. Het publiek ging door het dak en bleef roepen om meer. De tweede keer deden we een set als duo met Truus de Groot van Plus Instruments en brachten we de nummers van onze cassette. Ook hier was het publiek bijzonder enthousiast.
Live proberen we ook een gezonde mengeling te brengen van pop en experiment of improvisatie. En humor zit er altijd wel in.Ter promotie van de nieuwe plaat willen we graag een paar optredens doen, maar voorlopig staat er nog niks vast. We houden jullie op de hoogte.
Kim: We zijn ook meer een studio- dan een livegroep. We voelen ons meer thuis in de studio dan op een podium. Al is een podium toch nodig, omdat dat het enige moment is dat je meteen ziet hoe de luisteraar op de muziek reageert. Ik voel me comfortabeler achter mijn 24-track thuis dan voor een livepubliek.
Vreemde vraag, ik weet het, maar ik hou van het antwoord. Naar wat ben jijzelf op zoek bij muziek van anderen?Kim: Verrassing. En het moet beklijven en inspireren. En het moet ophitsen dan wel relaxen en ontroeren of doen lachen. Eigenlijk mag muziek alles zijn, behalve saai en voorspelbaar. En eigenlijk mag het dat ook zijn, maar dan is het niets voor mij. Ik wil ook geen film zien waarvan ik al na 20 minuten weet hoe hij gaat aflopen.
Jay: Avontuur, iets wat mijn leven rijker maakt…een paar jaar geleden bekroop me het gevoel dat ik het gehad had met popmuziek of wat daar voor door gaat, ook de zogenaamde alternatieve of indiepop.
Toen ging ik op zoek naar jazz omdat dat op dat moment de enige muziek was die in mijn oren nog avontuurlijk was. Een beetje gevaarlijk ook, iets waarin ik kon verdwalen en de weg kwijt raken, maar dat maakt het precies zo boeiend. Ik luister naar allerlei muziek. Ik geloof daarbij niet in genres of hokjes. Als iets me aanspreekt of raakt dan maakt het niet uit of het folk is of jazz of pop of wat dan ook.
Moet muziek gewoon muziek zijn, of moet het toch iets meer zijn?
Jay : Muziek die gewoon muziek is…dat doet me denken aan muzikaal behang of achtergrondmuziek en daar heb ik het niet op. Muziek moet iets vertellen, moet me op één of andere manier raken. Dat kan zijn door de muziek zelf of door de teksten en kan zowel triest als grappig zijn als alle schakeringen daartussen. Muziek moet, net zoals kunst of film of boeken, iets over mijn leven vertellen , iets betekenen voor mij.
K : Als je bedoelt dat het gewoon functioneel mag zijn, dat het bijvoorbeeld ontspannend moet werken in een supermarkt of in een restaurant? Ja, want daar dient het dan ook voor. Dan wordt het behang, zoals Jay zegt.
De meeste mensen willen dat muziek aangenaam is om te horen en dat je er bij kan meezingen en op kan dansen. Ook prima. Maar muziek mag evengoed dwars zijn en opstandig en de aandacht trekken. Of van die aard dat je het moet „ondergaan”. Het is een kunstvorm, dus je kan er heel veel mee en alle kanten mee uit. Of het voor honderd en één doelstellingen gebruiken. Als je met dat „meer zijn” bedoelt dat bij muziek ook beeld moet horen, een videoclip en de muzikanten een imago, is het pas geslaagd als het een verlenging is van de muziek zoals bijvoorbeeldbij Devo, The Residents of Kraftwerk. Muziek mag gewoon muziek zijn, maar bij mij trekt het pas de aandacht als het een beetje de dans ontspringt.
Seks, drugs of rock ’n roll. Wat wordt het en waarom?
Kim : Koffie en marihuana will do. Dan komt de seks en rock ‚n roll vanzelf.
Jay: Drugs maar dan in de betekenis van alles wat je in een roes brengt. Seks en rock n roll horen evengoed tot die categorie. Zoals Dali zegt : “Ik neem geen drugs. Ik ben drugs”.
Wat is je favoriete plaat aller tijden en waarom?
Kim: Heel moeilijke vraag! Ik heb namelijk een stuk of 200 lievelingsplaten. En dat wisselt dan ook nog eens af. Dus het wordt moeilijk kiezen tussen An Electric Storm van The White Noise, Duck Stab van The Residents, The Way Out van L. Voag, Escape From Noise van Negativland, In A Silent Way van Miles Davis, Dub Housing van Pere Ubu, Songs For Swinging Larvae van Renaldo And The Loaf, Bat Chain Puller van Captain Beefheart, etc etc…
Alle platen hebben gemeen dat ze geweldig indruk op me maakten, me inspireerden om ook dingen te gaan doen, mijn levensvisie en mijn smaak op jonge leeftijd voor een stukje bepaalden en dat het unieke muziek was die ik nog nooit tevoren had gehoord. Het geeft ook een soort van behagen om iets te bewonderen waarvan je weet dat weinigen het kennen. Als een soort van geheim. Een onontdekt tropisch paradijs, nog niet platgetreden door duizenden voeten. En je hebt meteen verbondenheid met iemand die het ook kent en koestert.
Jay: Dat is een lastige vraag. Ik heb niet echt één favoriete plaat die boven alle andere uittorent. ik heb er een heleboel. En dat hangt ook af van mijn stemming. Als ik er echt ééntje moet kiezen dan ga ik voor Revolver van The Beatles.
Met wie zou je het niet erg vinden om acht uur mee in een lift te zitten en wat zou je dan doen?
Jay : Ik hoop dan dat het een wat grotere lift mag zijn, eentje waar een kleine opnamestudio in past… In dat geval zou ik heel graag eens met Cornelius opgesloten zitten.
Kim: Ik ben even van mijn melk, want ik hoor net dat Hardy Fox van The Residents overleden is. Hij bleek de muzikant van The Residents te zijn. Doe dus maar de enige overblijvende van The Residents voor dat het te laat is: Homer Flynn. En als hij niet wil, dan wil ik heel graag met Isolde Lasoen praten over drummen.
Het laatste woord is aan jullie?
Jay: We zitten nooit stil. Inmiddels zijn we al aan een nieuwe plaat bezig. Het wordt een plaat met de ene kant op 45rpm met een disconummer luisterend naar de zeer commerciele naam “Poep de disco” en 3 of 4 nummers op 33 rpm op de andere kant. Tevens zetten we ons Newtons Flat Fidelity-cassette project verder. Hier zijn nu al twee delen van verschenen. Het eerste met Rudy Trouvé en het tweede met Truus De Groot van Plus Instruments. Ons doel is om telkens met een andere artiest samen te werken. Mensen die we bewonderen of die er gelijkaardige muzikale ideeën op nahouden. Dat levert een bijzonder interessante kruisbestuiving op.
Eind van het jaar zou in de VS bij Spectropol Records de cd Funny Smells uitkomen. Het is een compilatie rond jazz. Hiervoor hebben we speciaal een nummer gemaakt. We zijn in goed gezelschap : Carla Diratz, Fred Frith, Haco, Frank Chickens, Ichiko Hashimoto en Bun Itakura , Mishio Ogawa…dat is alweer een droom die uitkomt.
Kim : En niet te vergeten de soundtrack voor een film van een jonge Canadese cineaste. Meer ideeën dan geld en tijd.