Dit jaar strijden 144 artiesten in het muziekconcours Sound Track voor de grote prijs. Of ze winnen, hangt grotendeels af van hun vermogen om het publiek te overtuigen. Luminous Dash heeft zich tot missie gesteld om alle 144 deelnemers via een interview aan je voor te stellen. Duik met ons mee in de Sound Track-files…
Na jaren in de luwte, tussen boeken, films en muziek, komt Gustav Leo, het alter ego van Staf Nys, eindelijk naar buiten met eigen werk. Met een liveband aan zijn zijde brengt hij dromerige songs vol echo’s van jazz, lofi en r&b. Voor zijn passage in JH Tijl in Diest (27/09) spraken we met hem over zijn muzikale pad, inspiratiebronnen en toekomstplannen.

Hoe ben je met muziek begonnen?
Rond mijn dertiende ontdekte ik de Spaanse gitaar van mijn vader. Daarna speelde ik in een schoolband – shout-out naar Sint-Martinus in Herk-de-Stad – waar we zelfs een repetitiekot cadeau kregen! Later bouwde ik een soloproject uit toen ik op kot zat en rustig de tijd had om in mijn eentje muziek te maken. Na corona verving ik de loops door een liveband: Gustav Leo 2.0. Alleen is tenslotte ook maar alleen.
Hoe zou je je muziek omschrijven?
Anderen kunnen dat eigenlijk beter dan ik. “Cosy vibes!” zei Emma Bale. “Kleine schilderijtjes van liedjes! Erg mooi, en heel erg nu”, schreef Eppo Janssen. Zij vatten het goed samen: een moderne combinatie van genres, vol nuances, gelaagdheid en sfeer. Artiesten als Bonobo, Puma Blue, Arlo Parks en Bark Psychosis slagen daar ook zo mooi in.
Heb je eerder al iets muzikaal gedaan?
Naast Gustav Leo maakte ik vooral muziek binnen een poëzieproject (Atlantikwall, Kunstenfestival Watou, huiskamerconcerten) en met Denali Wrench. Met Denali werden we twee keer geselecteerd voor De Nieuwe Lichting, maar de hoogtepunten waren vooral de concerten in Brussel en Gent en de residentie op Theater Aan Zee. Daar wonnen we zelfs de residentieprijs, waarna we in Oostende een single en clip opnamen: Dance With Me. Het Gustav Leo-DNA hoor je vooral in mijn ‘solo’ daar, een melodie waar ik nog steeds trots op ben. (Ook trots op: de eer om de openingsdans te mogen schrijven voor het huwelijk van een vriend.)
Wat zijn je dromen?
Dat de muziek haar weg vindt naar de juiste mensen. Ik droom niet van enorme zalen, wel van intieme locaties, betrokken fans en deep-divers, supports voor artiesten waar ik naar opkijk, coole features… Kortom: van écht contact met luisteraars en muzikanten die misschien hetzelfde voelen als ik, en van plekken waar de muziek het meest tot haar recht komt. Daarom hou ik van kleinere zalen als Botanique, programma’s als Vuurland, sessies als Colors en Tiny Desk, nieuwsbrieven en playlists van artiesten.
Iedereen die meedoet aan Sound Track wil natuurlijk winnen. Wat zijn volgens jou je sterke punten?
Iedereen heeft zijn eigen sterktes. Ik hoop bij Sound Track te laten horen dat wij ons eigen ding doen, geen muziek die rechttoe rechtaan is, maar die subtiliteiten opzoekt en tegelijk catchy en pakkend blijft. Een beetje zoals de betere romcoms. Uiteindelijk hangt het af van wat je graag hoort, natuurlijk. Dat gezegd zijnde: Diest heeft volgens mij wel een extra straffe voorronde.
Live spelen of in de studio, en waarom?
Ik hou van het gepuzzel in de studio: alles minutieus en bewust in elkaar laten passen. Maar ik hou ook van de onverwachte dingen in het repetitiekot en de dynamiek tussen mensen. Het is natuurlijk het mooiste als die ongeplande momenten van schoonheid ook live gebeuren.
Welke muziek wil je horen als je wakker wordt?
Veel muziek van Gondwana Records kan dienen als wekker (maar evengoed als slaapmuziek), zoals Matthew Halsall of Jasmine Myra. Ik heb ook goede herinneringen aan de periode dat ik nummers van Declaration of Dependence als wekker gebruikte, zoals Renegade.
Hoe komt een nieuw nummer tot stand?
Soms vertrek ik van oude akoestische opnames op mijn telefoon, waar ik later instrumentatie aan toevoeg – en vaak verandert die eerste gitaarpartij dan weer. Andere keren ontstaat iets op mijn Garageband-app, onderweg, op reis, op wandel of gewoon in bed. Meezingen of improviseren op nummers van andere artiesten levert ook vaak inspiratie op.
Waar wil je over vijf jaar staan met je muziek?
In het kantoor van Tiny Desk.


