Neen, we hebben het hier uiteraard niet over de Wild West-romanschrijver, maar over de Amsterdamse Erik Pols (die we kennen als ¼ van The Reuters, samen met Johan Buurke (Joxan), Rik en Bobby). Hij jaagt op goeie muziek en het klinkt soms wild, maar geen greintje country uit The Wild Wild West te bespeuren op zijn eerste officiële album als solo-artiest.
Ray Hunter is – zoals hij het zelf beschrijft – zijn alter-egoïstische one-man-band. Naast The Reuters, is hij al zo’n 20 jaar ook zelf bezig met muziek maken, eerst onder de naam Periko 61 en de laatste 10 jaar onder zijn schuilnaam Ray Hunter, wat tot zo’n 50 CD-R’s in oplage van 20 à 30 stuks leidde die hij verspreidde als cadeautjes aan vrienden. De vraag naar een échte release bleef opduiken. Et voilà: The Ray Hunter Collection Vol. 1 ligt er met 11 nummers!
Doodserieus klinkt zijn stem in Do The Don’t met ronkende gitaren en funky drums. Ondertussen bubbelt er ook van alles op de achtergrond en halverwege valt de track stil in een ongestructureerd intermezzootje met snerpende snaren en vreemde bliepjes, waarna hij gewoon herneemt. Een fijne oproep om vooral te doen wat je niet hoeft (of hoort) te doen!
Stormachtige gitaren en een beheerst ritme opent Best Before, een track die verderop besmeurd wordt met overstuurd gitaarwerk en dat best catchy klinkt!
The Nightmare Syndicat is met zijn toffe riffjes en de afwisseling tussen zang en spoken words onze favoriet! Het klinkt zorgeloos en toch zo beladen en urgent! Om één of andere reden, deed deze ons aan de film The Craft denken.
Grauwe woorden, punkrock gitaarriffs en een pittig ritme kleuren Moments, Ray Hunters versie van het Clock DVA-nummer uit 1981, terwijl melancholisch gitaargetokkel No More (Or Less) opent, waarna het instrument zich even later van zijn donkere kant laat horen, onder begeleiding van een rollende baslijn op de achtergrond. Een adembenemende zucht onderbreekt de ‘dark sentences’ van Pols ten gepaste tijde. Naar het einde toe, durft dat gitaarwerk zelfs metalallures krijgen. IJzersterke opbouw!
Nadia Ramer op viool geeft de track Covers een folktintje mee, terwijl Erik de track verhalend doorvertelt: “When love is all you need…”. Eenje vol rebelse melancholie.
Reflexion kan je onder het punkrockgenre catalogiseren met snel, overstuur gitaarwerk en de nonchalante allure in de zanglijn. Een klassieke insteek van viool (Ghuho Ahw Gnuyk) en piano krijgen we in Play With Fire, dat pijn verklankt in de cover van het originele nummer van Nanker / Phelge (The Rolling Stones). Beladen met de meest verdrietige gevoelens, van dat soort die je doen beseffen dat je leeft!
Inmates On The Road laat een avontuurlijk wilde sound horen. Uitdagend echoënde gitaren, een ongelofelijk leuk, speels ritme, belletjes en Eriks zanglijn die daar stuurs op neergezet wordt. Knap!
The Dollhouse (Is Not Yet Finished) klinkt uitdagend, met een prominent diepe baslijn, triggerende gitaarsneden en een vleugje funk. Er duiken wel degelijk tango-elementen op in deze versie van Tango ‘Till The’re Sore, oorspronkelijk van Tom Waits. We voelen ons in een bluesy matrozen-/ piratensfeertje belanden, met speelse schwung in de zang en cabareteske gebruik van de synths. Voorzien van een broeierige warmte en een banjootje op de achtergrond die misschien toch wat Westerngevoel liet binnensluipen!
Ruwe wilde rock-’n-roll met heel wat eighties, nineties, new wave, maar ook indierock en punkinvloeden in een heerlijke DIY-sfeer!
Het album is digitaal en op cd verschenen bij Candy Bomber Music, een sublabel van het Nederlandse Seja Records.