Op het ambitieus getitelde The Holy Grail van Bill Callahan valt geen John Cleese of Indiana Jones te bespeuren. Platenlabel Drag City maakt gewag van een legendarische opname van deze Amerikaanse bard, toen nog opererend onder nom de plume Smog. Als we de titel voor waarheid mogen aannemen zou deze John Peel-sessie opgenomen in 2001 het summum zijn voor elke fan. Maar is dat wel zo?
In zijn Heilige Graal serveert Callahan voor de helft nieuwe wijn uit oude zakken: twee eigen songs, twee covers. Openen doet de plaat met het van Fleetwood Mac geleende Beautiful Child. Traag gestreken vioolsnaren trekken het nummer op gang, het typisch spaarzame Callahan-gitaargetokkel valt in: “Beautiful child. Beautiful child. You are a beautiful child. And I am a fool. Once more.” Wat begint als een liefdevolle ode voelt al snel heel ongemakkelijk aan. Niet bepaald vreemd als je weet dat het Stevie Nicks’ romance beschrijft met de veel oudere en gehuwde Beatles manager Derek Taylor. Waar de originele versie nog enigszins lieflijk klinkt door de honingzoete stem van Nicks, trekt Callahans sonore bariton de song de diepe duisternis in. Onvermijdelijk kruisen foute machtsspelletjes en zelfs misbruik je gedachten. Unsetlling.
Die onheilspellende sfeer trekt Smog moeiteloos door in de volgende twee eigen nummers. Met de openingszin “I know your teeth have gnashed through death” weet je dat met Cold Discovery de polonaise nog niet onmiddellijk op gang zal worden getrokken. Sad core to the bone in een nummer dat bezwerend traag begint als Red House Painters maar eindigt in de chaos van The Stooges. “Oh, I can hold a woman down on a hardwood floor”, verzekert de Texaan ons meermaals. Skippen die rozenblaadjes en champagne. Net zoals in Dirty Pants. “Then I walk out to your house/And let myself in/Back you into the corner/And I multiply”. Vurige passie of kille lust? De omineuze sfeer en de niet aflatende spanning doorheen de song doen eerder het laatste vermoeden. Een kleine granaat die nimmer tot ontploffing kwam, de woorden van cultdichter Jotie T’Hooft schieten ons door het hoofd. “I could toll endlessly/ Into the bottomless night/God does not answer this type of prayer”, besluit de Amerikaan.
De kelk tot op de bodem geledigd, richt hij zich in afsluiter Jesus uiteindelijk toch tot de Goede Heer. Destijds neergepend door Lou Reed voor The Velvet Underground lijkt het een laatste uitweg uit de aangerichte misère. “Help me in my weakness, ‘cause I’ve fallen out of grace”. Is er nog kans op verlichting na zoveel duisternis?
Omdat wij doorgaans al genoeg grappen en grollen vinden wij deze Holy Grail zeer te pruimen. Bij voorkeur bij een goede euh, kelk wijn en kaarslicht. Al dan niet met een geliefde. Een mens moet af en toe eens durven springen.