Het is lang niet elk ouderpaar gegeven om meerdere dochters op de wereld te zetten met begenadigde stembanden. In Deinze hebben we de zes zingende zussen – oh alliteratie – Holail. Maar zelfs al zijn ze met zes, ze zullen het ons niet kwalijk nemen als we twee zussen uit de Deense eilandengroep Faeröer een vorm van vocale ongenaakbaarheid toedichten. We moesten zelfs niet tot daar varen of vliegen want Democrazy was zo hoffelijk een uitpuilende concertzaal van de Vooruit ter beschikking te stellen voor de eerste avond van hun herfsttour doorheen Europa die hen dit weekend al meteen naar Engeland brengt, meer bepaald Bristol en Manchester.
De 42-jarige Eivør Pálsdóttir was de meer dan terechte headliner die een wachtrij van ruim 250 fans lang vóór opening der deuren verklaarde. Haar 28-jarige zus Elinborg Pálsdóttir zong het eerste voorprogramma en de vreemde eend in de bijt was de 33-jarige IJslander Ásgeir Trausti die tussen de zussen in indruk mocht maken.

Binnen een paar dagen zien we Sigur Rós en deze avond vormde een ideaal taalbad en we waanden ons al gezellig in koude Noordelijke sferen hoewel het buiten terrasjesweer was. Elinborg kwam voornamelijk haar nieuw album voorstellen dat niet tijdig geperst is geraakt waardoor ze enkel t-shirts kon aanprijzen aan de merch.
De zussen groeiden op in het pittoreske Syðrugøta aan de Oostkust, een dorpje van begot 500 inwoners. Je kan er zelfs de Vooruit niet mee vullen. Haar elektrofolk kan het best gesitueerd worden als iets tussen Jónsi en Anna Von Hausswolff. Haar vierde album zal ÍAEvir heten en komt uit op Halloween.
Geruggensteund door een drummer en een pianist nam ze af en toe de gitaar ter hand, maar haar stem was natuurlijk haar grootste troef. Elinborg was de verpersoonlijking van een sirene en het publiek reageerde laaiend enthousiast. Een constante doorheen de hele avond was de ingehouden adem van een volle Vooruit. Tussen de nummers in was het hek van de fjord, één fan brulde zich zo een weg door de avond. Door de stilte tijdens de nummers kwamen die dan ook perfect tot hun recht.

Ásgeir kwam moederziel alleen het podium op en zijn set was er hoofdzakelijk eentje in twee delen. Eerst een aantal gitaarnummers waarbij hij bedaard tokkelde en vooral zijn stem liet uitblinken. Die deed ons denken aan iets tussen Wouter De Backer – Gotye zoals we zeggen – en de legendarische Jeff Buckley. Hoog gegrepen? Wij betwisten dit want ook Ásgeir werd bijzonder fel toegejuicht tussen de nummers in. Zelfs toen de launchpad dienst weigerde bij het eerste nummer op de synths kreeg hij de volledige steun uit het publiek. Dan maar een ander nummer met succes geprobeerd.
De nummers die hij bracht vanop zijn pianokrukje klonken dermate anders dat je hem van verregaande schizofrenie verdacht. Zijn stem werd in een vervormer gegooid, en de combinatie van Ableton en effecten lieten zijn nummers evolueren richting Boards Of Canada, maar dan zonder de weemoed. Time On My Hands is zijn vierde album en ondertussen toch al drie jaar oud. Waar de man ons op plaat soms kwijtraakt bleef hij ons live 40 minuten lang hypnotiseren.

Het woord bedwelmend is zelfs bijna een belediging als we de stem van Eivør dienen te taxeren. Zij had twee keyboardeilanden met bijhorende muzikanten bij en een breed gesticulerende drummer. Zelf droeg ze een soort Lord Of The Rings-achtig ensemble, in het zwart met tentakels. Haar blonde haren waren vakkundig en strak gevlochten en de zwarte glimmende gitaar paste perfect in het decor. Zwart was ook de kleur die de zaal beheerste want haar met metal flirtende elektrofolk is immens populair bij het metalvolkje. Dat was anderhalf jaar geleden in dezelfde zaal overigens ook te merken bij het concert van Myrkur.
Eivør bracht in een tijdspanne van een kwarteeuw een tiental platen uit en ze beperkte zich in de Vooruit geenszins tot het vorig jaar uitgebrachte Enn. Naar eigen zeggen had ze er zin in om oude nummers af te stoffen wat leidde tot een gevarieerd klankpalet tussen elektrofolk, Scandinavische fjordmetal en jazz.

Het nieuwe Jardartrá klonk alvast geweldig. Deze regenworm nestelde zich als een oorwurm en kroop niet meer terug de aarde in. Eivør ging dan op de wave drum als een krijger te keer tijdens het van Slør uit 2015 geplukte Salt. Ze woont al lang in IJsland en die plaat bezingt haar heimwee en de nummers klinken ook hectischer en gelaagder maar waren absolute toppers.
Í Tokuni betekent speciaal en het nummer klonk ook zo. We stelden ons de vraag of Tropical Fuck Storm ook deze plaat in hun kast hebben staan. Een enthousiast headbangende Eivør zette het optreden volledig naar haar hand. Diep in de finale speelde ze Trøllabundin, wellicht het nummer dat haar het meest typeert en waarin ze adembenemende zanglijnen afwisselt met dierlijk gegrom. De fans waren toen al lang in een staat van opperste vervoering gebracht.

Van Enn kwam nog Gullspunnin dat hoop geeft en je het gevoel bezorgt dat je nooit alleen bent, ook al lijkt dat soms wel zo. Het geweldige titelnummer kondigde het slot van het optreden aan en is een episch briljant werkstuk dat alles wat haar groot maakte in overvloed liet horen. Voordien had ze de eerste medley uit haar leven gespeeld, en die nummers plukte ze uit de soundtrack die ze schreef voor The Last Kingdom.
Het nummer Boxes van het 13 jaar oude Room omschrijft de strijd met verhuisdozen. Het dateert uit de periode dat ze in het huwelijk trad. Ze speelde dan het echt wel oude So Close To Being, een parel van het album Larva. Volgens Eivør heeft ze dit nummer zelden gespeeld en ze ging er prat op dat niemand in Gent deze parel al ooit live had gehoord.

Tijd voor een cover. En wat voor één. Ásgeir kwam haar vergezellen voor een bijzonder indrukwekkende versie van Us And Them, de Pink Floyd klassieker die al langer dan een halve eeuw geschiedenis schrijft. Het werd een memorabel moment en dat trok ze gewoon door met de volgende gastzangeres, zusje Elinborg. Zij zorgde mee voor een episch hoogtepunt genaamd Upp úr øskun, wat zoveel betekent als ‘uit de as verrijzen’ en een ode vormt aan de sterke vrouwen uit haar leven, en dan is haar zus een perfecte vocale tandem.
Beide zussen samen horen zingen was toch wel het hoogtepunt der hoogtepunten. Of was die eer dan in extremis toch nog weggelegd voor het epische slotakkoord Falling Free? Dit nummer opende als bedaarde folk waarbij een breed lachende zangeres haar troepen succes leek te wensen voor de woeste uithalen in de aan metal verwante epiloog. Scandinavië heeft ons een avond lang verwend en Eivør speelde en zong vooral één van de strafste concerten van het jaar.

INSTAGRAM: Eivør – Ásgeir – Elinborg


