Het gezellige Polderdorp Leffinge is traditioneel de plaats delict voor de afsluiter van het festivalseizoen. Leffingeleuren laat zich sinds enkele jaren als “ontdekkingsfestival” omschrijven en dat weet het publiek jaar na jaar meer te smaken (en dan hebben we het niet over de lekkere wafels die ze daar serveren). Het was dan ook geen verrassing dat ze het bordje “uitverkocht” vooraf al mochten bovenhalen en dat we met hoge verwachtingen richting kust trokken. De smeltkroes van verschillende stijlen en de gemoedelijkheid van een uit de hand gelopen dorpsfeest zijn de rode draad en sterktes doorheen dit 3-daags feest. Naast heel wat nieuwe bands kan je rond de kerktoren ook genieten van bands met de nodige muzikale kilometers op de teller.
Met maar liefst 5 podia waar groepen en dj’s spelen is kiezen altijd een beetje verliezen. Aftrappen deden we met het Antwerps-Limburgse vijftal Koala Disco. De band had de eer het hoofpodium te openen en deed zijn reputatie van “in de gaten te houden Belgen” meteen alle eer aan. Van bij de aftrap kon het ook meteen rekenen op een flinke publieke belangstelling. Debuutplaat Tickling the dragon’s tail werd aan het Kustpubliek voorgesteld en hierin brengen ze een mix van postpunk, new wave en electronica. We hoorden ook flarden Talking Heads, maar dan voorzien van een Mexicaans pepertje in het gat. Net als Leffingeleuren laat de band zich niet in een keurslijf gieten en grossiert het in verschillende genres waardoor de spanningsboog altijd strak gespannen staat. Niels Tuijaerts en Silke Ravesloot vormen de ferme voorlinie van de band en trekken de nodige aandacht. Op het einde kwam een gastzanger verkleed als pastoor ons nog een preek geven en draaide hij een tong met zanger/gitarist Niels, de toon voor een zinderende avond was gezet!
Na de ferme opener trokken we naar het tweede podium “Apollo” voor het optreden van Omni. De Amerikaanse band uit Atlanta grossiert ook in postpunk, maar dan eerder in die van 13 in een dozijn. Dat Koala Disco net de lat torenhoog had gelegd, kan er ook mee te maken gehad hebben, maar helemaal overtuigen wist Omni vanavond niet.
Wie wel wist te overtuigen was Snapped Ankles uit oost-Londen en hoe?! Verkleed als bosmensen en met maskers aan spelen ze dansbare postpunk-slash-krautrock op zelfgebouwde synths en met tribal slagwerk. Een uur lang waande iedereen in de volgelopen Zwerver zich in een psychedelische trip. Als een volleerd sjamaan vuurde de zanger de kolkende massa aan . Er werd gedanst, gesprongen, gemosht en met veel verwondering gekeken naar dit spektakel. Deze mokerslag hadden we niet zien aankomen en mepte menig muziekliefhebber tegen het canvas. Snapped Ankles zette hier één van de optredens van het weekend neer.
Veel tijd om te bekomen was er niet want ondertussen begon ook Bad Bangs uit het Australische Melbourne aan hun set in het Zwerver-café. Oude concertfoto’s uit lang vervlogen rock ‘n ‘ roll tijden sieren de muren van het café en muzikaal gaf Bad Bangs ons ook een trip down memory lane. Fijne rock ‘n ‘ roll , garagerock en punk overgoten met die die typische Aussie feelgoodsaus. Zangeres Shelby de Fazio – die over een serieus paar stembanden beschikt- wist te vertellen dat dit hun eerste optreden in Europa was van de tournee. Het publiek wist deze Aussies wel te smaken!
Na de zomerse sound van Bad Bangs spoedden we ons naar het hoofdpodium waar SUUNS uit Montreal hun zesde studio album The Break kwam voorstellen. Doorheen de jaren namen deze muzikale kameleons verschillende gedaantes aan. Op hun jongste plaat is de gitaar terug iets prominenter aanwezig en klinken de nummers iets uitgebalanceerder dan op voorganger The Witness. SUUNS is en blijft toch vooral een band die je live moet ervaren, horen en voelen.
De Canadezen openden hoopvol met de intro van Ouverture uit hun jongste plaat voor een halfvolle zaal. Veel zieltjes zou SUUNS vanavond niet bijwinnen, want het optreden zakte al gauw als een pudding in elkaar . We hadden de band eerder op Sonic City en Dour al veel sterker weten spelen. Tegen het einde van de show werd hun klassieker 2020 nog ingezet, maar toen was het spreekwoordelijke kalf al lang verdronken in de nabijgelegen kanaal Plassendale-Nieuwpoort. Veel fans hadden er toen ook al de brui aan gegeven. Het kan niet altijd prijs zijn.
Kill Test stak met hun hardcore techpunk terug het vuur aan de lont op de buskerstage. Het optreden was snedig, de sfeer nijdig en het publiek had er zin in. Naast de betalende optredens zijn er op het dorpsplein ook gratis optredens en voor vele dorpelingen is dit een jaarlijks rendez-vous onder kameraden. Het maakt Leffingeleuren tot het fijne , gezellige festival dat het op heden is. De oproep van de organisatie om de gratis wegwerpbekers na gebruik terug te brengen werd ook heel goed opgevolgd en krijgt hopelijk ook navolging op andere festivals. In Leffinge werd het bewijs geleverd dat het zo ook kan.
Met het vallen van de nacht trokken we een laatste keer naar het hoofdpodium waar Whispering Sons mocht afsluiten. Op hun laatste plaat The Great Calm klinken Fenne Kuppens en co iets minder zwart. Met de ietwat gewijzigde sound en wat interne verschuivingen lijkt de band een tweede adem gevonden te hebben en een nieuw muzikaal hoofdstuk gestart te zijn. In de Zwerver wisselden uptempo nummers af met meer rustigere nummers. Whispering Sons breekt en lijmt, maar weet vooral live nog steeds te imponeren! De band stond al voor de derde keer op Leffingeleuren en blijft toch telkens verbazen en aan maturiteit winnen. Van bij opener Standstill hadden ze ons als een pitbull meteen bij het nekvel en waren ze niet van plan te lossen. Frontvrouw Fenne Kuppens ( strak in het zwarte pak) grapte halfweg bij de nieuwe nummers nog dat het tijd was voor de mensen om bier te halen, maar iedereen bleef geboeid verder kijken. Een flauwe plezante vond het nodig om tijdens het optreden een bekertje naar de zangeres te gooien, dat hij moge branden in de hel. Whispering Sons speelde een heel straf optreden en had de radiohitjes niet nodig om te imponeren . Met Surface en Alone werd diep in de finale het gaspedaal nog eens stevig ingedrukt. Try me Again was de perfecte afsluiter om ons de nacht in te sturen en vast te stellen dat Whispering Sons 2.O nog straffer is !