Tekst: Nel Mertens
Foto’s: Hans Vermeulen
Het duo Buscemi vs. Praga Khan wordt onze spreekwoordelijke ‘Breakfast In Ostend’, wanneer we op deze derde festivaldag een met zon, zand en behoorlijk al wat volk gevuld Klein Strand van Oostende opzoeken. Op de tonen van de dj-battle tussen Buscemi en Praga Khan is het niet nodig om er ‘nog een beetje in te komen’. De heren – die allebei toch wel een behoorlijke stempel nalieten in de Belgische, maar ook buitenlandse muziekscene – nemen je meteen mee op een feestje. Maurice Engelen (Praga Kahn) en Dirk Swartenbroekx (Buscemi) laten een erg fijne mix aan electro, new wave, balkan, latin, house, dub, drum-‘n-bass, breakbeats, cultklassiekers én eigen tracks horen. En die laatsten zorgen voor de beste dansmomenten eerlijk gezegd, met als hoogtepunten Breakfast In Vegas en The Power Of The Flower (Praga Kahn).
We zien een publiekswissel gebeuren voor de volgende artiest. Ofwel hadden alle aanwezige ‘zwartzakken’ plots grote honger, wat de te lange wachtrijen meteen verklaart. Tegen de verwachtingen in blijkt dat toch heel veel mensen uit die donkere scene 5 dagen aanwezig zijn en hun horizon niet beperken tot de Sinner’s Day Special. Zo hoort het, ruimdenkende muziekliefhebbers! Ze kunnen dan ook 12 uur lang in The Batcave terecht als het hoofdpodium geen genoegen brengt. Daar was de dansvloer telkens stomend gevuld met new wave en aanverwante deuntjes, voorzien door de beste dj’s uit de scene.
Ronan Keating dus… Ooit boysbandlid van Boyzone, waarna hij een flinke solocarrière aanvatte. “Boyzone was verbazingwekkend”, deelt hij met het publiek. “Het gaf me de kans om mijn ding te doen in mijn leven.”
De tot huisvrouw opgegroeide tienermeisjes zijn zeker vertegenwoordigd op de eerste rijen voor de 42-jarige Keating, ondertussen vader van 5. Hij brengt een afgelikte show, met danspasjes, perfect geproducete opnames en nummers die in alle hitcharts opdoken toen. Een erg gedateerde opvoering dus, hoewel hij ook enkele nummers (o.a. Lovin’ Each Day) brengt uit Twenty Twenty (2020), het album dat hij tijdens de coronaperiode uitbracht naar aanleiding van zijn 20 jaar als muzikant. “Dat album bracht licht in mijn coronaperiode en ik hoop dat dit ook voor jullie zo was.” We geven van hieruit schoorvoetend toe dat we dat lichtpuntje toen gemist hebben, maar we zien toch vooral heel wat toeschouwers vrijwel al zijn oudere popnummers meezingen, denk aan When You Say Nothing At All, If Tomorrow Never Comes, Life Is A Rollercoaster, When You Say Nothing At All,…
Het ene ex-Visage-lid is het andere niet en soms kunnen ze samen ook niet meer door dezelfde deur. Maar terwijl Rusty Egan nog volop repeteert voor zijn optreden op zaterdag, is het Midge Ure die vandaag het podium inneemt. De man heeft natuurlijk meer in zijn ervaringsrugzak zitten dan enkel Visage, als we denken aan de bands waar hij deel van uitmaakte of tijdelijk in meedraaide als vervanger: zijn eerste eigen band Stumble, Salvation, Slik, PVC-2, The Rich Kids, Misfits, Ultravox, Japan, tot het samen met Bob Geldhof opgerichte Band Aid en de bijhorende Live Aid-events. Nadien ging hij alleen verder, maar zijn soloreleases konden de eerdere successen niet evenaren. Al die ervaring hoor en zie je ook op het podium, dat hij nog steeds met gemak en ‘natural flair’ inpalmt. Hij start het optreden evenwel met technische problemen: de microfoon werkt niet. “I knew the Brexit was no good idea, but I had no idea you would take my electricity”, repliceert hij hier speels op. Hij zet samen met zijn sterke band een knappe set neer, waarbij de drums dof-vol klinken en de toetsenist voor een bijzonder energieke dynamiek zorgt. De Visage-hit Fade To Grey is zo door en door gekend, dat dit op het klein strand een collectieve donkere dancetrance teweegbrengt. Het theatrale Vienna is een Ultravox-hoogtepunt. Midge Ure laat de track sterk galmen, met de golven op de achtergrond. Ook wanneer hij de microfoon inruilt voor de toetsen en instrumentaal van zich laat horen, is het duidelijk dat hij een getalenteerd muzikant is, wat hij met afsluiter Dancing With Tears In My Eyes (Ultravox) beklemtoont.
Tegenwoordig doet Novastar het met vier. Twee personen maar vier handen, wat handig uitkomt voor hun The Fab Four Hands Tour. Op het podium dus niet meer dan een piano, een synthesizer, producer Mikey Rowe die ook een fantastische pianist blijkt te zijn en Joost Zweegers. Hoewel we iedere nova in de duisternis willen kussen, zijn we nooit echt grote fan van Novastar geweest. Maar je hoeft geen muziekkenner te zijn, om te horen dat Zweegers een getalenteerde songwriter is en dat ook live weet waar te maken. Zelf zaten we ook enige jaren achter een piano en het lijkt moeilijk verklaarbaar dat je – als er een piano op het podium staat – toch een synthesizer verkiest. De heren doen het af en toe, maar welbedacht, want sommige nummers vragen er gewoon om. En het zorgt voor variatie in de sound, want die is natuurlijk beperkt als je voor dit arrangement kiest. Voor wie de nood ervaart aan wat uitzinnig dansen: dat is met dit optreden, in een zomerse sfeer en met nummers voorzien van een intiem emotioneel geluid, niet echt aan de orde. Een nood die we gisteren bij het optreden van Daan – die zijn klassiekers in een gelijkaardig, intiem (maar toch wel kwalitatiever) concept neerzette – geen seconde ervoeren. Toch is het genot op de gezichten van de luisteraars af te lezen, zeker bij de Lucy-song Wrong die iédereen kent, The Best Is Yet To Come en Lost & Blown Away.
Over Paul Young is het moeilijk schrijven… omdat het licht pijnlijk aanvoelt en dat wisten we eigenlijk al van de optredens tijdens de voorbije jaren. Het is ongelofelijk wat hij in de muziekwereld betekend heeft wanneer je zijn fantastische oeuvre aan songs (waarvan we op dit optreden eigenlijk nog maar een fractie te horen krijgen) beluistert. Hoewel hij door erg sterke backing vocalisten omringd wordt, kan niet langer gemaskeerd worden dat de man zijn stem op is… Love Of The Common People klonk ooit zo mooi, maar verliest net als de andere nummers (Come Back And Stay, Wherever I Lay My Hat, Everytime You Go Away, …) heel wat schoonheid en kracht tijdens dit optreden. Onze liefde en respect had hij al lang, maar dan vooral voor de zanger die hij was en de nummers die hij in zijn carrière maakte of in zijn bekende soulvolle stijl coverde.
Showtime! The Human League belooft altijd een spektakel en zet dit ook iedere keer neer. Woehoe-oe-hoe… Met Mirror Man vliegen ze – het publiek meteen op sleeptouw genomen – in de wervelende show die volgt. Auditief dik in orde, visueel een plaatje. Met speelse retrovisuals die pacman, vier op een rij, Tetris, dominoblokken… tonen, en perfect gesynchroniseerde danspasjes en kostuumwissels met veel pailettekleedjes, volgt de ene hit de andere op: Heart Like A Wheel, Fascination, het meeslepende Seconds, Human, het bubbelende Tell Me When… en uiteraard ook Don’t You Want Me.
Of we ze volgend jaar opnieuw willen zien? Nee, dat hoeft niet, want de enige kanttekening die we kunnen maken bij dit optreden is dat het nagenoeg dezelfde show was als twee jaar geleden. De retro-robo-beats zijn misschien aan het uitsterven in de hedendaagse songwriting, maar dat frontman Philip Oakey en de dames Joanne Catherall en Susan Anne Sulley aan zijn zijde er nog steeds aan staan, bewees The Human League nog maar eens!
Website / Facebookevent / Facebook
Bekijk hier ook onze uitgebreide fotoreportage van W-festival op vrijdag 27/8 door Karim Hamid.