Redd Kross, nooit van gehoord zegt u? Thurston Moore noemde hen nochtans ooit “the most important band in America”.
De broertjes Steven en Jeff McDonald spelen dit jaar zo’n 40 jaar samen. Ze maakten als tieners deel uit van de LA punkrockscene. Hun allereerste optreden was op een schoolfeestje als voorprogramma van Black Flag. de toon was meteen gezet. Ze kozen voor de naam Red Cross (wat zou verwijzen naar een scène uit The Exorcist). Tot ze een brief van een gelijknamige organisatie in de bus kregen. Ze maakten er dan maar Redd Kross van.
Ze brachten een reeks ep’s en lp’s uit, waarvan Neurotica (1987) de bekendste is en van invloed zou zijn op de grunge. In 1997 lasten ze een pauze in die 10 jaar zou duren. In 2012 kwamen ze op de proppen met nieuwe muziek: Researching The Blues. Zeven jaar later is er nu hun zevende album: Beyond The Door. En wat fun maken betreft, blijken ze geen snars veranderd te zijn.
Alsof ze er nooit mee opgehouden hebben, vliegen de hardrockriffs en psychedelische harmonieën je om de oren. Denk aan bands als Enuff Z’Nuff, Cheap Trick, Kiss en Revolver. Bubblegum met de smaak van glam. Maar evengoed het melodische van The Beatles, met de energie van punkrock.
Verrassend en vernieuwend zijn de elf songs niet echt, en de kwaliteit schommelt wel wat. Maar liefhebbers van pretentieloze powerpop, die het belang en de invloed van Redd Kross onderkennen, zullen er ongetwijfeld van smullen. Afsluiten doen ze met een markante cover van Sparks: When Do I Get to Sing ‘My Way’.
De broers McDonald namen Beyond The Door op met drummer Dale Crover (The Melvins) en gitarist Jason Shapiro, met wie ze sinds jaren samen touren. Steve is sinds enkele jaren trouwens ook bassist bij The Melvins, en bij het openingsnummer Party Underground speelt Melvins-frontman Buzz Osborne mee. Vanaf volgende week gaan beide bands samen uitgebreid op tournee in de VS.