Bestaan er nog festivals waar je amper moet aanschuiven, opvouwbare stoelen mag meebrengen en de groepen kan ontmoeten na de show? Jawel, in Peer speelden ze niet alleen blues, maar voelde je ‘de blues’ al vanaf je het festivalterrein betrad.
Om klokslag 12 uur kwam Rick de Leeuw ten tonele. Hij maakte het publiek warm voor een intiem concert van Johnny Mars & Michael Roach. Het werkte want al snel stonden er toch zo’n honderd gegadigden gezellig bij elkaar.
‘King Of The Blues Harp’ Johnny Mars en Michael Roach, medeoprichter van de European Blues Association, openden de slotdag van Blues Peer ’17. Aan ervaring geen gebrek, want deze twee heren (allebei in kostuum en gepaste hoed) draaien al een hele tijd mee in het bluescircuit.
Dit goedlachse duo vulde mekaar uitstekend aan. Roach op akoestische gitaar nam de meeste zangpartijen voor zijn rekening en Mars op mondharmonica was de entertainer van dienst. Tijdens Kansas City stond hij recht en zorgde hij ervoor dat het publiek helemaal mee was. Met Sweet Home Chicago verwenden ze een laatste keer het publiek. Dit was de ideale groep op het ideale moment!
Na het optreden maakten ze ruim de tijd vrij om cd’s te signeren en een babbeltje te doen met de fans, klasse!
De Amerikaan Saron Crenshaw is niet van de minste. Hij werd opgenomen in de Blues Hall of Fame en speelde het voorprogramma van BB King en Robert Cray. In Peer werd hij bijgestaan door begeleidingsgroep Blind B and The Visionairs met de Nederlandse topmuzikanten Bart Kamp (bas), Frank Duindam (Drum) en Bob Fridzema (Hammond). Deze laatste verving Patrick Cuyvers aangezien deze ook in de organisatie van Blues Peer zit.
Crenshaw en zijn mannen wisselden rustige blues van de zuiverste soort af met regelrechte boogiewoogie blues. Crenshaw liet tijdens de talrijke instrumentale stukken veel ruimte aan de andere muzikanten om te soleren. Tijdens Old Love, cover van Eric Clapton die geschreven werd door Robert Cray, nam Cuyvers toch even plaats achter de Hammond voor een sterke solo. Ze speelden puur op het gevoel en zonder setlist, dit was blues met een grote B.
Ook Saron Crenshaw en zijn Nederlandse collega’s begaven zich maar al te graag naar de merchandise stand wat uitermate geapprecieerd werd door de fans.
Dan was het de beurt aan The Bros. Landreth, de jongelingen van de dag. Deze Canadezen uit Winnipeg, waar Neil Young en The Guess Who doorbraken, bestaan sinds 2013 en werken momenteel aan een tweede studioalbum. Frontman Joey Landreth heeft onlangs een soloalbum uitgebracht en treedt binnenkort nog op in Londen. Verder bestaat de band uit zijn broer David Landreth (bas en mondharmonica), Ariel Posen (gitaar) en Ryan Voth (drum).
Deze Canadezen brengen ‘rootsrock’ in zijn breedste betekenis. Met Let ‘Em In van Wings zat de sfeer er meteen in. Tijdens Greenhouse kwam de drummer mee vooraan staan voor een intiem zangmoment. Dit werd zeer gesmaakt door het publiek. Ze brachten geen blues zoals de vorige groepen dat deden maar met Angelina kwamen ze min of meer in de buurt. Blues of niet, ze overtuigden het publiek met hun ‘boogiewoogierock’ pur sang. Geen toeval dat deze mannen met debuutalbum Let it Liein 2015 nog de Canadese versie van de Grammy Awards (Juno Awards) wonnen! Na het optreden verkochten ze zelf hun cd’s en gingen ze op de foto met iedereen die wou.
Rich Robinson, mede-oprichter van The Black Crowes, richtte in 2016 samen met o.m. leden van The Black Crowes The Magpie Salute op. Met z’n tienen brachten ze buiten nummers van ‘The Crowes’ ook nummers uit hun debuutalbum The Magpie Salute. Ze leefden zich volledig uit tijdens de sterke instrumentale stukken die zeer goed werden onthaald door het publiek! I’m Losing You (cover van The Faces) werd op krachtige, overtuigende wijze gebracht.
Daar waar de vorige groepen nog uitblonken in spontaniteit naar het publiek toe, was het tijdens dit optreden muisstil tussen de nummers, jammer maar helaas. Na Thorn In My Pride verdwenen alle groepsleden plots in de coulissen om niet meer terug te keren.
Jethro Tull by Ian Anderson hoeven we nauwelijks voor te stellen. Jethro Tull werd eind jaren zestig opgericht door de Schot Ian Anderson en maakte in de beginjaren het ene succesvolle album na het andere met als commercieel hoogtepunt Aqualung.
Anderson, die vooral letterlijk zijn wilde haren verloren heeft, huppelde (meestal op één been) over het podium als een jong veulen. Hij bracht de muziek van Jethro Tull weer tot leven met zijn dwarsfluit en akoestische gitaar(tje). Hij werd hierbij ondersteund door ‘rasmuzikanten’ waarbij vooral de Duitse stergitarist Florian Opahle opviel. Hij speelde tijdens bisnummers Aqualung en het weergaloze Locomotive Breath werkelijk de pannen van het dak.
Dat de stem van Anderson niet meer klonk als in de jaren zeventig deerde het uitzinnige publiek absoluut niet. What A Wonderful World weerklonk nadien en dat was geen toeval!
Het podium was bijna te klein voor Jools Holland & His Rhythm & Blues Orchestra dat samen wel 17 leden bevat. Jools Holland, vooral bekend als presentator van het BBC-programma Later With Jools Holland is tevens een virtuoze pianist die er weet ‘schwung’ in te brengen. Hij en zijn orkest maakten er een echt feestje van waar het publiek met volle teugen van genoot. Zoals een echte gastheer stelde Holland gedurende het hele optreden alle muzikanten aan het publiek voor. Drummer Gilson Lavis en zangeres Ruby Turner hebben een blijvende indruk achtergelaten in Peer. Lavis, al 35 jaar de rechterhand van Holland, zorgde voor de indrukwekkendste drumsolo van de avond en Turner blies iedereen (inclusief zichzelf!) omver.
Jools Holland had het publiek helemaal beet en het at werkelijk uit zijn hand. Wat een overtuiging, wat een concert!
Levende legende Canned Heat mocht deze 33ste editie van Blues Peer afsluiten. De helft van deze bezetting, drummer Fito De La Parra en bassist Larry Taylor, stonden ooit nog op Woodstock. Met Going Up The Country zijn zij verantwoordelijk voor het hippienummer bij uitstek.
In Peer openden ze hun set met On The Road Again en al vrij snel volgde Going Up The Country dat ook na 50 jaar de tand des tijds vlotjes heeft overleefd. Zowel groep als publiek lieten wel een wat vermoeide indruk na. Na 50 jaar rock ’n roll en een publiek dat al drie dagen tot het uiterste gaat is dit begrijpelijk. Desalniettemin een waardige afsluiter van een zeer fijn festival!