De verontwaardiging was groot in april vorig jaar. Op de dag dat het concert van Sophia in de Botanique werd aangekondigd, was er geen kaartje meer beschikbaar voor de band van Robin Propper-Sheppard. Het muzikale genie uit San Diego heeft altijd een speciale band met België gehad. Niet alleen op professioneel vlak, sinds hij met The God Machine begon, werd de man ook hier een waar cultfenomeen. Een man ook die steeds oor heeft gehad naar het muzikale kunnen van anderen (het minste wat je verwacht van iemand die zelf ook een platenlabel heeft). Een half jaar geleden trakteerde hij de Belgische fans op de knappe indiepop van Few Bits, e n ook in de AB had Robin een Belgisch talent voor ons klaar: Barely Autumn.
Het sprookje begon toen Nico Kennes (Illuminine) op zijn kamertje wat songs bijeen schreef en het vakkundige advies kreeg van Pascal Deweze wat ermee te doen (een naam die net als die van Koen Gisen altijd opduikt als je het over kwalitatieve Belgische muziek hebt). Het soloproject werd een hele band, en met de simpele woorden van Robin Propper-Sheppard (this sounds pretty fucking cool!) belandde de band in de glorieuze AB. De foto’s op de sociale media spraken boekdelen: Barely Autumn kon het zelf nauwelijks geloven. En tja, geloven of niet, ze stonden er wel op hun plaats. Nicos stem lijkt wel wat op die van Robin, en je hoort natuurlijk dat deze jongens naar platen als The Infinite Circle of Fixed Water hebben geluisterd, maar hun melancholische indiepop staat als een eigen huis. De songs en de uitvoering ervan zijn ijzersterk, en het zou ons ten zeerste verbazen mocht All My Heroes Are Dead geen klassieker worden. Niets is zeker in het leven, maar Barely Autumn mag er gerust in zijn: ooit staan ze terug op dat podium en in hun geval zal “ooit” niet eens zo lang duren.
As We Make Our Way (Unknown Harbours) is ongetwijfeld één van de mooiste platen van het jaar, voor Sophia zonder meer de moeilijkste uit de carrière. De meest intieme (de meeste teksten gaan over het feit dat Robin geen land meer had en door het gebrek aan de nodige documenten ook hiermee zijn eigen dochter niet kon zien), maar ook omdat de vorige studioplaat zeven jaar geleden was uitgebracht. Belgen vergeten Sophia nooit, en de AB was dan ook zeer goed gevuld met een publiek dat smachtte om zijn held opnieuw te kunnen begroeten.
Robin Proper-Sheppard is wel een troubadour, maar met The God Machine was hij ook één van de uitvinders van het shoegazegeluid, twee stijlen die in een perfect afgemeten balans de setlist van het optreden vormde. Al vanaf de opener Resisting werden alle gitaareffecten maximaal benut en werd de Brusselse rocktempel in een melodieus gitaarlawaai ondergedompeld.
Geen mens die wat anders dacht, maar Sophia is een band die steeds alles onder controle heeft, van het ene hoogtepunt naar het andere. Soms ontzettend ontroerend (Baby Hold On of The Drifter), dan weer een smak in je gezicht (It’s Easy To Be Lonely) of gewoon verrassend toen tijdens You say It’s Alright een koor op het podium verscheen.
De altijd zo vriendelijke Robin was in Brussel eerder ingetogen in Brussel. Af en toe grapte hij wat (natuurlijk was die Donald Trump weer de verdiende pineut), ook vroeg hij zich af waarom iedereen hem steeds maar vraagt wanneer die reunië van The God Machine er eindelijk komt. Beter geen mooie herinneringen stukmaken, aldus Robin, wel via So Slow een prachtig eerbetoon aan Jimmy Fernandez brengen: de God Machine-bassist die op prille leeftijd aan een hersenbloeding bezweek.
Iedereen zal wel zijn eigen favoriet hebben gehad (voor deze enthousiaste jongen was dat Bastards) en jammer genoeg zijn negentig minuten absoluut niet genoeg om het beste uit Sophia te brengen. Dat ondervond Robin Proper-Sheppard zelf ook die na het spelen van The River Song ruim over tijd zat en daardoor niet meer kon terugkeren. Geen nood, de fans keerden tevreden naar huis, helden stellen dan ook zelden of niet teleur.