In 2005 werd de aandacht van The Black Keys uit Ohio, Cincinnati, gewekt door een evenzeer uit Ohio afkomstige 27-jarige zangeres/gitariste, Erika Wennerstrom die sinds 2003 potige garagerock met een breed spectrum aan invloeden in demo’s had gegoten. Dat hielp om haar band Heartless Bastards bij het gerenommeerde Fat Possum Records te stallen.
Vandaag zijn we 17 jaar en zes platen later. De nu 44-jarige Wennerstrom woont ondertussen in Austin, Texas, en stond deze week op het podium van de Rotonde in de Botanique. Wennerstrom is wellicht wel een beetje een harteloze bastaard want ze wisselt even vaak van muzikanten als haar muzikanten van ondergoed wisselen, tenzij dat de reden is waarom ze ze vervangt héhé. Wie nu wikipedia raadpleegt om de huidige samenstelling van de Heartless Bastards op te snorren is kansloos maar Erika was zo hartelijk om de namen van de bandleden voor ons op de setlist te noteren! Even ernstig toch, het is vooral omdat er 6 jaar tijd zat tussen platen vijf en zes, A Beautiful Life, dat de bandleden in andere projecten waren beland. Wennerstrom was sowieso al de enige constante bastard.
Wie onvoorbereid afzakt naar een Heartless Bastards concert blijft maar beter bij de les en wie voortijdig wil vertrekken is altijd de pineut.
Erika Wennerstrom gaat tijdens een concert immers op wereldtournee en de klankkleur van zo een optreden wisselt bijna evenveel als de ongewervelden van vel wisselen. Een kameleon zou er zelfs bij verbleken. Het concert zelf voor pakweg 50 zittende fans, wat in de Rotonde toch een vreemde aanblik gaf, opende met een streep country zoals in How Low dat een zweem Jackson 5 laat doorsijpelen. Het is haar zesde album, en ze bracht ook een sextet mee met veel gitaren. Gitarist Jonas Wilson en bassist Sam Pankey baadden in een sfeervol licht en wiegden de zaal in een slaperige zenhouding. De erg sfeervolle single You Never Know is een pareltje dat country injecteert met americana, en wel degelijk van dat soort dat je zin doet krijgen in een flinke scheut zomer. Het regende toen we dit schreven, dat was misschien ook wel een relevante factor.
A Beautiful Life is het titelnummer van de nieuwe plaat en het omarmt de gedachte dat het leven mooi is als we elkaar graag zien en voorbij de druk van de samenleving kijken. De consumptiemaatschappij doet ons allen vergalopperen en we proppen de wereld vol met rotzooi, waaraan die uiteindelijk ten onder dreigt te gaan. Naar eigen zeggen was Marvin Gaye een invloed tijdens het schrijfproces.
De aandacht werd echter vooral weggekaapt door de jarige co-zangeres Beth Harris die verrast werd met een taart door drummer Greg Clifford. Beth is 2 jaar geworden, afgaande op het aantal kaarsjes dat ze diende uit te blazen. Wennerstrom wilde een nummer schrijven dat klonk alsof Aretha Franklin een nummer inzong van Ennio Morricone. Heel ambitieus maar we snapten wel waar ze heen wilde met die ambitie in Arrow.
De klank was ondertussen van country en americana verschoven naar seventies psychedelische rock. The River is beïnvloed door Yankee Hotel Foxtrot van Wilco, maar de invloed van Led Zeppelin is eveneens hoorbaar. De mandoline bracht zelfs een portie Velvet Underground in de Rotonde waarvan Erika vond dat het leek alsof de band stond te musiceren in een scène van Gladiator. Went Around The World was het sein om even de gitaar in te ruilen voor dansschoentjes waardoor de typisch Amerikaanse friemeltjes die aan haar mouwen bengelden voor extra panache zorgden.
Dust luidde een nieuwe muzikale stijlfiguur in. Het leek een stijlfoutje te zijn in een tot op dat moment voortreffelijk concert maar ook hier weer werden we door de benen gedribbeld met een nummer dat mooi openbloeide alsof Mercury Rev voor de productie verantwoordelijk was.
Swamp Song trok de kaart van de garagerock met vette bluesakkoorden, en deed denken aan Black Mountain zonder de metalgitaren. Je hoort het, de psychedelica liep over in een rivierbedding waarin de onderstroom er eentje was met zompige blues en garagerock. Vooral in het snedige Gray ging de band fel tekeer. Clifford kon zich voluit laten gaan. Beide songs komen dan ook van het 17 jaar oude garagerock-album Stairs And Elevators.
Revolution verwelkomde Beth op gitaar en de vrouwen waren aan de macht en de mannen keken bewonderend toe. Het nummer startte als een traditioneel akoestische singersongwriterriedel die ontplofte in een weids rockende finale waarin de mannen assistentie mochten verlenen. Het gaat over machtswellustige politici die onzin verkopen aan het volk. En er werd ook om bisnummers gevraagd, nummers die ook al braaf op de setlist afgedrukt stonden. The Thinker is geschreven met de herinnering in haar achterhoofd van een gemiste treinverbinding ergens in Italië tijdens een akoestische Europese mini-tour. Een nummer dat vooral ook nog eens benadrukte dat ze een heel goeie zangeres is die kwetsbaar kan klinken maar ook lang hoog kan uithalen.
Knap van Erika hoe ze de spanningsboog een concert lang kon aanhouden en knap hoe ingenieus de opbouw de evolutie van de band laat horen, niet noodzakelijk de chronologische evolutie, maar wel eentje die op een podium uitstekend gedijt.
Garagerock hoorden we, maar we hoorden ook soul, country, blues, psychedelische rock en americana. Het lijkt een potpourri en de hoes van de nieuwe plaat toont een regenboog die misschien wel een kleurboek van stijlen en klanken symboliseert. Maar het werkte wonderwel en het klonk warm en het verveelde nooit. We hebben ons kostelijk geamuseerd en slotnummer Sway was een mooi eresaluut van Texas’ finest.