Een Zwitsers trio dat op onze radar kwam met de psych blues single Heavy Hours uit hun DSM III album van vorig jaar. We hadden de eer hun geluid te mogen verzorgen tijdens hun doortocht in Djingel Djangel en kregen prompt hun gloednieuwe album in onze pollen geduwd.
Dat concert van Dirty Sound Magnet was er overigens eentje om in te kaderen; gedreven topmuzikanten die een ware potpourri aan muzikale invloeden de zaal instuurden maar alles met een psychedelisch rock hoekje af. Het nieuwe album met de fijne titel Dreaming In Dystopia is in vergelijking met de live ervaring echter verrassend rustig, dromerig en zelfs meditatief.
Watergeluiden vergezeld van kraakheldere Telecaster-tokkels leiden ons Melodies From Distant Shores binnen, dat verder gezelschap krijgt van maffe backing vocals en progrock drumbreaks. Net als de titeltrack komt het in de buurt van de weird pop van Connan Mockasin. Funkier wordt het in The Tragedy Of Men met vocale harmonieën die niet moeten onderdoen voor die van The Beach Boys. In de fuzz gitaarsolo kunnen ze dan uiteraard de invloed van ene J. Hendrix niet onder stoelen of banken steken. De relaxte zweefvlucht van Lonely Bird wordt op magistrale gitaarwijze licht verstoord, het kan net niet de aandacht wegtrekken van het songschrijverstalent van zanger/gitarist Stavros Dzodzosz.
De akoestische gitaarakkoorden van Utopia halen voor ons weer even Bachman Turner Overdrive’s You Aint Seen Nothing Yet voor de geest. Het Engels van Stavros is uiteraard – gezien z’n afkomst – niet geheel accentloos, maar het geeft de leadvocalen iets extra aandoenlijks. Het lalala-koortje in de crescendo stukken van de song is fantastisch. Flowers, Angels And Chaos had van Pavement kunnen zijn, als die in de 60’s waren opgericht. Psychpop van de bovenste plank, zo ook het met heerlijke twang gitaren gezegende Lost My Mind. Het afsluitend huzarenstukje Insomnia (lastig verschijnsel als je dystopisch wil dromen) vangt ook aan als een dromerige ballade tot het verglijdt in proggy, funky spacerock met heerlijke gitaarerupties en glansrollen voor drummer Maxime Cosandey en bassist Marco Mottolini die tegelijk ook garant staan voor puike vocale harmonieën.
Een pak minder rockend dus, deze nieuweling, maar het geeft aan dat de heren muziek maken zonder restricties en zich geen bal aantrekken van heersende trends. En tja, laten wij nu net dat soort muziekmakers ten zeerste koesteren.