Jef Mertens richtte het labeltje Many Chants op om zijn eigen muziek en de samenwerkingen die hij aangaat met anderen om zijn blik muzikaal te verruimen, uit te kunnen brengen zonder gedoe of inmenging van buitenaf.

Een eerste proeve van wat ons te wachten staat is Wonderful Brutalism, een album dat hij samen met Dirk Wachtelaer maakte. Beiden zijn al sinds de vroege jaren 1990 actief, de ene als drummer en de andere als documentaire filmmaker en soms gitarist. De interesse van Mertens voor geïmproviseerde muziek bleef dusdanig groeien dat hij er wel iets mee moest doen.
Een eerste ontmoeting tussen beiden in 2023 resulteerde uiteindelijk in de wonderlijk mooie cassette A Void Dance.
Terwijl Mertens zijn muzikale avonturen zowel solo als met anderen verderzet is het toch de plaat met Wachtelaer die het label op de kaart mag zetten. Mertens ruilde ondertussen zijn gitaar in voor de taishogoto, een Japans snaarinstrument waar Mertens helemaal weg van is. Hij speelde er eerder de soloplaat Orchid Alto (Aguirre) mee vol, een plaat die we nog steeds regelmatig dragen, gewoon omdat ze zo verrassend en goed is.
Door samen te spelen met Wachtelaer verruimt hij nog meer het klankenpalet. Het resultaat neigt minder naar drones dan voorheen, puur omdat de drums aanhoudend interveniëren en het geluid zo een iets meer improviserende richting uit duwen en zo ook een licht jazzy feel in zich draagt.
Drie nummers staan er op de lp, waarvan eentje kant b helemaal in beslag neemt. Net omdat het duo kiest voor langere stukken komen de instrumenten, en zeker de taishogoto, helemaal tot hun recht. We horen meteen de virtuositeit van Mertens op het snaarinstrument zonder dat hij het etaleert. Hij begint gewoon te spelen en gaat net als zijn compagnon dermate op in de voortgebrachte klanken dat de trip die hij zelf beleeft tijdens het spelen zonder moeite overslaat op de luisteraar.
Het zijn deze keer geen echte drones, al scheelt het soms niet veel, maar we laten ons net zo goed helemaal meeslepen in beider muzikale universum. Wachtelaer kiest voornamelijk voor een ondersteunende rol, al speelt hij ook soms compleet iets anders dan Mertens en net dat maakt het tot een zeer interessante ervaring.
Epische aandoende soundtrackmuziek voor een experimentele film over bijvoorbeeld iets onbenulligs als het stof onder de kleerkast, zo banaal en tegelijk wonderbaarlijk en inspirerend kan deze muziek zijn. Een schitterend staalkaartje van beider kunnen en een betere start voor het labeltje is quasi onmogelijk.


