Klasbakken, dat zijn ze. Ook al is dat niet meer dan normaal als je band opgebouwd is rond de bassist van Mooneye. Blind vertrouwen, weet je wel. Wel hebben we er tot op heden geen flauw benul van wat iemand bezielt om zijn band PINGPONGCLUB te dopen. Noch minder begrijpen we waarom het met hoofdletters moet worden geschreven. Wel zijn we er rotsvast van overtuigd dat deze band talent zat heeft en het zonder meer zal maken. Schrijven we al jaren, weten we wel, maar het is duidelijk dat ze met de tweede ep nog een trapje hoger staan.
Als je hun al iets in de schoenen kan schuiven is dat ze goed hebben geluisterd naar de platen van zowel Leonard Cohen als Warhaus, want de overeenkomsten zijn er. Niet dat we dat als een minpunt ervaren, de helft van de bestaande bands wordt nog steeds te pas (en vooral te onpas) met The Beatles vergeleken.
Frontman Jonas Desmet slaagt er net als Maarten Devoldere prima in om de luisteraar mee te sleuren naar een rokerige saloon waar je – eventueel met een scheut whisky – bedwelmd raakt door de schoonheid van de mistroostigheid. Een sfeer met een zekere tristesse, maar zonder dat het al te deprimerend wordt. Jonas durft je wel eens naar de rand van het dal te duwen, maar vanaf het moment dat het al te zwaarmoedig wordt, krijgen de songs iets opgewekt net alsof hij zijn gewicht onder je schouders wil plaatsen.
Hoewel alle zeven songs getuigen van hitgevoeligheid, kiest de Gents-Kortrijkse band toch voor de tegendraadsheid. Dat doen ze door te opteren voor aparte structuren of door hun geluid wat op te beuren met een retro-orgeltje of gewoon een lekker akoestisch gitaartje. Dit maar om te zeggen dat hier verdomd goed over nagedacht is. Details die voor een meerwaarde zorgen en van In The Middle een prima tweede ep maken. Zonder twijfel een band die je volgend jaar meer dan één keer op een podium zal aantreffen.