Home ReviewsAlbum Reviews FRANCOIS BONNET & SARAH DAVACHI – Banshee/Basse Brevis (Portraits GRM)

FRANCOIS BONNET & SARAH DAVACHI – Banshee/Basse Brevis (Portraits GRM)

by Mario De Block

De Frans-Zwitserse François J. Bonnet, binnen de avontuurlijke elektronische scene ook bekend als Kassel Jaeger, leidt Ira GRM, het in Parijs gevestigde Onderzoeksinstituut rond elektroakoestische muziek. Dat bracht in samenwerking met Shelter Press en Editions Mego al een mooi pakket hoofdzakelijk duoreleases op de markt via Portraits GRM, met ruim plaats voor nieuwe experimenten in het genre.

Bonnets Banshee wil het landschap van de Binnen-Hebriden verklanken, een groep eilanden voor de West-Schotse kust. Meer dan de helft ervan is onbewoond, een geschikt decor dus voor veldopnamen, die een flink deel van het in zeven delen verdeelde stuk invullen. Strand- en zeevogels vliegen te kust en te keur, een boot wordt door een loch geleid, een kerkklok geluid, fluitende valwinden suizen in het rond. Vooral die laatste roepen, mits veel fantasie, het beeld op waar Banshees voor staan: spookachtige, mythische wezens uit de Ierse en Schotse mythologie, die weeklagend of schreeuwend iemands dood of ander onheil aankondigen. Elektroakoestische signalen kleden het geheel licht sinister verder in.

Sarah Davachi speelde zich als organiste al vrij snel in het voorfront van de organische drone-scene. Ze kiest niet voor grote zalen, noch voor bekende recitals, zoals bijvoorbeeld vakgenote Anna Lapwood, maar voor de intimiteit van alternatieve podia en geëngageerde festivals. Voor haar doctoraat in de musicologie bestudeerde ze jarenlang middeleeuwse en renaissancemuziek, in het bijzonder ook het gebruik van pijporgels daarbij.

Voor Basse Brevis, gedoopt op het Franse Présences ’24 festival dat Steve Reich centraal stelde, hanteert ze een elektrisch orgel, de Korg CX-3, geflankeerd door een subtiele synth en mellotron. Het is niet de eerste keer dat Davachi die combinatie opzoekt, wel de eerste keer dat ze die zo uitpuurt. Ultrazacht, gelaagd, met licht vibrato openend, leidt dat tot 18 minuten roezig resonerende, zacht-mineure toetsen, met goeddeels harmonische overtonen en subtiele tint- en textuurschakeringen.  Zuivere, breekbare klanken drukken zo al snel een onbestemd verlangen naar intimiteit uit, vervuld van bedaagde weemoed en een bijna religieuze vorm van muzikaliteit. 

Anders dan je intussen op basis van haar platen zou kunnen denken is Davachi geen monomane drone minimaliste: haar zowat maandelijkse programma op NTS, Londens radiostation waar wel meer artiesten playlists cureren, leidt je moeiteloos van Argentijnse alt folk en Japanse proto ambient, via Oekraïense avant-garde en Belgische renaissance naar Britse impro jazz en Poolse drones, met occasionele zijstapjes naar pakweg The CureKate Bush of The Alan Parsons Project. Tegen die achtergrond is de bedenking snel gemaakt, hoe Davachi’s gelaagde drones zich mooi zouden laten combineren met een fado zanglijn, of de stem van bijvoorbeeld Keeley Forsyth.

Sarah Davachi: FacebookWebsite
Kassel Jaeger

You may also like

This website uses cookies to improve your experience. We'll assume you're ok with this, but you can opt-out if you wish. Accept Read More