We keren 25 jaar terug in de tijd, het lijkt een eeuwigheid, en ook in muziekland is dat kennelijk een tijdskloof die nauwelijks te vatten is. We spoelen immers terug naar de line-up van Torhout/Werchter 1994. De hype van het moment, Blind Melon, moet driewerfhoera verstek laten en wordt vervangen door een beloftevolle hardcoremetalband uit New York, Helmet genaamd.
Dit kwartet had net een joekel van een album uit, Betty. Helmet stond mee aan de wieg van een vernieuwende harde muzikale vibe die een rechtstreeks gevolg was van “the year punk broke”… 1991 dus. Het jaar van Nevermind. Om maar even te schetsen: Helmet stond op de affiche na Clawfinger en vóór Therapy? geprogrammeerd, en die dag stonden ondermeer ook nog Sepultura en Rage Against The Machine op het podium. Kan je nagaan? Dit is heden ten dage ondenkbaar geworden. Zanger Page Hamilton vertelde ons 2 jaar geleden (ook in De Kreun) dat die dag voor altijd in zijn geheugen gegrift staat.
Ondenkbaar? Het was zelfs in die tijd nog maar sinds 1993 denkbaar, metal op T/W. Metal was mainstream geworden, maar was tegelijkertijd nog nooit zo alternatief. Bands als Helmet hielden zich niet bezig met visuals en imago. Hamilton en co hadden ultrakorte kapsels, droegen petjes en speelden strak en luid. Het feit dat de band ooit in Beavis & Butthead werd opgevoerd toont hun belang aan. Uit die episode komt de legendarische zin “If you would meet these guys on the street, you even wouldn’t know they were cool”.
Suicidal Tendencies, Lagwagon, Kyuss, Therapy?, Living Colour en Biohazard surften succesvol mee op die nieuwe golf waarop het heerlijk wiegen was. Maar wanneer is metal metal? Page verwoordde dit op zijn eigen manier in De Kreun: “It’s great to see you metalheads getting old and grey like me. Or how the hell should I call you? What do we stand for?” Helmet was toen 5 jaar bezig en had zijn twee beste platen uitgebracht. Vijfentwintig jaar later spelen ze drie avonden na elkaar in ons land voor een 2 uur durende ode aan die tijd. Dertig songs, 30 jaar, 30 concerten. Of ze nu alternatieve metal of hardcorepunk maken speelt geen rol. Het is belangrijker dat ze zalen platspelen. Nu nog steeds.
Wij maakten vooraf maar één bedenking. Kunnen deze vijftigers hun traditioneel moordend tempo 2 uur lang aanhouden? 90% van de aanwezigen in Kortrijk waren ten tijde van Betty 20-25 jaar. Een kwarteeuw later mag je die leeftijd ruim verdubbelen. Het was ook zichtbaar in de zaal en het maakt de beleving anders. Het duurde lang voor de stramme publieksspieren losgeweekt waren door de pintjes en de moordende riffs. Maar eens het zover was, was er geen houden meer aan.
Met de profetische opener It’s Easy To Get Bored, en de kenmerkende groovy metalbaslijn van Dave Case (diegene met de killermoves), werd de lat al torenhoog gelegd. Na het al even profetische Bad News viel er echter slecht nieuws te rapen. Alle microfoons hadden het begeven. Het duurde behoorlijk lang om dit euvel te herstellen. Hamilton oefende de jazzlijn van Beautiful Love in en babbelde een beetje met de twee jongste Helmetfans in de zaal. Hij vertelde de twee broers van 14 en 18 jaar dat het uitvallen van de microfoons een metafoor kan zijn voor slechte seks (het verhaal was in realiteit een pak vrouwonvriendelijker) en hij verzocht de jongens dan ook hun oren dicht te plamuren.
Met He Feels Bad en Renovation werd de draad weer opgepikt waar hij was achtergelaten. Feit nummer 1: Helmet stond enorm strak en luid te spelen. Feit nummer 2: zelden een band gezien die een carrièreoverspannende set kan spelen zonder een moment van bloedarmoede. Feit nummer 3: Hamilton is nog steeds bijzonder goed bij stem. Feit nummer 4: Dan Beeman (gitaar) en drummer Kyle Stevenson (met het t-shirt “Morrissey sucks”) kunnen het moordende tempo perfect meester. Feit nummer 5: kenmerkend aan Helmet-songs is de opbouw van een nummer waarbij tijdens de laatste minuut de song steevast in overdrive gaat en het tempo gestaag versnelt. Live is dit geweldig want Beeman en Case zetten zich dan schrap zoals een sportman die net de finale van de 100 meter gaat lopen op de Olympische Spelen. En het zesde feit, dat met Hamilton de enige originele Helmeteer overblijft, is voer voor negativisten.
Kleppers als Ironhead, Life Or Death en anthem Unsung werden met bijbelse verheerlijking bewierookt en we kwamen uiteindelijk stilaan in de buurt van de apotheose na bijna 2 uur overheerlijke hardcore-versnellingen waarbij de plectrums ons om de oren vlogen. De bisronde werd aangevat en het werd dus tijd voor een hoofdstukje Betty met verbluffende versies van Street Crab en I Know. Ook de absolute hoogtepunten kwamen uit de plaat met de iconische hoes (een lieflijk ogend bloemenmeisje, in schril contrast met de beenharde muziek). Sam Hell, Helmets bluesy tune met de obligate vervormde microfoon, was meesterlijk en voor song nummer dertig viel de keuze op het fenomenale Milquetoast dat in een ziedende versie het publiek zodanig opjutte dat Hamilton en co er bijna emotioneel van werden.
Niet meer terugkeren was echt geen optie, maar Helmet had een verrassing klaar. “show me you really deserve 32 songs, we never played 32 songs before”. Bisronde twee vormde het décor voor een moshpit tot aan de mengtafels. Niet geheel onlogisch want we kregen het langverwachte In The Meantime van de bijna gelijknamige doorbraakplaat uit 1992 in ons gezicht geworpen en vooral dat ene nummer uit 1993. Just Another Victim werd samen met House Of Pain geschreven en verscheen op de mythische soundtrack van Judgment Night, nog steeds één van de meest relevante alternatieve platen ooit.
Hand op het hard en vuist in de lucht. Helmet was groots donderdagavond. Hamilton vertelde ons dat De Kreun zijn favoriete concertzaal in België is, en dat het publiek in Kortrijk de band altijd naar een hoger niveau tilt. “Thank you Kortrijk, we really needed this”. Kan kloppen maar de wereld heeft ook een Helmet nodig, so “thank you Helmet for being cooler than you look”.
Foto’s: (c) Hans Vermeulen