Home Festival LES NUITS BOTANIQUE Brussel (15/05/2025)

LES NUITS BOTANIQUE Brussel (15/05/2025)

by Hans Vermeulen

Les Nuits Botanique zijn in een zonovergoten setting van start gegaan met wat we gemakshalve wel als “de metaldag” kunnen omschrijven. Het concept van het beste voorjaarsfestival van het land is dit jaar grondig gewijzigd op vraag van de festivalgangers en de artiesten. Vroeger kocht je een ticket voor één van de podia en dan zag je 2 of 3 artiesten per dag aan het werk. Dit jaar werkt Les Nuits volgens het vorig jaar met succes uitgeteste ‘all access’ principe wat inhoudt dat je een ticket koopt per dag voor ALLE podia en je dus een ruim aanbod hebt. Hierdoor veranderde de organisatie ook programmatorisch van ideologisch standpunt. Nu bevinden per dag alle artiesten zich in hetzelfde vaarwater waardoor er inderdaad per dag een ander genre aan bod komt. Er werd dus geopend met wat we gemakshalve als metal zullen omschrijven.

Het festivaldorp was ook mooier dan ook voorheen. Met het zonnetje op ons snoetje was het hard genieten van het zicht op het geweldige nieuwe podium, de Fountain Stage. De fontein spoot niet en was niet ingewerkt in het podium, dat zou wel spectaculair geweest zijn maar veiligheidshalve een bijzonder slecht idee. Nu kan de festivalganger vanop meerdere plateaus en hoogtes de polsslag van de artiest op het podium meten. De gezelligheid werd doorgetrokken op de eyecatcher, de Rotonde, waarvan de ruiten een psychedelische kleurenpracht symboliseerden. Er was op dag1 drie keer zoveel volk als elk podium verdragen kon, dus het was een fameuze strijd om tijdig aan de deuren van een zaal te staan. Zelfs de trappen aan de Rotonde leken vaak niet hoog genoeg om iedereen een blik te gunnen, maar de sfeer was magisch en de openingsdag een absolute voltreffer.

Zo gingen we een kijkje nemen in het Museum bij Rickshaw Billie’s Burger Patrol. De naam alleen al is vrolijkmakend en dat was hun stonerrock-sound evenzeer. De grappigste backdrop in jaren maakte het plaatje volledig: Rickshaw Billie’s Burger Whatever The Fuck. Een blik op de monumentale drummer, Sean St Germain, zegt ook genoeg. Big Dumb Riffs is hun zesde album en zelfspot is hen duidelijk nooit vreemd geweest. Beef Beast kwam een jaar eerder uit en hun uitgangspunt lijkt wel een kruising te ambiëren tussen Pantera en Primus. Desalniettemin is de korrelige vette basdrum het typerende geluid voor een flinke hap stonerrockmetal en dat was wat we een uur lang te horen kregen en het verveelde geen seconde.

De geluidsmix was onophoudelijk ‘fuzzed out’ en de riffs werden over de top gesleurd maar bleven heerlijk melodisch. Zo kregen we een klankpalet te horen dat ritmisch agressief binnenkwam.  De band is overigens afkomstig van Austin, Texas en omschrijft hun muziek als doom-wop. Alle portie gekheid op een stokje daargelaten vonden we hen een heerlijke opener van onze eerste Les Nuits-nacht. Amai dat klinkt ingewikkeld.

Het was dan al meteen tijd om de afgeladen volgepropte mensenzee voor de Fountain Stage te vervoegen voor de headliner van dag 1. De Zwitserse avant-garde metalband Zeal & Ardor, onder auspiciën van de half-Amerikaanse frontman Manuel Gagneux, leverde een grootse prestatie en het publiek kolkte als een woeste fontein. Het vorige jaar verschenen Greif was hun 4de album in 11 jaar tijd en het was alweer een prinsheerlijke interactie tussen op geheel eigenzinnig verweven niet te verweven genres als Afrikaanse spirituele ritmes en black metal.

Denis Wagner en Marc Obrist zijn de enthousiaste backing zangers die geflankeerd worden door gitarist Tiziano Volante en bassist Lukas Kurmann. Drummer Marco Von Allmen zat heerlijk op zijn troon onder het sfeervolle zwartmetalen blinkend logo van de band. In het begin van hun carrière slopen er elementen van delta blues en gospel doorheen de black metal nummers. Ten tijde van Stranger Fruit werd dat geluid opgesmukt met motown funk en post-black metal. Later kwam daar nog een flinke scheut industrial bovenop. Invloeden citeren is hier wel interessant want niet elke black metal band put uit volgend lijstje artiesten: Tom Waits, Portishead, Deftones, Iron Maiden.

Zomaar even twintig songs passeerden de revue en het werd een bijzonder gesmaakte potpourri van metal met blues en gospel.  De band betrad het podium als het ware in slagorde en zwarte gewaden en opende met het intro muziekje van de laatste plaat, The Bird, The Lion And The Wildkin. Het epische Götterdammerung was meteen de uppercut waar de fans op zaten te wachten. Melodische samenzang werd gecombineerd met hysterisch krijsen en beukende metalriffs. Maar de Devil Is Fine en zo is een streepje gospel in de stijl van TV On The Radio. Blood In The River was zo een typisch voorbeeld van de heerlijke afwisseling die de band doorheen de set liet vloeien waardoor de black metal steeds als feestelijk opruiend en de gospelachtige blues als zoet zalvend klonk.

De postmetal invloeden waren ook legio en de grunts sloegen de hemelse zanglijnen om de oren. Erase wiste alle problemen van een vermoeiende werkdag weg. Fend You Off opende als een kinderliedje uit een slaapmobieltje en legde de brug met grunge. Zo werd postmetal even gewoon jaren ’90 postrock. Kilonova leek wel uit dezelfde periode te komen met een overduidelijke zweem Tool in de aanbieding. Beide nummer werden echter ge’greif’en uit de recente plaat. In dat gereedschapslicht baadde ook een zinderend Sugarcoat, één van de meest toegankelijke nummers uit de set.

Don’t You Dare ‘look away boy’ klonk in de finale meesterlijk nietsontziend en het eeuwige kwaad nam even bezit van alle fonteinzieltjes. Er was geen ontsnappen aan, we zaten als ratten in de val. De ‘greif’ werd pas gelost nadat de klauwen van Clawing Out hun greep losten. Het moet gezegd, Zeal & Ardor waren behoorlijk magistraal en het werd toch even bekomen. Gelukkig konden we dat in de wachtrij voor de poort van de Orangerie doen want daar stond alweer compromisloze metal  ons op te wachten.

Liturgie is het geheel van voorgeschreven gebeden, ceremoniën en handelingen die een eredienst uitmaken. Een optreden van Liturgy uit New York lijkt hier wel de muzikale variant van te zijn.  Bezielster van dit combo is Hunter Ravenna Hunt-Hendrix (‘krijseres’ en gitariste). Laat het een kunstvorm zijn die vermomd is als black metal. Kenmerkend voor de band is de agressieve muur waarmee elke song wordt ingezet. Een ondoordringbaar geluid dat enkel werd verstoord door een met de onregelmaat van de klok krijsende Hunter alsof ze in een doodsstrijd verwikkeld was. Hunter laat zich niet opjagen en heeft lak aan metalclichés en ze verscheen gewoon in sportoutfit op het podium, klaar voor de 20 km van Brussel.

De nummers waaiden als een orkaan de Orangerie in en gaandeweg konden we contouren van een melodie herkennen.  Dit is de volle sterkte van een Liturgisch avondje Liturgy. Het zijn ook die ingrediënten die de band uniek maken in haar soort en tot gevolg hadden dat de zaal euforisch reageerde toen elk nummer afgelopen was. Dat duurde wel even want Liturgy maakt alleen lange composities. Lak aan alles? Jawel want toen de set afgelopen was en de versterkers naspinden van puur genot bleek Hunter de lieflijkheid zelve toen ze de zaal bedankte met zachte stem en grappige zwaaiende handjes. We waren al fan en blijven dit wellicht voor het leven.

Ondertussen waren de olijkerds van Wiegedood aan een tour de force begonnen die het Museum twee uur lang zou onderdompelen in een black metal orkaan want There Is Always Blood At The End Of The Road. Onmogelijk niet te worden herinnerd aan de soort liturgische (welja) sfeer die een gemiddeld Amenra-concert oproept. Als de muziek dreigt stil te vallen kan je er donder en bliksem op zeggen dat het stevig zal onweren en alle zonden van Israël over de toehoorders worden uitgestrooid. Geen enkele babyfoon leek bestand tegen deze woestenij maar wij zaten de hele rit niet uit want we wilden het optreden van de Amerikanen van Pallbearer niet missen.

Pallbearer bracht vorig jaar Mind Burns Alive uit, hun voorlopig vijfde en laatste plaat. We kregen een band te horen die probleemloos kan uitblinken op Dunk! – en Arctangent-podia. Postmetal en typische doommetal uit Little Rock, Arkansasvulde de Orangeriedie ondanks het late uur nog steeds zéér goed gevuld bleek. Progrock nam steeds meer bezit van het geluid dat we te horen kreeg. Brett Campbell was jarig en vierde dat met een nummer over de vergankelijkheid van het leven. Joseph D. Rowland was zich vooral aan het bekwamen in archetypisch headbangen. Het compromisloze dat de vorige bands kenmerkte misten we hier wel maar het zweverige in hun sound werkte wonderwel. Maar te zweverig kon het allemaal niet worden want we hadden nog een flinke portie Botanische nachten voor de boeg. Morgen meer lekkers!

INSTAGRAM: Les Nuits / Rickshaw Billie’s Burger Patrol / Zeal & Ardor / Liturgy / Wiegedood / Pallbearer

You may also like

This website uses cookies to improve your experience. We'll assume you're ok with this, but you can opt-out if you wish. Accept Read More