Gent en muziek. Het zijn net nog geen synoniemen. De omgeving van de Vlasmarkt bruist dagelijks van de gratis concertjes, en het worden er alsmaar meer. Rechtover de rijzende ster van de Kinky Star nodigen drie neonletters ons uit naar de richting van de Aap. Een gezellige keet waar alles rond muziek draait en als gezegd gratis concertjes worden georganiseerd. Omdat wat reclame nooit geen kwaad kan, vertellen we met plezier en trots dat ook Luminous Dash er zijn stek heeft (op 31 oktober mag je je aan het eerste verwachten). Maar op wat wellicht de laatste warme zondagavond van deze zomer was stond er een jonge dame met rondom haar drie piano’s in het muziekcafé: Janne Vanneste.
Fijnproevers van de betere muziekjes zagen haar misschien reeds aan het werk op de zevende editie van Luminous Fest in De Kleine Kunst of toen ze verkleumd van de regen op de laatste editie van Winterghost op straat haar ding deed, of wie weet stond je in de AB om haar met haar band Monskopoli aan te moedigen, want dit jaar raakte ze in de selectie van de beste tien.
Jannes zoektocht is nog lang niet afgelopen. Voor Monskopoli zijn er plannen, maar ook solo bevalt het de jonge West-Vlaminge wel. Intiem noemt ze het, en dat was zonder meer het te gebruiken adjectief voor het concert in de Aap. De aanwezigen hingen bijna letterlijk aan Jannes lippen, het enthousiaste spontane applaus na ieder nummer het bewijs dat het publiek het werk van deze jonge artieste ten volste apprecieert.
Als je het ons vraagt heeft Janne twee troeven: haar onweerstaanbare charme, maar vooral die songs! Niet dat haar fans het op dit moment gemakkelijk hebben, de meeste van Jannes songs zitten in haar jonge hoofd en zijn nergens anders te horen. Het zijn stuk voor stuk composities waarmee Janne je meeneemt in haar eigen vreemde wereld. Sprookjes met een hoge angstfactor zoals in Let’s Get Lost of het beklemmende Paradox Of The Changing Landscape.
En dan Janne zelf. Een muzikante die met beide voeten op de grond staat, zelfs iemand die nooit hoog van de toren zal blazen als ze een wereldnummer heeft geschreven (wat ze in feite al deed, dat schrijven, niet dat blazen). Het tonen van dat kwetsbare maken de songs dubbel zo sterk. Iets dat uit het hart komt en je charmeert. Weemoedige liedjes die perfect ondersteund worden door de drie toetsenborden, van klassieke piano tot iets wat lijkt op een kerkorgel tot een spacy keyboard die waarschijnlijk ooit dienst heeft gedaan bij één of andere progrockband.
Let’s get lost in imagination, space enough, there are no limits in our souls…