Yep, nog steeds in het noorden, in het zuiden van Nederland. En wat viel er te beleven? Euh… nogal wat, eigenlijk. Want, uit Gent en dus uit onze driehoek: RHEA! Een set zo strak als een string in je reet die we gelukkig al preventief lieten ontharen. Auw! Maar RHEA? Gedreun, gedrein, dreiging in de verte maar één song later alweer dichterbij dan je zou willen. Want RHEA groet ’s ochtends de dingen om ze nadien verschroeiend weg te blazen. En: zanger Jorge is de Stijn Meuris van de alternartivo’s.
Dan: IST IST. Ze komen uit Manchester, wat ze niet kunnen helpen en wij ook niet. Daar zijn het levende legendes en – vingers kruisen – binnenkort hier ook. Hoekig als de bas van Peter Hook is die van Andy Keating, snokkend als een uitgemergelde Deense Dog die aan een ketting snokt. Op mijn vroegere schoolrapporten stond te lezen: “Hij wikt zijn woorden”. Nu nog. Ik wik: briljant.
Nada Surf, New Yorks ongeregeld maar nu geregeld wegens niet meer van de jongsten. Wij ook niet, maar jullie kennen hen van hun hitje Popular, lang geleden, over hoe belangrijk het is om in de US of A in het jaarboek van de eindexamenklas te komen. Ze slaagden, hoor. En, op bas: Jack Sparrow.
Starsailor deed waartoe ze contractueel verbonden zijn: hun hits spelen. Met Silence is Easy en Four to the Floor op kop en dan ga ik even de Jani Kazaltzis in mij bovenlaten: een olijfgroene bermuda hoort niet op een main stage, James Walsh. Maar: vanavond nog in het Depot, Leuven.
En dan, bliksems slaan in: Smudged. In een tentje van niks, op omgekeerde bierbakken. Zoals een beroemd filosoof – kan even niet op de naam komen – zich ooit afvroeg: “Wat was dat?” Smudged, uit Rotterdam.
Ze hadden zich in oorlogskleuren geverfd, hun gezichten althans, absintgroen. Naakte bovenlijven. Teringherrie. Frontman Bart Hoogvliet zocht de dunne lijn tussen Iggy en Ziggy op maar was bovenal de eerste, zo anno 1969; viel en bleef liggen terwijl de gitaren gierden als gieren die afdalen naar dood vlees. En wij? Wij riepen “Eureka!” bij gebrek aan iets anders want we hadden een ontdekking gedaan, die zaterdag.
Rest nog: ILA; Limburgs en jong die mooie dingen doet op de achtergrond van het leven. Introspectief, handspiegel in de hand maar tevens een tomboy van een vrouw. Weer eens: strakke set maar vooral de Nederlanders onder ons waren toen al aan het wachten op Within Temptation.
Het is er, net als Heineken, de nationale trots. Ja, Sharon den Adel kan zingen – zou ze beter in de opera doen, is de gedachte die opdoemt. En ja, terwijl Cruella De Vil haar jurken gemaakt zijn uit huiden van dalmatiërs zijn die van Sharon opgetrokken uit vleermuisvellen en ja, het is bombastisch en er weerklinkt iets fataals in die lorelei-stem van haar en nee, het is niet ons ding. Wel het ding der Nederlanders. Maar die houden ook van pindasaus.
Toch: blij dat we er waren en mochten geweest zijn. Volgend jaar opnieuw, als de builenpest tenminste niet uitbreekt. Vestrock is een geheim dat je met onze permissie mag verklappen.