Een festivalweide met zand noem je geen festivalweide. Dat blijft gewoon een strand. En toch hebben we het festivalgevoel meteen weer beet, als we het gezellige festivalterrein van W-festival bestormen op het Klein Strand in Oostende. De zon zit nog net op de twee tenten (eentje voor het hoofdpodium en The Batcave), gezellige foodtrucks, merchstands en zithoekjes her en der verspreid.
We zijn er niet alleen, want de eerste dag – ‘funky Friday’ gedoopt – is uitverkocht. Op de achtergrond horen we Ultravox-zanger Midge Ure zijn set afsluiten. Als we het publiek mogen geloven: een fantastische set, waarin hij vooral Ultravoxnummers bracht en er genoten werd van hits als Vienna, Hymn en Dancing With Tears In My Eyes.
We zien de zeventigjarige even later backstage met een rij interviewgrage journalisten in de weer, terwijl een zwaantje, indiaan, cowboy, bouwvakker, politieman/ sm-toyboy en soldaat passeren om zich richting mainstage te begeven.
Intussen doken wij de Batcave in, voor onze favoriet kant van ’t leven: The dark side of summer. De jonge band Velvet Mist – die er na slechts één try-out in Heist-Op-Den-Berg meteen zijn livedebuut bracht -, de electropunkband Pretty Addicted uit Doncaster (UK) en de Mexicaanse EBM-sensatie Hocico hebben we (*gvd!?*waarommoetnemensookwerken?*, nvdr) jammer genoeg gemist, maar we konden wél genieten van Mike Peters van The Alarm. Met enkel een gitaar, mondharmonica, enkele toms en zijn stem als grootste wapen, ontwapende hij solo het publiek. En hij verbaasde. Met een stem, waar amper verlies op zat, pakte hij ons in met The Alarm-nummers als Forwards, Wathever, Next, The Stand…
Echte fans zijn we niet, maar benieuwd des te meer; naar Village People. De Amerikaanse discofunkband die hoog scoorde in de jaren zeventig en waarvan we de hits af en toe toch ook nog op fuiven te horen krijgen.
Greenwich Village, waar ze hun naam haalden, was een uitgangsbuurt voor homo’s en ze hadden dan ook een trouwe fanbase uit die scene. Toch waren het vanavond vooral de ladies die door zanger aanroepen werden om hem aan te moedigen en vreesden we even dat de achterban ging beginnen strippen. Teleurgestelde blikken van de’ ladies’ op de eerste rij, want alle pluimage bleef rond die blinkende lijven, die er verbazend goed uit zagen, zitten. Niet te verwonderen uiteraard, want hoewel zanger Victor Willis (na een stop, reformatie en terugkeer) en drummer Russel Dabney nog de enige originele bandleden zijn, zijn de 5 kompanen al lang niet meer de originele dorpelingen.
In tegenstelling tot de stem van Mike Peters, klonk die van Willis wel wat verweerd. Maar dat kon de sfeer niet drukken want hij werd omringd door goeie muzikanten en laat ons eerlijk zijn: het waren de 5 heren op de achtergrond die met hun sterke backings net die funk en pit in de zang staken. Doe daar de portie show met synchrone danspasjes bovenop en we mochten concluderen dat het een geslaagde show was.
Bij heel wat bands uit die periode schrikken we hoeveel nummers we vaak – naast hun grote hits – wel kennen. Bij Village People bleef dit toch beperkt tot, voor ons, slechts enkele bekende hits. Minder bekend waren songs als Hot Cup en San Fransisco, terwijl we hun grote nummers meteen van A tot Z konden mee lippen. Zo kregen we Macho Man, Go West, In The Navy en YMCA, waarmee – na een kort lesmoment voor de bijhorende moves door de sm-agent – afgesloten werd. Een meezingende, enthousiast dansende meute vanuit allerlei hoeken en genres die verbonden werden door seventies disco funk. Apart moment!
Voor die donker gepluimde – iets kleinere meute – brak dàn pas hun moment aan. De zon was helemaal onder en de dj’s in The Batcave waren ondertussen helemaal op temperatuur gekomen om een broeierige dansvloer te vullen met de mooiste duistere dansnummers om de nacht – die deze editie reeds rond 22 uur begon – mee in te dansen.
Deze eerste ervaring van het vernieuwde W-festival beloofde alvast een W-ijs W-eekend!
Bekijk hier ook onze fotospecial van de eerste dag W-Festival door Erik Janssens.