“Kick out the jams motherfuckers!”, het moet zowat de meest iconische zin uit de rockgeschiedenis zijn. Zeventien jaar waren we, helemaal zot van bands als Rancid, Beastie Boys, Rage Against The Machine, Fugazi, Biohazard, Dead Kennedys, Pennywise, Deviate,… en toen hoorden we Rob Tyners legendarische uitspraak door de boxen van het plaatselijke jeugdhuis knallen.
Wat erna kwam was niet te omschrijven en zorgt nog steeds voor kippenvel. WAT EEN LEGENDARISCHE TRACK! Slade, AC/DC en Guns & Roses kenden we al maar dit was fameus andere rockkoek. Toen bleek dat de heren dan ook nog eens meer punk in hun kleine teen hadden steken dan de hele jaren negentig Epitaph-stal bijeen (een beetje overdrijven kan wel, als het over legendes gaat). Wisten we het helemaal zeker: of ze nu nog bestonden of niet, MC5 ging toen en op dat moment onze band worden. Alles kochten we, inclusief de rotslechte bootlegs.
Uiteraard bestonden ze midden jaren negentig niet meer en lagen gitarist Fred Sonic Smith en frontman Rob Tyner reeds onder de groene zoden. Jaren later kwamen we er pas achter dat Ramblin’ Rose bijvoorbeeld een cover was en dat Nat King Cole en Jerry Lee Lewis het al brachten in 1962. Leren van onze lp’s en zo andere straffe zaken ontdekken, niks is plezanter en zo kwamen we bij de good ol’ soul versie van Ted Taylor uit 1965, a must have op 7”, punt.
En weer viel onze mond open. Om maar te zeggen, het was nog niet genoeg dat ze de beste rocksong ter wereld achter hun naam hadden staan, ze leerden ons ook gewoon dat soul net zo makkelijk in die stevige rocksound gestoken kon worden en dat rock-‘n-roll smerig en gevaarlijk moest zijn. Ze kregen ook nog eens het label “protopunk” opgeplakt en daarmee hadden we nog nooit een coolere band gehoord (The Cramps, die we ietsje later ontdekten, kwamen wel aardig in de buurt).
Genoeg met het helden-gezwets en onze MC5-verheerlijking. Die blanke nozems bleken dan ook nog eens extreem links gedachtegoed onder hun hersenpan en in hun hart te hebben. Het is veilig om stellen dat er hier een zeer grote fan met een erg bang hartje de nieuwe plaat van zijn muzikale helden zal voorzien van commentaar.
Drieënvijftig (!) jaar zit er tussen deze Heavy Lifting en hun laatste studio-album High-Time. De verschillen opsommen is alleen al omwille van de huidige tijdsgeest en het muzikale klimaat onbegonnen werk en zou gewoon belachelijk zijn. Ook omdat deze overigens straffe bezetting buiten Wayne Kramer (gestorven op 02/02/2024) en Dennis Thompson (gestorven op 09/05/2024), geen enkel MC5-lid meer herbergt en zo is het doek logischerwijs helemaal gevallen voor deze rocklegendes. Als bij wonder zijn ze, na zes nominaties, dan eindelijk toch opgenomen In The R&R Hall Of Fame (Volgens Mojo Nixon is het de “R&R Hall Of Lame”) in de Musical Excellence Award categorie. En wie had de eer dit te mogen doen? Juist ja, Tom Morello.
De plaat dan. Drummer Dennis Machine Gun Thompson doet mee op twee tracks en Wayne Kramer schreef twaalf van de dertien composities zelf of hielp eraan mee. Mijnheer Kramer stond dus aan het roer van deze uitdaging, samen met producer Bob Ezrin, niet meteen onze eerste keuze als het gaat om smerige rockplaten (Kiss, Lou Reed, Alice Cooper, Pink Floyd). Met als gevolg dat alles veel moderner en gepolijster klinkt. Dat de plaat zelf simpelweg niet kan tippen aan het absolute meesterwerk Kick Out The Jams (live-album) uit 1969, mag niet verwonderlijk zijn.
De openingstrack hakt er wel meteen in, sterke song met straffe riffs. Niet zo gek als je bedenkt dat de eerder vernoemde award-uitreiker zijn medewerking verleende. Meteen valt op dat MC5 anno 2024 in het begin van dit album meer klinkt als hedendaagse rock/stonerbands als Truckfighters, Hermano of Fumanchu dan zichzelf. En dat is niet altijd een slechte zaak, met momenten zijn we zelfs aangenaam verrast.
Wat de uitkomst volgens ons muziekrecensenten ook moge zijn, dit is een gitaarplaat – of wat had je gedacht – die hier en daar om duimen en vingers van af te likken is. Barbarians At The Gate gaat nog wat verder op dat elan. Al iets minder rockend maar aan de andere kant kaart het wel de dom- en gevaarlijkheid van Trump-fanaten aan die enkele jaren geleden het Witte Huis bestormden onder leiding van Donald Dump.
Er staan heel wat bekende vriendjes op Heavy Lifting en helaas is niet elke bijdrage even geslaagd of laten de songs waar de gasten op meedoen het afweten. Het met soul doordrenkte Change, No Change (met geweldige background vocals trouwens) is zeker niet slecht maar een hoogvlieger is het nu ook weer niet. De funk in I’m The Funk (The Phoney) heeft een lekkere schwung, los van het feit dat de vocals absoluut niet ons ding zijn. Heerlijke gitaarsolo op het einde, dat dan weer wel. The Edge Of The Switchblade, met William Duval en Slash, rockt lekker weg met een Saul Hudson die aardig op dreef is, al komen we niet veel verder dan “best oké”.
Because Of Your Car is nog zo’n middelmatige sucker met weer een beetje funk erin, hoeft echt niet hoor voor ons. Doet ons wat aan Lenny Kravitz denken. Wederom, helemaal niks tegen Ome Lenny maar MC5 goes Kravitz? Hell no! Er staan best een paar krakers op maar we blijven even zo vaak op onze honger zitten. Met de nieuwere wall of sound werd het oorspronkelijke, vuilere geluid te fel genegeerd. Al klonken de twee studioplaten wel een pak braver dan het debuut, ook waar.
Boys Who Play With Matches start met een goeie riff maar het nummer zelf stuikt snel ineen. Op Blind Eye en Can’t Be Found speelt Dennis Thompson mee. Het eerste klinkt als Bryan Adams vs Foreigner en is echt wel platte meuk. De opvolger, met Vernon Reid (Living Color), is ietsje leuker, helaas behoort het wat tot dezelfde categorie. Plat, mid-tempo en overbodig. Wanneer er gepiekt wordt, is het echt wel genieten geblazen maar dat gebeurt naar ons gevoel net iets te weinig om van een fantastische plaat te spreken. En dan hadden we het nog niet over Blessed Release. MC5 goes Prince? Mja, bagger, niks meer of niks minder. Afsluiter Hit It Hard, (met ene Joe Berry waar we zo goed als niets over vinden) gaat opnieuw richting da fonk, Living Color/Fishbone-stijl, best lekker, met die sax in overdrive.
Nog even de verrockte, leuke soul classic Twenty-Five Miles van Edwin Starr vermelden en we zijn rond. Beetje een dubbel gevoel bij deze plaat. We hadden Heavy Lifting graag de hemel ingeprezen maar te weinig nummers slagen erin ons rock-‘n-roll hart te laten overslaan.
Wat wel heerlijk nieuws is en, mocht er iemand twijfelen, de aanschaf van dit album op vinyl helemaal zou rechtvaardigen, is de tweede lp van deze uitgave. Die zal previously unreleased recordings bevatten van de MC50 tour uit 2018. We zagen die band passeren op het beste rock-‘n-roll festival ter wereld: SJOCK FEST. Naast Kramer stonden toen gitarist Kim Thayil (Soundgarden), drummer Brendan Canty (Fugazi), bassist Billy Gould (Faith No More) en, nog een held van ons, frontman Marcus Durant van het GE-WEL-DI-GE Zen Guerilla samen op één podium. Mark Arm van Mudhoney faam kwam ook nog even meedoen. Hemels maar vooral een beetje raar dat niemand van die kleppers mee mocht doen op het nieuwe werk. Vooral Marcus Durant vinden we hier een gemiste kans.
Oh ja, en het feit dat MC5 niets minder is dan een iconisch, grensverleggend rockbeest dat activisme, rock (and roll), protopunk dus volgens sommigen en soul op sublieme wijze in de mixer kieperde, is reden genoeg om je zuurverdiende centen meteen bij jouw favoriete platenboer in te leveren. Het torenhoge respect voor deze band en hun (ex)-leden blijft gelukkig onaangetast.
MC5 FOREVER!