“What an enormous room, look at all the dancing I can do.” Met deze mantra start Jerk Into Joy, het sleutelnummer ergens in de tweede helft van What An Enormous Room, al de zesde langspeler van de Amerikaanse Mackenzie Scott aka Torres. Ondanks vijf voorafgaande albums heeft deze naam niet de weerklank die pakweg Sharon Van Etten of Phoebe Bridgers wel hebben. Zorgt deze plaat voor een doorbraak(je)? Of is Scott daar niet naar op zoek?
Scott speelt nagenoeg alles zelf op deze plaat: gitaar, bas, synths, piano en geprogrammeerde drums, aangevuld met bijdragen van Sarah Jaffe (ook producer) en Ryan Pickett de man van de techniek. TJ Allen (o.a. Portishead) zorgde voor de mixing, Heba Kadry (o.a. Björk, Slowdive, Ryuichi Sakamoto ) deed de mastering.
Anders dan het vorige album Thirstier, is er nu een terugkeer naar een meer introvert en gevarieerd geluid en gevoel.
Happy Man’s Shoes, ruikt naar laid back Talking Heads. Life As We Don’t Know It krikt het tempo op, de melodie prikt op alle plekken waar het jeukt. I Got The Fear kon een ballad zijn van Phoebe Bridgers, akoestische gitaar, velours-achtige stem, synth die als een plastic cello klinkt.
Je hebt het al door: breed gevarieerd – What an ernormous room!
Wake To Flowers is een typische albumtrack, pulsende bas, synths, gitaarlijn en op de voorgrond de trefzekere zang van Mackenzie Ruth Scott. Ze verklaart dat het één van haar favoriete eigen nummers is: “Ik ben bekend met de teleurstelling die vaak volgt op hoop, maar mensen zijn angstaanjagend veerkrachtig.” Very twenties, allemaal.
Ugly Mystery is muzikaal rustiger, maar de onrust zit in het hoofd: “I won’t forget your apathy, you’re such an ugly mystery.” Dan komt de wraak in Collect, een best stevige track met zware gitaren en harde synths, in de lijn van het vorige album, Thirstier. “I am nothing you’ve seen before”, zingt ze met haar loepzuivere engelenstem, voor haar lage wraakengel-alt verdergaat met “I’m here to collect”, en dit herhaalt op de dreun van de gitaren en synths.
Ontroeren en uithalen, Torres doet het allemaal met gemak.
In de laatste vier songs van de plaat, is het mysterie troef. Artificial Limits, is de meest uitgesponnen track op de plaat, één met lange zanglijnen en orgel, en die uitblinkt in eenvoud. De stem schittert weerom. Jerk Into Joy is hoopgevend en intrigerend, op een kabbelend ritme en drone-achtige achtergrondlijnen.
Forever Home, wilde je vrolijk de wereld insturen, maar Songbird Forever komt er nog na. Zoemende drones, kreupele piano en vogelgeluiden op de achtergrond, die niet uit onze tuin maar uit de speakers bleken te komen. “I am your king. I am your queen. I am everything in between.” En een stem die hier zelfs doet denken aan Joni Mitchell, zowel qua hoog-laag bereik als qua timbre. Een beklijvende a capella in een ambient kleedje.
Tussen Parijs en Amsterdam komt Torres dit moois zich voorstellen in Brugge (Cactus Club) met een vierkoppige band. Nog hoeveel keer slapen is dat?
03/02 – Cactus Club, Brugge
Facebook | Instagram | Bandcamp