Een debuutalbum dat verhalende muziek voor geweldige, gekke mensen laat horen. Het brein achter het soloproject Minos is een Zwitserse muzikant die in Brussel woont. Hij laat twaalf instrumentale, elektronisch gefundeerde soundtracks met postpunk-, synthwave- en krautrockinvloeden walmen op zijn zelf getitelde, eerste album alsof ze uit een decor van enkele B-films komen. Met steden uit de jaren 70 en 80 en hun brutalistische architectuur als inspiratie en de elektro-akoestische harp als fijne bijzonderheid. Een duidelijk verhaal met een begin, een hoogtepunt en een einde.
Of het vrouwelijke rode pumps zijn of de strenge stap van een zakenman in een donker steegje, is niet duidelijk. Maar ze geven wel het ritme in Ruelle aan. De angst die daarmee gepaard gaat, resoneert in scherp snijdende sounds van jankende snaren en zet de toon van deze erg filmische plaat. Een brekend glas en het geluid van het dichtgeknepen strot ontneemt ons alvast de adem. De intro is gezet.
De actie die daarop volgt, horen we in Galactik Derrick, die bij ons meteen binnenkomt als een knipoog naar de legendarische Duitse detectivereeks Derrick. Voeg aan dat spionagesfeertje wat intergalactische geluiden toe en je krijgt een orkestraal uitgewerkte tune die zo het grote scherm op kan.
Een postpunkritme met fijne snaren klinkt in het uptempo Tout Ou Rien, dat met een sterke slotsound eindigt. La Loose laat trage dissonanten in een verdachte sfeer baden. Zwevende gitaartokkels misleiden ons in hun zachtheid, want melancholische mystiek blijkt nooit veraf te zijn. En die mystiek ademt door in La Cavale waarbij achtervolgingswaanzin in een soundtrack gegoten lijkt te zijn.
Béton Armé. De titel spreekt voor zich, wanneer we ijskoude klanken horen, gewapend in een klankkader van futuristische sferen die af en toe een industrieel kantje krijgen, met de oplopende gitaren en bubbelende elektrogeluiden. Grimmig sterk.
De stilte onder het geluid. De regendruppels die aanwezig blijven gedurende Levres Blanches, maar evengoed sonische insecten die zich overal tussen lijken te murwen, en geluiden die zich als een stille storm in de verte ontplooien.
La Planque klinkt dreigend sterk van bij de eerste tonen. Retrosynths klinken majestueus en strikt afgebakend onder bitsig aanhoudende ritmes. In vergelijking met de andere tracks is het een eerder minimalistische sound, in al zijn grootsheid neergezet.
Als een bezettoon klinken repetitieve noten in La Loose II, die algauw aanzwellen tot een van de warmste sounds op het album. Warm, maar vol herkenbare tristesse… Die sfeer wordt meteen tenietgedaan met Jungle Urbaine, waarin de stad zélf de grootste dreiging blijkt te zijn, als koningin van de jungle. Junglebeats met verleidelijk bezwerende instrumentale lokroepen lokken ons alvast het donkerbruisende nachtleven in!
Le Truc gaat met een even avontuurlijk ritme aan de slag en laat ons rondrennen als een retro gamepersonage op wat de soundtrack van een futuristische editie van Commander Keen zou kunnen zijn. Sur La Route sluit af met een knappe combinatie van elektronica en natuurlijk klinkende pianotoetsen, onder de non-stop stroom aan kleine geluiden die in de stad nooit stilte vinden.
Beton, metro’s, nacht- en kunstlicht hebben de identiteit van Minos gevormd en dat hoor je knap terug in een urban wavesound, die het verleden en de toekomst samenbrengt. Terwijl de jaren tachtig-synths sonisch weerkaatsen op de straatstenen, voelen we de stiekeme aanwezigheid van de geest van Morricone, terwijl het geheel erg hedendaags – soms zelfs futuristisch – aanvoelt. Beeldende angst getransformeerd tot muziek in schitterend gestyleerde waanzin.
Het album van Minos is digitaal en op vinyl verkrijgbaar bij het label Red Maze Records.
Bandcamp / Facebook / Soundcloud