Hulst, het moet één van de gezelligste dorpjes zijn die je net over de stad kan vinden. Bij onze ouders één van de geliefde oorden om goedkope producten in te slaan of om boekjes op de kop te tikken die bij ons destijds onder de toonbank werden verkocht. Maar zoals ome Dylan ooit zong, the times they are changing. Dus laat ons voortaan Hulst maar vereenzelvigen met muziek en dan kom je op Vestrock uit.
Volgend jaar mogen ze tien kaarsjes uitblazen en voor wie het niet mocht kennen: een driedaags festival (één dag is voor de kids) met een uitgesproken familiaal karakter. We zijn er nog altijd niet uit of het aan de Nederlandse mentaliteit ligt of niet, maar hoewel een affiche met eerder onbekende (te ontdekken) acts, toch een publiek met een luisterend oor.
Dit jaar iets meer de Nederlandse kaart getrokken dan vorig jaar. Niet dat we zin hadden in een portie Kraantje Pappie (hoewel de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat hij de weide om middernacht deed ontploffen), maar daar stond wel bijvoorbeeld de bezwerende My Baby tegenover.
Vier podia heb je er. Een groot, een tent, eentje in een kapel (neen, geen grap) en een in de brouwerij (ook geen grap, want Vestrock heeft overigens zijn eigen, zeer lekker, bier). Dit maar om te zeggen dat het een festival is die anders is dan de rest, maar daarom niet minder. Au contraire.
Vreemd genoeg een gegeven waar Millionaire niet van kon profiteren. Tim Vanhamel wint nu eenmaal niet alle dagen de loterij. Genie is hij nog altijd (wat dacht je?), zelfs met geluidsproblemen, maar wat baten kaars en bril? Afgekondigd door de maestro himself als het hoogtepunt van de dag. Graptje, Tim, of niet? Feit is dat Millionaire met verve (en dan nog wel met een dubbele penseelstreek) de meest vernieuwende band van de dag was, maar een titel die niet kon worden verzilverd op dat podium. Het was ook nog maar zes uur in de avond.
Of was Millionaire te moeilijk? Het simpele beukwerk van Powder For Pigeons ging er als zoete broodjes in. The Glücks voor beginners, want hoewel dit Australisch-Duitse duo de juiste sound heeft, snap je na twee nummers dat dit muziek is die alsmaar uit hetzelfde vat komt en dus na een tijdje monotoon smaakt.
Mocht er een prijs bestaan voor de meest kleurrijke act van de dag dan zou Michelle David & The Gospel Sessions ongetwijfeld met het bekertje gaan mogen lopen. Niet dat Blaudzun moet onder doen als het op excentrieke outfits aankomt. Blaudzun blijft ook na Vestrock Blaudzun. Of je bent weg van de psychedelische indiepop van Johannes Sigmond of het laat je Siberisch koud.
Dat metal nog steeds niet aan het kruis hangt te rotten werd bewezen door Jan Vermeerbergen en Pieter-Jan Symons. Samen goed voor het dj-duo Goe Vur In Den Otto en nog meer dan goed om de tent om te zetten in een pogofestijn.
Ook de Ieren van Therapy? toonden dit aan. Sinds 1989 gooien ze graag de peper en de zout van het metalrecept bij hun indierock. Opvallend feit was dat Andy Cairns en de zijnen de laatste tien jaar van hun discografie meed in Hulst. Jaja, nieuw plaatje volgt in oktober, maar het zijn de oude songs die het hem deden en zullen doen. Voor de meeste een déjà-vu gevoel, maar het is nog altijd bereleuk om “James Joyce is fucking my sister” te staan brullen zonder dat je een risico loopt dat een combi met gloeiende sirene je proza snoert.
Ontdekkingen (of in het laatste geval bevestiging) van een dagje Hulst? Coasts en My Baby, die misschien wel het beste optreden van de dag gaf (en neen, we zeggen dat niet ter ere van het blote buikje van Cato van Dyck.
Het uit Bristol afkomstige Coasts deed ons bij vlagen wel iets te veel aan de Backstreet Boys denken, maar ze weten wel wat je moet doen om een goede poprocksong in elkaar te knutselen, en daarmee kun je altijd wel een eindje voor in het peloton. Nu nog wat minder afgelikt en wie weet halen ze voor één etappe wel als eerste de finish.
Over naar dat buikje van Cato. Als Tim Vanhamel grapjes mag maken, dan wij ook. We bedoelen de muziek van het Nieuw-Zeelandse/Nederlandse trio My Baby. Dankzij de bewondering en aandacht van Seasick Steve een ijzersterke naam over de grenzen, maar dat zou ook zonder zijn zegen gelukt zijn. Goatrance-indiebluesrock, en daarmee hebben we niet eens de helft van hun geluid te pakken. Als er één band op de zaterdag van Vestrock mocht zeggen dat ze iedere kneep uit het vak kennen, dan was het My Baby wel. De rest van de line-up zullen het metier ook wel onder de knie hebben, maar My Baby etaleerde dat het best. Tot volgend jaar Vestrockers