De Number 9-studios in Gentbrugge. De vloer van de studio is bezaaid met kabels en micro’s. Bandleider Sam Vloemans en co warmen zich op. Allemaal A-listers en ze zijn met veel vandaag: ritmesectie, drie blazers, gitaar, Rhodes, percussie. De jongens spelen al een paar jaar samen, en gaan sinds kort door het leven als Cargo Mas. Er zit een omgedraaide Sam in de naam, en het verwijst naar zijn hometown Antwerpen en haar (beruchte) haven.
Muzikaal zitten we vandaag in Funkland. Even later verschijnt de gaste van vandaag: Ida Nielsen, bekend als bassiste van Prince. De ravissante baslegende is volledig in zwart leder gekleed. Haar in een staartje. Goedlachs, charmant, ontwapenend. One of the boys. De sfeer zit er direct in. De Deense haalt haar donkerpurperen bas uit de koffer, en de groep begint te jammen. Het klikt en het klinkt fantastisch.
Wanneer iedereen is warmgespeeld, meldt de geluidsingenieur vanuit de controlekamer dat de opname kan beginnen.
Vloemans heeft met My Favorite Pants een lekkere tune geschreven. Dansbaar, leuke melodie, filmisch.
Roberto Mercurio legt een baslijn neer, waarboven Ida een tapijt van moddervette riffs weeft. Patrick Dorcean, die ook in Ida’s groep speelt, zorgt voor de strakke beat. Mike Roelofs speelt een solo op talk box – hij manipuleert zijn pianoklanken met een slangetje in zijn mond. Percussionist Sep François staat in de tussengang van de studio. Daar is de klank uitmuntend, een natuurlijke echokamer.
De eerste take zit er al pal op. Even een luistersessie in de controlekamer. Een tweede take en een derde. Altijd goed, altijd beter. Bij de laatste take doet Ida glimlachend teken: nog één keer, deze wordt hem. En dan: vier minuten en half muzikale magie opbouwend naar een grandioze climax.
Gentbrugge is even Funky Town.
Alle foto’s (c) : Kris J. Verdonck