Hoera! Zomer! Vakantie! Tijd om met de familie aan het strand te gaan liggen, frisse cocktails te drinken met de voetjes in het water, lange wandelingen te maken in de Ardennen, of met honderd andere (lang)harige blote pensen in een moshpit te logeren op een of andere modderige weide in een of ander Vlaams gehucht.
Met de eerste drie opties kunnen we je hier bij Doodsgereutel helaas niet helpen, maar voor de zweterige pensenkermis hebben we wel weer een mooie soundtrack samengesteld. Metejoor hoeft nu eenmaal niet op elk volksfeest op te treden. Verwacht je aan een heerlijk ranzige pot death slam industrial core grind thrash inspired doom d-beat, of zoiets.
Rotzomer of niet, er zal gezweet worden!
FULCI & TALPAH – Cyberflesh
Beginnen doen we met iets niet alledaags, zelfs niet voor de death metal underground. Het Italiaanse Fulci mag dan wel een vrij normale death metal band zijn, deze single is dat absoluut niet. Cyberflesh is de soundtrack bij het gelijknamige computerspel van Simone Alberto Grifone. Mede geïnspireerd door Bolt Throwers samenwerking met Earache & Games Workshop voor het Warhammer 40,000 game voor het album Realm of Chaos: Slaves to Darkness, zag Fulci zo’n soundtrack wel zitten. En omdat het spel Cyberflesh heet, nodigden de heren het elektronische project Talpah uit. Het resultaat is een waanzinnige brij van hard- en breakcore beats, gore riffs en diep gegrom, aangevuld met een onwelriekend potjes samples.
De combinatie van death metal en technobeats doet uiteraard meteen denken aan Morbid Angels beruchte experiment met gabbercore maar in vergelijking met wat Fulci & Talpan uit hun mouwen hebben geschud, lijkt Illud Divinum Insanus meer op een album van Joost Klein. Cyberflesh, de soundtrack, is chaos, beuken, grommen, tempowisselingen, bloed, vlees, chips en moederborden die in miljoenen stukjes uiteenspatten. Er zit geen lijn in. Het is een warboel. Het rammelt, hakkelt, klettert. Maar het is zo verdomd lekker om over je te laten komen. De echte deathmetalpuristen zullen dit tot op het bot afkraken maar wie zijn dagelijkse portie brutaliteit graag eens op een andere manier wil, moet deze twee nummers zeker eens beleefd hebben.
CLEANSING OF THE TEMPLE – The Devil Knows My Name
De prijs voor coolste intro gaat alvast naar het Amerikaanse Cleansing Of The Temple. De opener van dit potje vette slam/deathcore album is een onheilspellend stukje muziek. Niet dat het daarna veel vrolijker wordt hoor, integendeel. Wat hen ontbreekt aan tempo, maakt dit vijftal overtuigend goed met intensiteit, duisternis en zwartgalligheid. Ja, misschien kan je hen gerust de Conan van de death metal wereld gaan noemen, vooral in het niets ontziende titelnummer. Traag, log maar splijtend en bruut. In Piss ‘n’ Spit smijten ze er dan ook nog eens een portie psychotisch geschreeuw bij. En daar stopt het niet. Cleansing Of The Temple is niet tevreden met een paar gescheurde trommelvliezen en geklapte longen. Neen, ze willen ondertussen ook nog een spelletje schelden, balzakstampen en gillen.
Cleaning Of The Temple hangt rond in een genre waar bands als Whitechapel, Lorna Shore, Gutrectomy en Annotations Of An Autopsy zich thuis voelen, maar ergens bekruipt ons toch het gevoel dat deze heren ze allen van het podium kunnen knallen. Luister bijvoorbeeld maar eens naar het doodzieke tweeluik Abwoon D’Bashmaya + A Time For War. Slam death, dat wel, maar wel met een streep noise waar elke Merzbow-fan van zal genieten tot ‘m dood valt. Op I, Afflicted komt trouwens de heerlijke lyric “blech” voor. Verder is ook deze track psychotische waanzin, mede met dank aan de blastbeats. En daarna krijgen we (heel even) triphop te horen en op het einde krijgen wel zelfs een melodieus epos. Niet normaal, deze gasten, en dat komt een genre als dit alleen maar ten goede. Zotte plaat!
Photo credit: ©Hanka Media Productions
MIASMIC SERUM – Infected Seed
Terug naar Italië dan en alweer een knappe intro. We zijn aanbeland bij het trio Miasmic Serum en hun versie van lekker ouderwetse death metal. En eigenlijk valt er niet zo heel veel te zeggen over dit boeiende debuutalbum. Dit trio heeft de mosterd gehaald bij bands als Morbid Angel, Malevolent Creator, Gorefest en Immolation en past ook gewoon perfect in dat straatje thuis. Na de obligate intro laat Near-Death Vision onmiddelijk horen waar we het komende half uur mee te maken gaan hebben: oerdegelijke old school death metal. In Mortal Training komt Jason Netherton (Misery Index, Dying Fetus) eventjes meebrullen en gaat het tempo ook even aanzienlijk de hoogte in.
En op die manier raast dit album gewoon lekker voorbij. We krijgen nog een sample over oud-Chinees vergif te horen, meteen weer gevolgd door zo’n beukend moshpit-nummer (Lethal Bite). De grunts zijn trouwens niet zo diep waardoor het allemaal nog vrij goed verstaanbaar is. Dat is vrij zeldzaam maar wel redelijk origineel. Nu weten we tenminste waar die death metal zangers het altijd over hebben. Hoe dan ook, bijster origineel is deze plaat niet te noemen maar wel ze is wel gewoon oerdegelijk. De riffs zijn vet, de tempowisselingen afdoende, de zang brutaal genoeg en sfeer zit prima. Dit zijn goeie muzikanten die een goeie plaat hebben gemaakt. Soms moet dat niet meer zijn.
WEREWOLVES – Die For Us
Het Australische Werewolves werd in 2019 opgericht met als doel tien albums in evenveel jaar uit te brengen. Een kritisch denken mens zou dan kunnen denken, “wordt het dan niet heel erg generisch?” Het heeft namelijk geen zin om een album te gaan “rushen”. Soms heeft een goed album tijd nodig. Anderzijds is lekker beuken gewoonweg lekker beuken en hoeft het niet altijd origineel te zijn. Welnu, Werewolves zit halverwege en Die For Us is een moddervette plaat geworden. Alle elementen van nagenoeg perfecte death metal zijn aanwezig: vlammende riffs, een container aan tempowisselingen, grunts, screams, blastbeats, agressie en muzikaal vakmanschap. De heren hebben hun strepen trouwens al verdiend in bands als Psycroptic, The Berzerker en The Antichrist Imperium.
“Generisch” is zeker niet het juiste woord om dit album te beschrijven. Werewolves gebruikt zowat alles uit de oeroude death metal en combineert dat met een modern geluid, met samples, met black metal, met d-beat en met hardcore en – in het waanzinnige My Hate Is Strong – ook met Rok van Sadistik Exekution. Het resultaat bestaat uit negen hyperkinetische en hypergevarieerde nummers. Het schiet dan ook van het ene hoogtepunt in het andere. En met Spittle-Flecked Rant of Under A Urinal Moon hebben de heren waarschijnlijk ook een nominatie voor “songtitel van het jaar” binnen. Dus ja, een dik half uur lekker beuken kan deugd doen.
VELN – Veln
We maken even een uitstapje naar de zwartere regionen van de wereld van extreme metal. Veln is een eenmansproject uit het Ierse Galway, bestaande uit MF. MF maakt ook deel uit van de blackmetalband Neamh-mharbh. Op dit debuut riep hij op drums de hulp in van Nicole Trinchero van Scale To Infinity. Als dat je allemaal niets zegt, is dat waarschijnlijk niet zo heel erg. Er zijn nu eenmaal duizenden eenmansprojecten. Dat allemaal leren kennen zou een huzarenstuk zijn. Enne, eigenlijk is dit album dat ook, in zekere zin. Alleen al het feit dat MF alles zelf gedaan heeft (met uitzondering van de drums). MF wilde experimenteren met progressieve en atmosferische elementen, wat resulteert in een album dat vaak verrast.
Het begint allemaal met het aan ‘depressive black metal’ neigende Ashen, waarbij hier en daar toch al eens aan een Agalloch of Negura Bunget wordt gedacht. En halverwege door het knappe Godskin Mask beseffen we dan MF eigenlijk gewoon een heel goede muzikant is. De mastering kan beter, waardoor de muziek soms wat scherp overkomt, maar muzikaal is dit een uitstekend avontuur. Het gitaarspel in Returnal is van een hogere kwaliteit dan dat van veel depressive black metal en dat geldt eigenlijk voor alle vijf de nummers, ook voor de akoestische outro, Traces Of Autumn. Laat dit masteren door een pro, zet er een volledig band op en je hebt een knaller van formaat.
WHARFLURCH – Shittier/Slimier
Goed, genoeg depressieve muziek. Tijd om eens van de sokken geblazen te worden. We doen de volumeknop nog eens pijn en dompelen ons onder in de walmende death-doom van Wharflurch uit Florida. Shittier/Slimier is eigenlijk een ietwat bevreemdend album, in die zin dat de muziek enerzijds heel primitief en verpletterend is en anderzijds donker en mysterieus. Opener Shit Rains Down toont logge doom, zichzelf langzaam voortslepend als een gletsjer van stront, om het bij de bands eigen terminologie te houden. Uiteindelijk gaat het tempo wel de hoogte in maar toch blijven we vooral ouderwets death-doomen.
Gaandeweg komen echter de ander eigenschappen van Wharflurch aan bod. Enochian Curse blinkt uit in melodieuze en atmosferische doom. Headless God gooit het dan weer over de intense en rammende boeg en Wormwood Palace staat bol van de mystieke synths. En dan moet het magnum opus nog komen. From Ixaxaar to Xibalba is een metal-epos om u tegen te zeggen, een unieke en intense trip waarbij synths en krautrockinvloeden zich mogen uitleven. Veel gevarieerder als dit wordt een death metal album waarschijnlijk niet. En dan te denken dat Wharflurch bijna de handdoek in de ring gegooid had. Het was zonde geweest.