Na een heel sterke eerste editie van het In Utero Festival, dat terecht lovende woorden mocht ontvangen, lag de lat voor de tweede editie van het Mechelse In Utero Festival natuurlijk hoog. Nogal wiedes, want waarom zou je na die geslaagde eerste editie het slechter willen doen?
Dus kozen de straffe In Utero-dames Tinne, Karolien en Lien opnieuw voor een behoorlijk geschifte en geniale mix van explosief en vurig oorsnoep. En Bingo! Ook de tweede editie van het In Utero Festival, dat zaterdag 26 mei 2018 plaatsgreep, bleek een goed gemikt schot in de roos!
Het vuurwerk op In Utero kwam deze keer van de Amerikaanse energiebom percussionist NAH (Michael Kuhn), een eigenzinnige noise performance van Club Moral (BE), de onaardse synth-klanken van Yves De Mey (BE) en het Franse Oiseaux-Tempête dat Mechelen volledig murw speelde met een alles verzengende en hyper-intense apocalyptische set. Tijdens deze editie kon je ook de knappe werken van Nacho Vargas Ramos bewonderen, zeg maar de In Utero-huiskunstenaar, op de mini-expo die opgezet was tijdens het festival.
Fijn dat Karolien Polenus opnieuw van de partij was en ook nu als DJ Nixie garant stond voor een eigenzinnige selectie plaatjes, het ene al wat onbekender dan het andere, maar steeds uitermate dansbaar. En zo stond je voor je dat goed en wel besefte te dansen op een nummer van de betreurde Mark E Smith en diens onvolprezen The Fall. Het was ook het moment om muzikale ontdekkingen te doen, dansend of niet. DJ Nixie speelde als opwarmer voor het eerste optreden, tussen de shows door en na afloop speelde Karolien nog eens een goede twee uur ten dans.
Bij aanvang van de set van NAH was het, toch voor wie niet helemaal vooraan stond, even zoeken naar Michael Kuhn, wiens oorverdovende drums je wel hoorde natuurlijk. Kuhn had zich gepositioneerd niet op, maar voor het podium. De set van NAH startte prompt en luid. NAH trakteerde de zaal op een loodzware en behoorlijk strakke en loodzware set, waar samples en voorgeprogrammeerde drumpatronen en -loops hand in hand gingen met de loeiharde mokerslagen die NAH ter plaatse zonder mededogen uitdeelde. Dit was niet voor watjes, maar die waren ongetwijfeld niet eens aanwezig tijdens deze bezwerende en hypnotische innemende energietrip. De set van NAH duurde iets meer dan een halfuurtje, misschien was dat ook wel voldoende want behalve knap was dit toch ook behoorlijk heftig.
Club Moral, de industrial noise band die kunstenaarskoppel Anne-Mie Van Kerckhoven (AMVK) en Danny Devos (DDV) in 1981 oprichtten, werd na een hiatus van 2004 tot 2010 toen nieuw leven in geblazen. En met de reputatie ‘de meest eigenzinnige noise band van België’ te zijn, verdient Club Moral dus zeker een plaats op de In Utero-affiche. Dat hebben de In Utero-dames vast ook gedacht. Dat Club Moral nog niets aan kracht heeft ingeboet, bleek al snel. De set startte met de begin tune van de in de jaren tachtig beroemde Duitse krimi-reeks Derrick, aan het einde van de set zou de naam van Horst Tappert (de acteur die rol van Derrick speelde) geprojecteerd worden. DDV heeft ook een fascinatie voor seriemoordenaars en dat kun je ook terugvinden in diens teksten. Op lome en doffe beats en gestoorde effects declameerde en zong een manische en hyperkinetische DDV de teksten, soms was het eerder een uitbraken ervan, terwijl zijn lichaam in alle mogelijke en onmogelijke hoeken plooiend. AMVK zat, in schril contrast met de beweeglijkheid van DDV, statisch achter de knopjes en stuurde de electronica. De set baadde volop in de jaren tachtig avant-garde en zat ook wat in het muzikale straatje van Cabaret Voltaire en zeker ook Suicide. Met niet veel moeite kon je ook wel gelijkenissen horen tussen DDV en Alan Vega. De set was vooral geconcentreerd rond het oudere werk met ondermeer de sterke opener Eating Limbs, een hilarisch en gestoord Bodies, I’m A Monster, Therapist Fears en Nazi’s Of The Night. Club Moral beweert zelf de harde, compromisloze improvisaties achterwege te hebben gelaten en enkel nog hun beste tracks zo goed mogelijk uit te voeren. Dus durven wij verhopen dat het allemaal zelfs nog straffer kan. Club Moral kon ons zeer bekoren, al begrijpen we dat het misschien niet voor elkeen was weggelegd.
Het Franse Oiseaux-Tempête was, wat ons betreft dé band van de avond. Klaar. Dit collectief nam het publiek mee op een enorm intense, bedwelmende en allesverzengende trip, waarna je volledig murw en verweesd maar toch ook voldaan en met een gelukzalig gevoel achter bleef. De band pakte uit met een geniale onweerstaanbare mix van post rock, free jazz, folk en de psychedelica die de vroegere Pink Floyd typeerde. Heerlijk uitwaaierende gitaarklanken, keyboards en effecten, een moddervette baslijn, hyper strakke drums en steeds weer die volledig geflipte verdwaalde saxofoon, die dan nog eens vervorm geloopt werd. Het muzikale universum van Oiseaux-Tempête shurkt aan bij zovele genres en invloeden maar is eigenlijk met niets echt te verlijken, ook al kunnen we verder aan name dropping gaan doen en Godspeed! You Black Emperor, Swans, Mogwai maar dus ook Tuxedomoon en Miles Davis noemen. Het was het laatste concert van de tour van de band en ze verklaarden blij te zijn om in Mechelen te kunnen besluiten.Wij ook!
Alvorens te gaan luisteren naar de geweldige plaatjes die Karolien Polenus voor ons in petto had, was er nog een optreden, dat van de Antwerpse Mechelaar, Yves De Mey. Wanneer we stelden dat Oiseaux-Tempête een eigen universum creëert, kan dat eigenlijk ook gezegd worden van wat Yves De Mey doet. De Mey is een soort elektronische goochelaar die naar de puurheid van het geluid op zoek gaat. Dit was geen set vol zware electronica en snelle harde beats, er werd rustig opgebouwd en uiteindelijk bleek het toch wel wat dansbaar. Naar ons aanvoelen was het soms net iets te minimaal en monotoom, maar we konden de ietwat onaardse minimale synths van De Meys wel pruimen.
Nu het tweede In Utero Festival erop zit, tellen we al volop af naar nummer drie en eigenlijk zijn we er vrij gerust in: ook dan worden we ongetwijfeld getrakteerd op gedurfde en originele keuzes in de line-up van het festival. Laat dit alsjeblief een nog langdurende jaarlijkse traditie worden. Tot volgend jaar!