Wanneer we met Luminous Dash de ep van Kids In The Waiting Room te horen kregen, waren we van onze sokken geblazen. We zochten Thomas Van Caeneghem (jou misschien wel bekend als acteur) op om enkele vragen te stellen over zijn fantastisch debuut als muzikant.
Je bent opgeleid als acteur. Vanwaar komt jouw muzikale passie?
Die heeft er altijd al in gezeten. Mijn halve pubertijd bestond uit het imiteren van Flea, het binnenstebuiten keren van de Keymusic-brochure en het samenstellen van de perfecte compilatie-cd voor op mijn discman. Je had bij ons ook niet veel keuze. Het was of jumpend de hardstyle-feestjes afschuimen, of samen met andere zelfverklaarde intellectuelen Beautiful Freak van Eels memoriseren. Ik belandde tot mijn grote vreugde in een vriendengroep waar ik de ene klassieker na de andere voorgeschoteld kreeg. Bob Dylan, Jimi Hendrix, Jeff Buckley… ze werden mijn enige en grote helden. Toen ik later voor mijn studiekeuze stond, heb ik echter nooit overwogen iets in de muziek te gaan doen. Dat is nooit een optie geweest. “Muzikant ben je, dat word je niet”, moet ik gedacht hebben. Acteren tot daar aan toe, maar muziek? No way.
Hoe is K.I.T.W.R ontstaan?
Terwijl mijn liefde voor muziek meer en meer in mijn theaterwerk sloop, leerde ik tijdens mijn acteeropleiding Rob Banken (HAST) en Trui Amerlinck (Tsar B) kennen. We richtten samen het muziektheater-collectief Lieden Op Zee op waarmee we twee voorstellingen maakten en speelden. Aan het einde van beide repetitieprocessen puilde mijn laptop uit van de demo’s en muzikale ideeën. Theaterteksten waren er bij momenten nauwelijks te bespeuren. In de luwte ben ik die nummers blijven uitwerken. Een jaar of twee geleden heb ik dan uiteindelijk heel voorzichtig besloten om mij naast mijn werk als acteur ook in de alternatieve muziekscene te storten.
Klopt het dat het oorspronkelijk begon als een soloproject? Hoe komt het dat je uiteindelijk naar een volledige band bent geëvolueerd?
Aanvankelijk had ik mijn zinnen op een solo singer-songwriter project gezet. Ik luisterde toen vooral naar Damien Rice, José Gonzalez en het solowerk van Johnny Cash. Maar al snel bleek dat de arrangementen die ik op mijn slaapkamer bij elkaar timmerde meer dan enkel een akoestische gitaar nodig zouden hebben. Ik haalde Artan Buleshkaj (HAST) aan boord en samen werkten we op de songstructuren en schreven we enkele partijen uit. Ondertussen won ook de ritmesectie aan belang. Simon Raman (Steiger) bleek een logische compagnon. Pas toen de ep ingeblikt was zijn we concreet gaan nadenken over de complete bezetting. We wisten toen al dat we live heel anders zouden / wilden gaan klinken dan op die ep. Kobe (Steiger) en Jonas (Madame Blavatsky) waren de eerste namen die vielen. Ook zij hadden gelukkig niet al te veel overtuiging nodig. In zekere zin zijn we dus heel atypisch te werk gegaan: van concept, naar ep, tot een band. Daarom klinken we ondertussen live ook heel anders dan op onze debuut-ep. Wie er bij was op de releaseshow in de Handelsbeurs kan dat zeker beamen. Ik kan alleen maar blij zijn dat het zo gelopen is. Hoe we nu als band klinken had ik nooit op m’n eentje in mijn slaapkamer kunnen bedenken.
Wie zijn jouw inspiratiebronnen die geleid hebben tot deze ep van K.I.T.W.R?
Ik heb voor we gingen opnemen vooral in de wereld van Justin Vernon vertoefd. Voor mij raakt hij als muzikant, als performer én als producer alle juiste noten. Zijn vier Bon Iver- platen spreken voor zich maar ook zijn bijdragen aan Volcano Choir of Big Red Machine zijn voor mij immens authentiek… Bon, naar mijn mening zijn er maar weinigen die zo divers en tegelijkertijd zo herkenbaar zijn als hij. Lang leve autotune en de vocoder. Rond Vernon hangt ook een grote muzikale familie die me blijft inspireren. Denk aan The National, El Vy, LNZNDRF, S. Carey, James Blake, Sufjan Stevens, This is The Kit, … Om van de usual suspects zoals Radiohead, dEUS en The Notwist nog maar te zwijgen.
Ik wilde vooral iets maken dat helemaal van mij was. Een combinatie van arrangementen, akkoorden, lyrics waarvan ik zelf kon zeggen: “Ja, ik denk dat ik dit nog niet dikwijls heb gehoord.” Ver genoeg van de platgetreden paden om interessant te zijn maar ook niet nodeloos experimenteel of gecompliceerd. Mijn ouders moesten het ook nog tof vinden.
Kan je ons iets vertellen over de samenwerking met Raf Walschaerts?
Ik ken Raf vanuit het kinder- en jeugdtheater. Samen met Greet Jacobs speelde ik een paar jaar terug een voorstelling bij Beeldsmederij De Maan. Raf schreef de tekst en zette zich als extra oog ook een paar keer in de regisseursstoel. One thing led to another. Raf en ik zijn contact blijven houden en nog voor er sprake was van K.I.T.W.R. zaten we al een paar keer samen om wat (akoestische) ideeën door te praten. Toen ik in functie van de opnames op zoek was naar een plaats waar we een tweetal weken een studio konden opbouwen, was Rafs werkruimte de eerste plek waar ik aan dacht. Midden in het groen, massa’s licht, lucht en ruimte. En papa Raf die zo nu en dan eens poolshoogte komt nemen.
Wie is het brein achter de fantastische sound?
Zowel live als op plaat komt die sound vooral voort uit het gezamenlijke creatieproces. Hoewel ik mijn best doe om de teugels in handen te houden en de hele rimram wel richting geef, komt de muziek pas echt tot leven als we er als band / producers mee aan de slag gaan. Dat gaat van Dirk Banken (broer van) die als studio-technieker een heel eigen en secure werkvorm hanteert, tot Brecht Plasschaert (Marble Sounds) die bij het mixen carte blanche krijgt en zo nu en dan iets compleet anders voorstelt dan wat wij in gedachte hadden. Elke demo die ik tijdens repetities op tafel leg maken Artan, Kobe, Jonas en Simon zich op zo ’n manier eigen dat ik mij elke keer weer gelukkig prijs dat die gasten met mij willen samenwerken. Kids in the Waiting Room is het afgelopen jaar van een voorzichtig solo-concept naar een gigantisch team effort geëvolueerd. Met datzelfde team werken we trouwens momenteel aan een album. We gaan er weer ons werk mee hebben. Zalig.