Een donkere monotone bas sequentie, een dromerige Pink Floyd, ruwe agressie beladen met de meest kwetsbare emoties, pure rock-‘n-roll en bizarre breaks en spacey geluiden! Deze week allemaal te horen in onze Luminous Belge op woensdag! Bring it on!
Voor wie het nog niet zou weten: Jef Mercelis is volledig terug. De uit Turnhout afkomstige singer-songwriter leerden we kennen in 1992 in Humo’s Rock Rally, waar hij toen in de finale belandde met onder andere dEUS, Nemo en The Sideburns (de vroegere band van Joost Zweegers van Novastar). Na het tweede Mercelis album Western Union uit 2005 leek hij van de wereld verdwenen. Jef was meer te zien op de achtergrond bij Rudy Trouvé’s I H8 Camera, Saint Jane, Noodzakelijk Kwaad, het Brusselse collectief Individual Friends en producete het album Quiet Stars van Leila Albayaty.
Maar vorig jaar, na 16 jaar stilte, kwam eindelijk de derde Mercelis plaat: White Flemish Trash. Het is een wondermooie intens album geworden dat hij opnam met Matt Watts, Teuk Henri, PaTricky Clauwaert en Nicolas Rombouts die de synth en extra bas partijen voor zijn rekening nam.
Nu kan Mercelis eindelijk die prachtige plaat live met zijn band voorstellen. Om dat te vieren lost hij nog een pareltje van het album. Het gaat om het krautrock-achtige Extemadura. Het nummer is gebouwd op een donkere monotone bas-sequence en gedreven drums. Teuk Henri vult het nummer subtiel aan met warme gitaarlicks. De mysterieuze stem van Mercelis past dan ook perfect bij dat geheel, terwijl Matt Watts het refrein extra kracht bij zet.
Vorig jaar bracht het Leuvense viertal Belated Promise Ring hun wondermooie ep Paper Wivesuit. We waren er al aan gewoon dat Anton Fannes, Matt Swanton, Bart Catoor en Christophe Vandewoude pakkende songs op de mensheid loslieten maar op die ep klonk alles nog intenser. Het leverde een plaat op met vier unieke parels van nummers.
Uit Paper Wives komt de nieuwe single Childhood, zo zetten ze de knappe ep nog eens in de schijnwerpers. Met warme lagen bouwt het viertal een mooie song op die doet denken aan het dromerige en het krachtige van Pink Floyd. Maar Belated Promise Ring heeft een eigen geluid dat zeker zoveel indruk maakt als de sound van Gilmour en co.
We zaten al sinds de dag dat we Doodseskaders debuutalbum Year Zero 45 keer na mekaar beluisterden, te wachten op een vervolg. “De wet van de sterkste is genadeloos. En zo ook het Doodseskader”, laat het het duo De Gieter-Burroughs weten. Met de attitude van twee jongelingen die op straat moeten zien te overleven, maar met een muzikale bagage van doorwinterde muzikanten. En dat horen we in hun track GABOS (een letterwoord dat “Game Ain’t Based On Sympathy” betekent) meer dan ooit.
Hun nieuwe nummer Gabos is de link tussen Year Zero en wat er dit najaar volgt. Tim De Gieter en Sigfried Burroughs klinken samen sneller en bozer dan ooit, doordrongen van dezelfde duisternis. Ze schreven het nummer als een hymne, een ‘fight song’ voor wat ze omschrijven als ‘45’. Een aaneenhechting, een onbreekbare band die veel dieper gaat dan bloed: “Weten dat hoe grimmig de dingen ook worden, je elkaars rug hebt. Daar waar onze vorige singles afzonderlijk van een stem werden voorzien, gaan we nu samen in de aanval”, leggen de heren uit.
En een brute aanval is het dan ook, want hun beide stemmen laten de crossoversound nog meer tot één versmolten geheel van ruwe agressie, beladen met de meest kwetsbare emoties, klinken. De fragiliteit van smerigheid, de breekbaarheid van woede, versterkt alle strijdkracht in de instrumenten. Die diversiteit aan emoties, verklankt in de ritmes en vocalen maakt dat Doodseskader vurige agressie aantrekkelijk bruut laat klinken. Met die affiliatie, die onbreekbare band, steeds in gedachten.
Feedback kan mooi zijn. Dat moeten ook de heren van SONS gedacht hebben toen ze besloten hun nieuwe single Nothing op de wereld los te laten. En het moet gezegd: het werkt. We worden meteen in de vibe van het nummer gezogen. Het doet bij momenten wat denken aan Sick Sick Sick van Queens of the Stone Age maar wel in de bekende SONS-stijl. De nummers van Family Dinner zijn nooit ver weg.
Tijdens het refrein wordt het gaspedaal wat ingehouden maar dat is slechts uitstel. Na de stop – waarbij alleen de zang even doorgaat – worden alle duivels pas echt ontbonden. Pure rock-‘n-roll en daar houden we wel van.
Nothing is het eerste nummer van het nieuwe album Sweet Boy dat uitkomt op 22 april.
Yes, de heren van SHHT zijn er terug met nieuw werk en dat net twee jaar na hun tweede album Noneketanu. De band repeteerde de afgelopen maanden in de Gentse BarBroos en nam er een nieuwe ep op. Die ep wordt binnenkort op de mensheid losgelaten.
Stocklyfe is daar het eerste voorproefje van. SHHT vond de inspiratie voor dit nummer op een zondagochtend op de Gentse Beestenmarkt waar ze dan dieren (“live stock”) verkopen in kleine kooien. Het nummer gaat ook over de competitieve maatschappij waarin we leven. Een maatschappij gedreven door geld en het vinden van een hip tofu restaurant.
De song begint met een typische geschifte SHHT-intro, daarna duwt de band het gaspedaal volledig in en krijgen we een beestige song. De drums zijn de stuwende kracht achter heel het nummer terwijl we de één explosie na de andere krijgen met vreemde wendingen, bizarre breaks en spacey geluiden.
Wat een zalig nummer is dit weer! In meer dan vijf minuten krijgen we een aanstekelijk SHHT-cocktail die erg verslavend werkt.
Veel luistergenot!