Luminous Dash BE

LEFT OF THE DIAL Festival, Rotterdam (20/10/2023)

Voor elke dag Left Of The Dial dienden we een versnelling hoger te schakelen want het festival bouwde per dag op als we ons baseerden op het blokkenschema. Hoe het ons op de eerste dag verging las je ongetwijfeld al. Vrijdag was het om 16 uur reeds verzamelen geblazen in de Arminius-kerk voor de komst van een trio uit Melbourne, Australië. The Grogans waren kennelijk op zoek naar regenwolken en die troffen ze in overvloed aan. Find Me A Cloud luidt hun kakelverse plaat die ze die dag aan de wereld voorstelden. Hoe moeten die drie Aussies zich eigenlijk gevoeld hebben? Je werkt jarenlang aan een plaat, je vliegt de wereld over om vanuit het in lente badende Melbourne te belanden in een uitgeregend Rotterdam om de happy release day te vieren in een kerk.

Maar er stond volk, veel volk en de drie hadden de kerkgangers mee. Quin Grunden (zang en gitaar), Angus Vasic (gitaar) en Jordan Lewis (drums) brachten surfrock van een bijzonder hoog niveau. Vaak denk je bij aanvang van een nummer “Tja niks speciaal toch?” om dan 2 minuten later te denken “Ah dit is goed gedaan zeg”. No thanks, I’m going surfin’ (die humor toch down under) en Le Fangs zijn onweerstaanbare rocksongs die heerlijk wegluisteren en we zagen overal blije gezichten en de bijhorende lichte bewegingen met het hoofd. En dat was nog hun oud materiaal. Ooit het gevoel gehad dat je een vrij dagje had om dan vast te stellen dat er eigenlijk een lange lijst taken je pad kruisen? Daarover gaat Nowhere To Be en het was een potige rocksong die twee zaken in de kijker zette. Deze mannen weten hoe ze gitaarsongs moeten schrijven en wat is die Grunden een geweldige zanger.

Ze gooiden er I Cannot Read Your Mind achteraan, een nummer waarop Josh Homme ongetwijfeld jaloers is. I’m Not Sure of we ze volgend jaar op Belgische podia te zien krijgen, maar hou deze band toch maar in de gaten. Opener van de nieuwe plaat, Hey Ma’am was de vette gitaarrocker waarmee ze de finale inluidden en waarin ze hun harmonieën nog eens konden etaleren. Het gaat over een toxische relatie waarin de man van zijn vrouw zaken verwacht die hij perfect zelf onder controle zou moeten hebben. Ze smijt hem buiten! Een betere opener van de dag konden we ons niet voorstellen. Check hun album!

The Grogans

Dit zat al goed raak en het was eigenlijk ook van dattum in Worm. Worm is opgedeeld in twee naast elkaar liggende podia, van elkaar gescheiden door een toneelgordijn. Zo werden bands dus geprogrammeerd in Worm 1 of Worm 2. Tien minuten na afloop van een concert in de ene Worm startte een concert in de andere Worm. Eén garantie, de zaal liep altijd bomvol. De laatste dag dienden ze binnen- en buitenstromende kijklustigen via aparte in- en uitgangen van elkaar te scheiden, het werd er té druk. Scrounge uit Londen stond daar te spelen en er werd een pittige portie postpunk ten berde gebracht. Zangeres en gitariste, Lucy Alexander, was fel onder de indruk van de volgelopen concertzaaltjes en de enorme bijval die de band in Rotterdam genoot. Ze stond in omgekeerde Blood Red Shoes-slagorde opgesteld want haar studievriend Luke Cartledge vulde haar aan op drums. Muzikaal waren er ook raakvlakken, maar die waren er zeker ook met pakweg de IDLESen van deze wereld.

Scrounge

Het duo putte vooral uit de vorig jaar uitgebrachte plaat Sugar, Daddy. Zo zat This Summer’s Been Lethal al vroeg in de set, hoewel dat eigenlijk over de zomer van 2022 ging, maar we gaan niet zaniken. Het gloednieuwe Corner Cutting Boredom dreef op spanningsopbouw, een dreigend ingehouden gedrum en een met veel gevoel gezongen tekst. Er volgde nog nieuw materiaal met Pageant Queen en Melt. Afsluiter Badoom bezong het gewicht van de wereld dat op haar schouders rustte en het feit dat ze moe was. Grappig genoeg klonk deze postpunkknaller omwille van de oneindig vaak herhaalde songtitel als een alternatieve cover van Kylie’s Padam Padam. Het was wel een vet einde van de set, geheel in lijn met de gouden richtlijnen uit de postpunkbijbel van IDLES. Scrounge was erg leuk, maar het feit dat geen van beiden het publiek rechtstreeks aankeek tijdens de songs creëerde wel een onnodige afstand.

En dan was het weer Circe-time. We ontmoetten Alexa Povey vlak vóór haar optreden aan de bar. Het bisnummer van gisteren is gloednieuw. De titel wilde ze nog niet verklappen. Ze zei dat ze erg opgezet was met de Roodkapje-show en het leek inderdaad dat ze een pak zelfzekerder was. Haar bedroomsongs kwam ze in Worm in haar nachtkleedje spelen. Vóór ze het podium betrad, deed ze braaf haar schoenen uit. Haar zussen zijn haar grootste fan en roadies. Soms kan het leven op tour best leuk zijn, maken we ons de bedenking. Kennelijk is onze kennis van dameslingerie beperkt want Alexa vertelde nadien dat het eigenlijk een gewoon kleedje was. Oordeel vooral zelf. Het prachtige Undone zwiepte het concert halverwege naar een erg hoog niveau. De visuals kwamen in Worm beter tot hun recht en dan moet je weten dat dit maar een deel van de normale podiumsetting betrof. Normaal brengt ze ook doodskisten mee om een sfeertje zoals in Shakespeare’s Juliet na te bootsen. We kijken al reikhalzend uit naar een Belgisch optreden.

Circe

“Why is the Dead Sea dead, she said.” Het komt voor in het fuckboy-nummer Ten Girls. Een zinnetje dat uiteraard meteen doet denken aan haar artiestennaam. Circe is immers de dochter van de zonnegod in de Griekse mythologie. Ze is vooral bekend omwille van de Odysee van Homerus. Haar vader was Helios en haar moeder Perseis, een nimf die aan hekserij deed en haar prooien in beesten veranderde door middel van toverdranken. Alexa dreef het zover niet, hoewel ze toch op Worm stond en daags ervoor op Roodkapje. De vrolijke pompende elektropop van Going Down was een hoogtepunt en Alexa ging voluit. Ze balanceerde op de rand van het podium en veroverde alle wormzieltjes. Ze vertelde nadien dat ze zich inderdaad zeker voelde na de succesvolle Roodkapje-set en voelde zich als artiest erg gewaardeerd. “I put an awful amount of work in my music, so this means so much to me.”

We begaven ons naar Baanhof want daar wachtte een opmerkelijke dame ons op. Opwachten is een groot woord want Jessica Matthews vertelde ons nadien dat ze al blij was met 2 luisteraars. Groot was haar verbazing – wat ze ook meteen uitsprak – toen ze haar optreden als Balderdasch aanvatte, samen met haar twee muzikantes. Baanhof was immers aardig volgelopen en wie daar was, heeft een grote artieste aan het werk gezien. Jessica is op werkelijk elk vlak een buitenbeentje, iemand die constant controverses uitlokt en daar een goddelijk plezier in schept. Wij houden nogal fel van dat soort personen, zolang ze ons maar aan het denken zetten. We hadden bijna hoofdpijn van het denken. Alles begint met haar uiterlijk. Ze is vuurroodharig. Oké, dat is niet abnormaal als je van Corke, Ierland afkomstig bent. Het is niet omdat je nu in Londen woont dat je er minder Iers gaat uitzien.

Balderdasch

Haar excentriek kleed werd gecounterd door loodzware botten (hoe kan ze die effectenpedalen besturen?), reusachtige armverwarmers, een bril die bijna de helft van haar gezicht bedekt en het opschrift “Me no sex” op haar kleed in koeien van letters. En eigenlijk ziet ze er nog erg mainstream uit als je haar dan muziek hoort spelen. Vanuit haar Ierse folkroots is haar muziek in eerste instantie gebaseerd op teksten die deels gezongen en deels in spoken worden gebracht worden, met een wondermooie heldere stem, en vergeven van de Ierse humor, op het sarcastische af. Toch even onderstrepen dat haar bril haar eigenlijk beeldig staat. Oja, Balderdasch…. George Ullyot en Alfie Husband van Deadletter, ook op de line-up en wordt dus vervolgd, kwamen we tegen aan Worm en ze wisten te vertellen dat Balderdash een geweldig bordspel is. Blijkbaar was het ook de favoriete vloek van Jessica’s papa maar heeft ze de letter c toegevoegd om een mogelijke claim van de bordspelproducent te vermijden. Wat een verhalen zeg!

Ons concentrerend op haar muziek, stellen we voorts vast dat die dus haar geweldige teksten ondersteunt maar de grenzen van het obscure verder aftast. Wij vinden de vergelijking met Dresden Dolls terecht. Jessica is te jong om die band te kennen, we hebben het gevraagd. Stukken kleinkunst werden zomaar bruusk afgebroken om dan een soort metalsong als Bolt op te starten, hoewel daar de eerste minuten ook geen sprake van was. Beide toetsenisten leken wel getraind om emotieloos hun ding te doen, Jessica was dan weer het andere uiterste en de emoties stroomden van het podium. We zagen vergelijkingen met het koude van Kraftwerk waar Matthews dan krautrockkruiden overheen sprenkelde. Avant-garde leek wel heruitgevonden.

Luister maar eens naar Curtains dat de tempowissels, de complex veranderende songstructuur en zangspel in een rollercoaster een paar rondjes laat draaien, of is het een blender? We zagen zelden een publiek zo geboeid toekijken. “I seem to have every symptom known to google.” Jaja, de humor was niet weg te denken uit haar teksten. Luxury Bones klonk te complex om er een bevattelijke zin over te schrijven, maar het was gewoon erg straf allemaal. Touchdown liet Jessica floreren op gitaar waarbij ze zichzelf als een gepatenteerd leugenaar omschreef: “I get scared and I lie. Yeah I lie and I lie. I feel uneasy from what I have done. So I cleaned the kitchen twice today”. Ziezo, dat is dan ook opgelost haha.

Strange Weather In Tokyo klonk dan als een akoestische Uma Chine zonder de meerstemmigheid. We snappen ook wel waarom de bandleden zo ernstig stonden te spelen. Ze lieten zelf de meest obscure elektroriedels ontsnappen en dat moest dan nog synchroon averechts op Jessica’s gezang plaatsgrijpen. Het slotnummer was de apotheose van een geweldig optreden. Wat een ontdekking is deze Jessica Balderdasch, laten we haar zo maar noemen. Service With A Smile klonk van begin tot eind geweldig met een hilarisch verhaal dat ze aan de barman opdroeg. Het ging dan ook over iemand in de horeca die er even geen boodschap meer aan had verplicht dienst te verlenen met een glimlach. Ze gebruikte hiervoor zelfs een heuse hotelreceptiebel. Over de laatste zin van het optreden zei Jessica dit: “I did this on purpose for a reason”. Ja hoor, ze kroop in de huid van de kelner en riep luidkeels nadat de muziek voorgoed stilviel: “Get out!!”  Jessica Matthews motiveerde haar publiek dus om het af te bollen. Wij vonden Balderdasch een boeiende openbaring die naar veel meer smaakte.

Ons allereerste optreden dit jaar in Rotown was een feit. Daar zorgde Girl Scout voor. Emma Jansson (gitaar, zang), Evelina Arvidsson Eklind (bas, zang), Per Lindberg (drums) en Viktor Spasov (gitaar) komen, en dat is er aan te horen, uit Zweden, meer bepaald Stockholm.

Rond dit postpunkcollectief hangt al een jaar een enorme buzz, dat is meestal het gevolg van stevig maar vlot in het gehoor klinkend materiaal, niet meteen iets waarvoor wij staan te springen. Ze stonden al in het voorprogramma van Holly Humberstone. Hoe leuk we haar ook vinden, het zorgde er alleen maar voor dat de eerste nummers in Rotown wat aan ons voorbij gleden. Run Me Over van de februari-ep Real Life Human Garbage liet wel een erg mooi zingende Jansson horen maar we zaten toch niet te wachten op een gitaarpopversie van Soccer Mommy. Mothers & Fathers van de pas uitgebrachte gloednieuwe ep Granny Music bevestigde ons vooroordeel hoewel Emma en Evelina hier wondermooi samen zongen. Onze perceptie veranderde volledig en liet onze kar volledig keren in het Zweedse voordeel in het laatste kwartier van hun set waarin ze plots bijzonder urgent en krachtige rock met weerhaken speelden. Meer zelfs, het was bijwijlen straffe kost.

Girl Scout

Nadat Bruises ons bijna de uitgang had getoond was daar plots Weirdo. In essentie een nummer waarin Emma het heeft over een fenomeen dat vooral sinds covid de kop opsteekt, met name zich ‘out of place’ voelen. Het gevoel hebben er niet bij te horen hadden we inderdaad al twintig minuten. Weirdo is ook vlotte poprock en de harmonieën van de beide zangeressen zijn ook volop aanwezig maar het nummer bloeide open tot een sound die ons deed denken aan die van Vero die we vorig jaar in Roodkapje ontdekten. De nummers werden nu ook behoorlijk strak en pittig gebracht. Monster is een geniale rocksong in de stijl van Magnapop en heeft gewoon alles. Fruitige zang, hoekige riffs en een bedwelmend rollende Breeders-bas. Do You Remember Sally Moore? Eh nee, maar we hebben er spijt van, want ook dit nummer in het ultieme slot bewees waartoe de Zweden in staat zijn. Jansson ging tijdens de laatste songs wild tekeer, wat de nodige panache gaf aan de set en haar puike zang leed daar niet onder. Girl Scout onderlijnde nog eens het belang van bands integraal te bekijken op festivals. Als je een deel van het verhaal mist kan je dit nooit meer goedmaken.

Ga nu misschien iets halen om te drinken zodat je klaar zit om ons relaas te lezen over The New Eves. Deze vier vrouwen uit Brighton hebben een volgelopen Arminius en ons in de eerste plaats volledig van de sokken geblazen. Alles aan deze vier vrouwen is buitengewoon. De manier waarop ze op het podium staan, zitten en kruipen is uniek, hun arsenaal aan instrumenten is het, hun klederdracht sowieso en dan is er nog de setlist. Die vatten ze blijkbaar op als een soort dagboekmateriaal want naast celliste en zangeres (om van de mondharmonica nog maar te zwijgen) Nina lag een boekje open en daarin stonden de nummers geschreven onder de triomfantelijke titel: New Eves in Europe!! Grappig wel, want voorlopig lijkt het bij dit ene blad te zullen blijven want ze onderbraken een vrij uitgebreide UK-tour speciaal om in Rotterdam iedereen met verstomming te slaan.

Wie zijn die dames? Ella Russell (drums, klarinet en zang), Nina Winder-Lind (cello, gitaar,zang en mondharmonica), Kate Mager (bas) en Violet Farrer (viool, gitaar, zang, accordeon en performance art, meer echt niet…).

The New Eves

Los van een dubbele single heeft deze Brighton armada nog geen werk uitgebracht. Het is dus behoorlijk uniek dat we hen al aan het werk gezien hebben. Nina vertelde dat hun muziek omschreven werd als folk drum-’n-bass, en ze was benieuwd wat wij vonden, want eerlijk gezegd hebben ze er zelf het raden naar, en dat begrijpen we. We hoorden psychedelische Pink Floyd, Velvet Underground, het vroege dEUS en een experimentele versie van Black Country, New Road. Maar het tot dit beperken zou hen oneer aandoen zijn. Ze zijn zoveel meer, ze zijn bijvoorbeeld een hedendaagse Einstürzende Neubauten in een kerk in plaats van een fabriekspand en ze maken die vreemde kronkels met echte instrumenten. Blixa, are you listening? Het was prachtig om zien hoe Nina stond na te denken over onze visie op hun muziek.

Er is altijd iets boeiends te zien en te horen bij The New Eves. Middenin een song versnelt of vertraagt die plots om dan iets later zonder waarschuwing weer een andere koers te varen. Kate hield zich steevast buiten de tyfoon die de andere drie ontwikkelden. Ze had ook relatief normale kledij aan, de anderen waren in een Bokrijkachtig keltische plunje getooid. En wij maar denken dat we Dranouterfolk zouden te horen krijgen, niet dus. Ella, wat een stem ook, drumde al rechtstaand en wisselde dus af met klarinet. Vaak bracht zij de songs op gang en dan deden Nina en Violet van alles en nog wat. Het was constant van de ene naar de andere kijken. Een viool dient niet om gewoon een portie klassiek toe te voegen, in de handen van Violet is het bijna een moordwapen. Songs worden opengereten en als dat al niet met de viool gebeurt, dan met haar stem. Zowel zij als Nina waren ook met een buitengewoon wendbare stem gezegend die engelachtig klonk, maar een minuut later des duivels was. Je zag Nina vaak fijntjes lachen als ze even opzij keek richting Violet. En dat was nog niet eens tijdens het stukje performance art waarbij Violet een soort rituele dans uitvoerde. 

The New Eves

Eén van de nummers heette Mother, een ander Mary (met zowel Ella als Nina op mondharmonica) naar de maagd Maria. Er was ook een Original Sin maar de grilligheid in hun werk komt het best tot uiting in aardse titels als Volcano of Rivers. “Rivers Run Red” kwam luid uit drie kelen tevoorschijn terwijl Kate ook eens mocht zingen. In het absolute slot was Highway Man gewoon onvervalste Joy Division waarmee ze definitief bewezen nog zotter te zijn dan Rudy Trouvé. Onnodig te zeggen dat de dames in heuse PJ Harvey (hiermee waren zeker ook tal van raakvlakken)-stijl bejubeld werden na hun spraakmakend optreden. Voor een bisnummer was echter geen tijd meer. The New Eves speelden één van de strafste concerten die we dit jaar zagen. Fan voor het leven!

Overdonderd als we waren geraakten we hierdoor niet op tijd in zaal V2_ waar een andere band uit Brighton achteraf bekeken ook behoorlijk getalenteerd en bedwelmend uit de hoek bleek te komen. Het is een vijftal genaamd Winter Gardens en die brachten atmosferische droompunk als we het zo mogen stellen. Elementen van shoegaze, punkrock en dreampop werden op verbluffende wijze versmolten. We kwamen binnen gewaaid tijdens Wonders Bleak, dat hun Tapestry ep afsluit. Die is wel al drie jaar aan het rijpen en de line-up van de band is sindsdien, meer bepaald sinds begin dit jaar, ingrijpend veranderd. Connor McCorkindale drumde in de achtergrond, dat gaat meestal zo met drummers die niet Stefanie Mannaerts  heten. Will Luchford speelde bas en aan de andere zijde van de vrouwelijke en tot de verbeelding sprekende frontlinie ging Jamie Windless een intense strijd aan met zijn gitaar.

Winter Gardens

Een furieus Coral Bells liet de weegschaal van de band nadrukkelijk naar woeste postpunk overslaan, maar wat de band ook deed, het klonk steevast sensueel. Uiteraard kwam dat dankzij de hemelse harmonieën tussen boegbeeld en zangeres Ananda Jayne en haar erg bevallige linkerhand, Jasmine Ardley, die je ook kan kennen van haar rol als zangeres bij Fighting Colours. Every blonde needs a brunette? Jazeker! Voor Winter Gardens is de combinatie tussen beiden alvast een schot in de roos. De sfeer in V2_ vonden we vorig jaar minder, nu was dat lastiger in te schatten omdat de band vooral bedwelmde en beminde. De visuals waren wel ‘on fleek’ wat ons vaker aan The Cure deed denken dan de band zelf wellicht wil. Maar aangezien wij alleen in de beste omstandigheden aan Robert Smith denken, geldt dit als een compliment.

 In Moonjockey waren de interactie, de harmonieën en het heupwiegend dansen tussen beide zangeressen volmaakt, en zo klonk het nummer ook. Winter Gardens was erg sfeervol, klonk vaak even winters donker als The Cranes maar bracht ons voornamelijk in hogere sferen, die van het Amerikaanse School Of Seven Bells. Slotnummer Laminar Flow (pt II), dansbaar en met aanrollende drumroffels, zette de veelzijdige opzwepende podium présence van Winter Gardens in de verf. We hadden genoeg gezien om te besluiten hen op de slotdag integraal te gaan bekijken op het hoofdpodium van Perron.

Tijd om in het donkere van de avond een andere kerk uit te testen, in casu de Waalse kerk. Daar trad iemand aan die we al aardig kenden van Sonic City 2022. De Ierse Aoife McCarthy, uit Dublin, kwam haar folkrock in de kerk brengen, vanzelfsprekend in haar muzikale gedaante Aoife Nessa Frances. In tegenstelling tot Kortrijk kwam ze nu helemaal alleen. Ze kon zich goed verweren op haar eentje en haar nummers klonken ook deze keer ontegensprekelijk wondermooi. Logisch natuurlijk want de plaat Protector was vorig jaar een pareltje. Aoife maakte op haar ‘socials’ duidelijk dat ze genoten heeft van haar optredens in de kerken, ze stond immers ook in de Paradijskerk. Het mythische decor van een kerk werkt maar ten volle volgens ons als we dichtbij de artiest aan het altaar kunnen staan want nu stond Aoife moederziel alleen op een grote afstand van de fans die nochtans onder de indruk waren. Hoe kan een stem zo zuiver en zalvend klinken? Puntgaaf optreden van de Ierse, alweer!

Vanity Fairy

Toen we Centraal binnenstapten was de goddelijke Vanity Fairy aan haar laatste optreden begonnen op Left Of The Dial. We waren uiteraard reuzebenieuwd of ze ons ook een tweede keer kon bekoren, zou het plannetje ook een tweede keer werken? Het antwoord luidt, absoluut! Deze keer vertelde ze ondermeer over “a nice stroll around Rotterdam” en hoe fantastisch ze de stad ondertussen vond. Centraal is niet Poing, en de accommodatie noopte tot andere kunstgrepen om de aanwezigen te verrassen. In plaats van een versterker vatte ze post op een omgekeerde lege bierbak. En deze keer verdween ze backstage tijdens een nummer om een halve minuut later vanachter een gordijn achter de bar tevoorschijn te komen. De business cards deden het weer. De enkelingen die er de avond voordien bij waren, schoten in de lach toen ze het ter sprake bracht. De verkoop van merch is altijd een vingerwijzing. Het was een lange rij die stond aan te schuiven voor een t-shirt. In Poing won de pink edition het van de black edition. Let’s be ‘fairy’. Daisy live aan het werk zien is a Vanity’s Dream. Hopelijk komt ze gauw eens naar ons land. We nemen dan ook onze business card mee.

Terug naar Arminius om de nieuwe plaat van Whispering Sons te horen. Gisteren stonden ze ook al geprogrammeerd en speelden ze eigenlijk alleen oud werk, in Arminius werd dat deel van het verhaal teruggeschroefd tot Hollow en Surface. Het nieuwe werk klonk effectief anders, meer bedaarde maar toch erg knap in elkaar gestoken postpunk, verder weg van de newwavesound van de eerste jaren. Stand Still en Something Good brachten op zich weinig deining in de kerk, maar je zag de beminde gelovigen wel massaal genieten. Fenne Kuppens profileerde zich ook een stuk bedaarder op het podium hoewel ze nul komma nul aan intrinsieke intensiteit moest inboeten. De nieuwe nummers leenden zich ook veel minder tot headbang manoeuvres in vergelijking met het verleden.

Whispering Sons

Single The Talker was in het slot eigenlijk zelfs een bedrieglijk vrolijk huppelende rocker want ervoor haalde de band een drieluik boven om van te duizelen. Is Poor Girl het beste nummer dat ze ooit schreven? Het zou zomaar kunnen. Dit was echt verbijsterend straffe materie. Nijdig, hypnotiserend en volwassener dan ooit, en ze klonken altijd al erg volwassen. Loose Ends en Walking Flying namen geen gas terug want dreven op de as van de vulkaan die het arme meisje net had uitgestoten. Fenne zong in het laatste nummer de profetische woorden Try Me Again. Whispering Sons kunnen gerust zijn, we gaan ze nog uitproberen, de nieuwe plaat wordt een knap werkstuk, dat is nu reeds zonneklaar, tussen alle buien door.

We deden nog een poging ons in Worm te wurmen voor de passage van Pink Eye Club, wat ons nog lukte, maar méér dan een veredelde dj-set viel er niet te noteren. Pompende songs in de stijl van Sleaford Mods met vooral veel Britse tongval. Er was vooral duisternis op het podium, we konden dus evengoed vanuit de verte wat meewiegen met de massa. Of – want lang hield het roze oog het niet uit – buiten een praatje maken met Alexa (Circe) en haar zussen en dan nog heel even de nacht in want zaterdag was het de topdag qua aantal concerten op Left Of The Dial. Nacht 2 komt vóór dag 3. Gelukkig maar!

THE GROGANS – instagram
SCROUNGE – instagram
CIRCE – instagram
BALDERDASCH – instagram
GIRLS SCOUT – instagram
THE NEW EVES – instagram
WINTER GARDENS – instagram
AOIFE NESSA FRANCES – instagram
VANITY FAIRY – instagram
WHISPERING SONS – instagram
LEFT OF THE DIAL – instagram

Mobiele versie afsluiten