Een support-act die de headliner overklast. Het gebeurt soms, en in het geval van Let’s Eat Grandma met Chvrches gebeurde dit met rasse schreden. De reden ligt hem niet zo zeer in het feit dat Rosa Walton en Jenny Hollingworth uitblinken in souplesse, wel dat Chvrches zich de vraag mag stellen waarmee ze bezig zijn. Juist, met geld te verdienen.
Een band die op Sonic City staat versus een act die het moet hebben van moddervette (vaak storende) beats. Niet dat we neerkijken op pop, au contraire, maar Chvrches was bij momenten net iets te irritant, iets wat je van de drie (er was een drumster) jonge meisjes van Let’s Eat Grandma geen seconde kon zeggen.
Zelf omschrijven ze hun geluid als experimental sludge pop. Een term waarvan (wat het ook mag betekenen) niet te veel moet van geloven, want al bij al draait het hem bij deze Britse snotneuzen om synthpop. Wel synthpop die met zo’n grote speelsheid en originaliteit (een saxofoon tot daar toe, maar een blokfluit!) wordt gebracht dat het moeilijk is om niet gecharmeerd te worden door hun geluid. En als de vijf gebrachte songs dat niet doen, dan zorgen ze daar zelf wel voor. Eens lekker lang op het podium liggen of rondhuppelen in de ondertussen aardig gevulde AB. Het is goedkoop, maar het werkt… Let’s Eat Grandma is zeker niet de act van de toekomst zoals sommigen je doen geloven, wel verdomd sterk en vooral fris. En laat dat laatste nu zijn waar Chvrches een enorm gebrek aan had.
Het optreden dat we eerder dit jaar op Best Kept Secret zagen voorspelde weinig goeds, maar iedereen heeft recht op een herkansing, zelfs de laatste leerling van de klas. Het spetterende witte licht en de dreunende bassen waarmee Get Out werd ingezet bevestigden onze vrees. Van subtiele synthpop is geen sprake meer, wel een soort feelgood elektropop. Eventjes zag het er zelfs naar uit dat ook de stem van Lauren Mayberry de mist zou ingaan, maar dat werd snel verholpen. Gelukkig, anders konden we meteen de koffers pakken.
We zijn ook wel pienter genoeg om te beseffen dat Love Is Dead een ommekeer voor het Schotse trio was, maar hun drang om het grote publiek te bereiken wordt op zijn minst ondersteund door knappe popsongs. Dat voelde ook zo aan in de AB, alleen werd het op een veel te goedkope en te vaak irritante manier gebracht. Mayberry doet wat ze moet doen, en doet dat goed. Een enthousiaste frontvrouw die het publiek oppept, zonder overacting. Een woord waarvan Martin Doherty best eens de betekenis van opzoekt. Toen hij zijn synths voor een microfoon inruilde en Gods Plan en Under The Tide op ons losliet, was het tijd om de lachspieren zijn werk te laten doen. Het leek wel een auditie voor Flashdance waarbij de man figuurlijk plat op de bek ging.
Chvrches toonde in Brussel dat ze alles in zich hebben om een alternatief voor Milk Inc. te zijn. Daar is op zich niets mis mee, de songs zijn er en staan er, alleen mag het live dat tikkeltje meer zijn waarom een mens zijn zetel verlaat.
Copyright foto: Chvrches/Live Nation