Ondanks de moeilijke toestand in haar thuisland, brengt de Israëlische singer-songwriter Michal Gutman net nu haar solo debuut uit. Met haar band Whaling Snails releasete ze al twee albums, en nu doet ze het dus alleen. Terwijl ze zingt begeleidt ze zichzelf op basgitaar, loop station en met een touch-pad synthesizer. Gutman brengt op Never Coming Home naar eigen zeggen postpunk met theatrale accenten.
In de persmededeling bij deze plaat staat dat haar stem ergens ligt tussen die van Beth Orton en Kristin Hersh, een vergelijking die ons echter compleet ontgaat. Gutman heeft wel een flexibele stem maar komt zelfs niet in de buurt van de voornoemde artiesten.
Haar liedjes gaan alle kanten uit met bijzondere wendingen en verrassende soundscapes maar er valt helemaal geen lijn in te trekken. Van zodra je denkt dat er “een normale track” komt, verandert het nummer in een theatrale en cabareteske spoken word compositie. Je zou het gemakshalve avant garde kunnen noemen.
Er staan twee pure en koele 80’s newwavenummers op deze plaat, Pigeon Hunt en I’m The Walker, maar de andere zes nummers zijn eerder collages van stukjes en ideeën die bij elkaar gekleefd zijn. Veel eenheid horen we niet, dit lijkt meer op een verzamelaar van een chaotische artieste die niet echt weet welke richting ze uit wil.