Tien jaar na de release van hun eerste album Wild Eyes verschijnt op 12 juni het zesde album van Flying Horseman Mothership. Bert Dockx vormt nog steeds de spil van de band, Mattias Cré en Alfredo Bravo zorgen opnieuw voor de ritmische onderbouw en Loesje en Martha Maieu voegen als vanouds zweverige achtergrondzang, synths en gitaren toe. In tegenstelling tot de vier vorige albums echter werkte de band deze keer productioneel samen met Jasper Maekelberg (Faces On TV) in plaats van Koen Gisen (An Pierlé Quartet). Een gewaagde keuze want de muzikale werelden van beiden liggen best een eind uit mekaar.
Opener Citizen begint met een gedetunede synth (die we ook in het dromerige Flare horen zwalpen), een Foals/Bert Dockx gitaartje en de heerlijke, nerveuze “slap bass” van Mathias Cré. De stem van Bert Dockx klinkt als vanouds ietwat verkouden en met een scheut Bryan Ferry kruiden. Goede tekst ook, je hoort ons niet klagen. IJzersterk begin.
Nog meer knipogen naar Roxy Music horen we op Set Reset. Even het systeem rebooten en dan fris er opnieuw tegenaan.
De bas van Cré krijgt opnieuw een prominente plaats op Flare. Ingetogen, klinkt het iets meer gesloten dan de andere nummers, met enkele heerlijke, melancholische harmonische wendingen. Where Do You Live gaat door op hetzelfde elan al klinkt het nummer iets weidser, geeft het meer ruimte om te ademen, maar je voelt diezelfde melancholische sfeer. Heerlijk!
En dan nu, tijd voor iets helemaal anders…. Hotel moet het hebben van zijn tegendraadse ritme, vragende gitaarakkoorden, broeierige sfeer en onheilspellende synths. Dockx creëert een verdomd dansbaar en tegelijk dreigend nummer dat het live ongetwijfeld geweldig zal doen. Meer dansbaar geweld met alweer een heerlijke bas en een schitterende Alfredo Bravo aan de drums op Secrets. Energetisch en meeslepend.
Dockx trekt nog eens een blik melancholie open in Summer Dance, een nummer dat drijft op herinneringen aan betere tijden. Of is het ons geheugen dat ons parten speelt en het verleden overgiet met een zoete saus? In het tweede deel van dit nummer laat Dockx nog eens horen wat je allemaal met zes snaren kan doen wanneer hij de gitaar laat grommen, schuren en huilen.
Een tegendraadse, superstrakke ritmesectie, de hunkerende stem van Dockx ondersteund door de backing van Loesje en Martha, de onderhuidse dreiging in de synth soundscapes en de galmende gitaar van Dockx. Afsluiter A Song That Lasts is wat atypisch voor Mothership en toch bevat het alle ingrediënten die het geluid van Flying Horseman ze uniek maakt.
Met Mothership levert Flying Horseman opnieuw een klein meesterwerkje af. De samenwerking met Jasper Maekelberg heeft niet gezorgd voor een grote wijziging in het geluid van Flying Horseman en dat is maar goed ook.