56 is hij, Mark Burgess, frontman van The Chameleons. Een cultband met een leger loyale fans, maar vooral de ongekroonde koningen van de postpunk. Hoewel niet iedereen het weet (of beseft), zonder Script of the Bridge uit 1983 en twee jaar later What Does Anything Mean? Basically zouden heel wat nieuwe goden van vandaag niet zo hebben geklonken.
Een carrière met ups en downs en zelfs noodgedwongen om jarenlang een set te spelen van oude nummers (mensen willen nu eenmaal niet de moeite doen om iets nieuws te ontdekken, zucht), maar met overgave waar heel wat jonge wolven een puntje aan kunnen zuigen. Stond hij zaterdag hoog op de Grauzone-affiche in Den Haag, staat hij een dag later op een podium in Eernegem. Juist, de B52. Terwijl broekies de meest waanzinnige eisen stellen om te spelen, geeft Burgess van jetje dat het geen naam heeft en dankzij de hulp van Kenny van Simi Nah speelt de band uit Manchester (nou ja, de meeste toch) één van hun beste concerten sinds jaren. Eenvoud siert, en als daar ook nog eens onverslijtbare kwaliteit bovenop wordt gegooid, heb je magie.
Nieuwsgierigheid is een slechte deugd, maar onweerstaanbaar. Een kijkje op de setlist van Grauzone was een teken dat door de keuze van de songs de avond reeds half geslaagd was, nu nog afwachten hoe de band zou reageren op dat kleine podium. Het werd tijdens opener Swamp Thing nog wat zoeken naar de juiste instellingen, maar de vier hadden er zin in. Niets dat de legende nog kon doen stoppen!
De aanloop voor de eerste twee meezingers van de avond: Monkeyland en het meer obscure, maar daarom niet mindere Dali’s Picture. Je eenzaam voelen in een overvolle wereld, een gevoel die alleen Mark Burgess zo treffend kan omschrijven. Getuige Looking Inwardly. Embracing the future
Forgetting the past. Niet echt, want Perfume Garden is de volgende kopstoot uit de doos van oude liedjes die we nog altijd graag mee brullen. De B52 was meer dan aardig gevuld, en geen hoofd die niet mee wiegde op de troosteloze woorden van de meest ondergewaardeerde muzikant die we kunnen bedenken. Juist, er was ook nog ene Adrian Borland.
Af en toe grapte Burgess over het decor, het West-Vlaamse undergroundcafé roept sowieso herinneringen bij hem op van zijn vroegere Manchesterjaren met One Flesh of Up The Down Escalator als de perfecte soundtrack ervan. Burgess is een dromer, maar geen naïeveling, hij weet dat hij voor altijd de undergroundster zal blijven, maar soms gaan de dingen in het leven niet steeds zoals je wil. As High As You Can Go, persoonlijk mijn hoogtepunt, al was het maar voor die tour de force die na twee minuten komt…juist take a chance and join the dance
and you can make the sound…
Na de anthem Singing Rule Britannia volgde nog die ene song die heel de zaal na afloop minutenlang nabrulde (we vinden het niet uit, het gebeurde!): Second Skin, het mooiste liedje dat ooit over een heroïnenaald is geschreven. Voor de zoveelste maal had Chameleons Vox het hart van hun fans moeiteloos overwonnen. Burgess kwam nog eens terug met het onvermijdelijke Don’t Fall en stapte pardoes het publiek in. Groots.
En voor al degenen die hun wenkbrauwen fronsten omdat Chameleons Vox in de B52 speelde…het was hun beste optreden in jaren, Chameleons Vox klonk in jaren niet zo energiek en punky als in Eernegem of om het met de woorden van Mark Burgess te zeggen: support your local venue!