Tekst: Patrick Bruneel
Foto’s: Alexandra Vermote / Iris Walgraeve
Sinxenfeesten in Kortrijk, dat is voor ons de rommelmarkt afdweilen op zoek naar nog wat meer multimedia om op de hoop te gooien. De overdaad aan bezoekers (elk jaar zo’n kwart miljoen) in het Sinxenweekend is wat ons betreft vooral hinderlijk. Ze lopen vooral in onze weg.
De stad bruist, toch gedurende dit weekend, en op elk pleintje of uithoek in het centrum valt er wel iets te beleven. Het schijnt zo te zijn, we hebben het van horen zeggen en uit het programmaboekje. Het is ons echter allemaal te druk en we laten die kelken met veel plezier aan ons voorbij gaan.
Op de Vlasmarkt, het alternatieve epicentrum van het hele gebeuren, stond op maandag echter Röt Stewart geprogrammeerd, en ook Kill Test en Pedigree zouden acte de présence geven. Onze kleinste is grote fan van de Röt Stewart-nummers Big Balls Bavo en hun versie van de Kortrijkse oerklassieker, oorspronkelijk van The Jesus Disease, Fuck That Weak Shit. Stevie van The Jesus Disease kent de oorspronkelijke tekst niet meer. Röt Stewart-frontman Pieter Dewulf heeft geen zin om er een tekst voor te schrijven. Zodoende bestaat de tekst uit veel fucks en Fuck That Weak Shit.
Waar ze precies zouden spelen was in eerste instantie onduidelijk. Geen podium want te duur, dus ja, ergens op het plein zou het wel gebeuren. Onder het tentje van de dj die ontzettend achterlijke deuntjes speelde, wat onze kleine de uitspraak ontlokte dat ze die mochten nuken, daar zou het gaan gebeuren, zo bleek.
Na wat rondvragen mocht de band zijn spullen opzetten. We hadden geluk begot, vlak voor onze neus zouden ze hun set kunnen spelen. Op de grond, met een microfoon die eerder zaliger was dan wat anders. Geen zorgen, punk as fuck was er een korte soundcheck en vloog de band er in.
Twee seconden in hun set en er was al een helse moshpit aan de gang. Wij stonden wijselijk, met onze stramme botten, aan de andere kant, ook omdat onze jongste gewoon wilde genieten en niet tussen een zwik uitgelaten, half bezopen moshers wilde staan.
De setlist was niet steeds even duidelijk, die bejaarde microfoon was uiteraard de schuldige, maar we hoorden tussen de reguliere Röt Stewart-klassiekers als Stinkagram en Fuckin Shoe ook Six Pack van Black Flag passeren, een band waar de Röts heel veel bewondering voor hebben.
Dat de show ietwat chaotisch was, een deel van het publiek zich volledig liet gaan en de rest van de aanwezigen met volle teugen genoot, da’s des Kortrijks. Toch als er enige verbanden te leggen zijn met de Pit’s, die de bands koos en zorgde dat er tussen de reguliere meuk ook iets treffelijks kon spelen.
Na de set van Röt Stewart kreeg onze jongste het jaarverslag in handen van de band en was het tijd om huiswaarts te keren. Meer dan één band kan onze twaalfjarige (nog) niet aan. Niet erg, hij koos voor de beste van het lot.