In Gent zijn ze altijd een beetje gek. Op amper 50 meter van elkaar kon je zowel Het Zesde Metaal als An Pierlé in twee verschillende zalen aan het werk zien, en dat in handen van dezelfde concertorganisator: Democrazy. Niemand kan op twee plaatsen tegelijk zijn, behalve Luminous Dash.
Toegegeven, het was best wel wennen aan het idee om plaats te nemen in de theaterzaal van de Vooruit. Rock-‘n-roll is het allesbehalve, gezellig wel. Ook Wannes Cappelle moest er een heel klein beetje om lachen en merkte midden in de set op dat het ook voor hem de allereerste keer was dat hij in deze (pracht)zaal stond. Het Zesde Metaal is misschien wel voer voor een volwassen publiek – wat dat ook mag betekenen – maar het is tevens luistermuziek. Zeker de song uit de laatste plaat, Het Langste Jaar, die werd opgedragen aan wijlen Tom Pintens die het album nog producete.

Vrolijke nummers zijn het niet. “Trieste West-Vlaamse liedjes” noemde Cappelle ze, ook al werden ze gebracht met een pedal steel die uit Hawaï komt en normaal gemaakt is om vrolijke liedjes op te spelen. Het thema is dan ook de dood en het afscheid dat ermee gepaard gaat. Niet alleen van Tom, maar ook van Wannes’ schoonbroer. De naam van Tom viel geen enkele keer, toch dwaalde zijn geest door de zaal en vooral in de teksten die onze vergankelijkheid – en de korte tijd die we op deze planeet doorbrengen – accentueren.
Of het dan zo’n trieste boel werd? Niet echt. Cynisme was nooit veraf zoals in het te verwachten bisnummer Naar De Wuppe, maar ook in de bindteksten waarin Wannes zich de koning kroonde van de droge humor. Soms net iets te lang waardoor meermaals de schwung wat uit het optreden werd gewalst, maar wel zo treffend dat je als mens alleen maar het hoofd nederig kan buigen wanneer je beseft hoe dom we wel zijn. Want tja, terwijl alle signalen erop wijzen dat het alle hens aan dek is om de toekomst van de komende generaties veilig te stellen, is het plotseling de allerhoogste noodzaak om wapens te produceren.

Wannes herinnerde er ons aan dat hij een pacifist is en bracht een pakkende versie van Duizend Soldaten van Willem Vermandere. “We maken wel woapens maar met veel meer verstand, maar just om den oorlog te beletten”, ome Willem was verdomme een visionair. Doorheen de set, die natuurlijk ook hits als Gie, Den Otto En Ik omvatte, stelde Wannes één voor één zijn bandleden voor om wat grapjes te maken over de instrumenten die ze bespelen.
Kasper Cornelus, die de bijna onmogelijke taak heeft om multi-instrumentalist Tom Pintens te vervangen, bewees toch dat hij het aankan. Of Tim Van Oosten die naast staande drummer, ook bespeler van de vibrafoon is. Hoe dat laatste werkt, werd tot in de puntjes uitgelegd door lolbroek Cappelle.
Het Zesde Metaal liet misschien wel de indruk na dat ze voorbestemd zijn voor een publiek dat liever de pluchen zeteltjes omarmt dan zwetend tussen de massa te staan, toch is er geen mens die om de pracht van dit West-Vlaams instituut heen kan, laat staan om hun songs van torenhoge kwaliteit. Neen, die pluchen zetels zijn niet aan ons gat besteed, Het Zesde Metaal wel…
Archieffoto’s: Hannelore Dieleman
Het Zesde Metaal | Website | Facebook | Instagram