De zaal van Trix was met jeugdig en loyaal volk maar voor de helft gevuld. Er werd gepraat en welgemanierd gewacht op Okay Kaya. De overbemande toog had weinig tot niets te doen, er was zelfs een pover bevolkt niemandsland tussen de paar rijen voor het podium en de overvolle frigo’s en tapkranen. Heel bedeesd alsof het een innemende begrafenisreceptie betrof van een bevriende adolescent.
De Noors-Amerikaanse Kaya werd bijgestaan door Group O op zijn Casio speeltuig en gitaar. Hij kreeg de eer om de spits af te bijten met een zeer wispelturige ambient set met een winkelwagen vol lukraak gekozen samples. Gebogen zittend in een uithoek van een podium dat groot genoeg was om voor een prominentere plek te kiezen, trok hij een sobere mindfulness sessie uit zijn hoed, gevolgd door pianoklanken.
Mister O trok ons telkens stevig bij het nekvel wanneer het ietwat te hard op een song begon te lijken. Was het een trucje van de foor om het boeiend te houden? We vrezen ervoor.
De man was voor tachtig procent van het publiek nauwelijks zichtbaar en het leek wel of het optreden bestond uit een onzichtbaar hologram gevuld met een hutsepot aan geluidjes. Ze raakten nog kant nog wal. Probeer zelf eens met gigantisch veel honger, en geen deskundig samengesteld bootschappenlijstje naar de supermarkt te gaan, om bij thuiskomst een luxemaaltijd te proberen bereiden. We bleven op onze honger zitten, al hadden we wel genoeg onsamenhangende rommel door onze strot geduwd gekregen. Toch was het niet enkel kommer en kwel en hoorden straffe flarden uit zijn conceptplaat Oh Ya Ma Ha. Het mocht allemaal net iets meer zijn.
Wat ook heel zielig is, is een recensent die a point notities maakt van wat hij hoort terwijl het optreden zonder enige vorm van applaus of waardering van de opgekomen twintigers reeds een vijftal minuten afgelopen bleek te zijn. En we waren niet de enigen die de wenkbrauwen fronsten. Group O(ngeloof) kreeg nog een herkansing als sidekick van Okay Kaya.
De innemende Kaya Wilkins betrad het podium met een ietwat verlegen kamerbrede glimlach en schoot uit de startblokken met een tergend trage, en uitermate korte Devil Town (Daniel Johnston). De toon was gezet voor een intieme show vol met onbevreesde kwetsbaarheid. Muisstil en aandachtig werd er geabsorbeerd door de schare fans. Tijdens Ascent And Try Again klonken Noorse klanken nog nooit zo mooi en teder, het was echter de voorbode van Insert Generic Name. De naam Stacy werd voor de gelegenheid vervangen door die van de nobele onbekende Katie vanop de tweede rij.
“Katie, It really sucks to be your girlfriend
Although you’re a prolific boyfriend
I’m suddenly the center of resentment in you”
De Noorse ontdooide en er werd gelachen, gefriemeld, gewaggeld, gestrekt en vooral genoten van de subtiliteit die Okay Kaya en Group O samen ten berde brachten. Er werd zo hard genoten dat er een collectieve halt werd toegeroepen aan innerlijke waterstromen waardoor er ook werkloze toiletten stonden in de sanitaire blok.
Stuk voor stuk werden er mooi bereidde pareltjes op ons bord gegooid, zonde om er een van te missen. Zoals het fluwelen gerechtje Believe (Cher) dat lief en dreigend tegelijkertijd klonk, en ons onthield van de originele stem vervormer. Het constante niveau maakte het moeilijk om er paar hoogtepunten uit te halen, maar we deden ons best. Bijvoorbeeld Asexual Being, dat het meeste naar boven bracht in het publiek, en dan hebben we het niet over voortijdige zaadlozingen.
“Sex with me is mediocre
But I can give you asexual wellbeing
Sex with me is mediocre
But I can probably feel what you’re feeling”
Op Dance Like U bezong ze met schaamrode wangen hoe fysieke verschijningen kunnen leiden tot diepere connecties. Wilkins is de ver van ons bed show, dus droomden we enkel van een nachtelijke verschijning van deze minzame engel waar ze haar uit het leven gegrepen verhaaltjes fluisterend in onze oortjes blaast met haar zeemzoete adem.
Met een laatste eindsprint mochten we ook nog even onze dansbenen in brand steken. Group O stak het lont in de Casio (of het vuur aan de lont), en de beats begonnen te knetteren tot een volwaardige vuurkorf, waar het de eerste drie kwartier charmante kaarsjes waren. Op The Grobe danste een ijskoud vereenzaamd creatuur over een funky groove, en op de disco van het lang uitgesponnen Mother Nature’s Bitch startte ze met een valse sardonische lach om ons erop te wijzen dat we maar best van het “nu” moeten genieten alvorens we overgeleverd worden aan het apocalyptische wereldeinde. Exact wat we deden, de toekomst kon ons op dat moment niet beroeren in haar gezelschap.
Beiden verdwenen ze in de coulissen terwijl Mister O Mother Nature’s Bitch in een loop liet doorspelen. Lekker dansend kreeg de eerste rij de kans om de micro te mismeesteren. “Oh, oh, ik kan ni zingen…” ging uiteindelijk naar een verdienstelijke poging “Here I Am…..”. Okay Kaya was niet meer… wat niet erg was, ze had ons ontroerd, laten lachen, en vooral dansend de nacht ingelaten. Het is ze vergeven!
Facebook – Instagram – Website