In Gent werd – onder impuls van een stad die staat te popelen om weer te ontwaken – een nieuw nummer uitgebroed door Gilles Drang. De bezieler achter dit soloproject, drummer Gilles Dhaenens, noemt zijn muziek technorock. Dat techno-aspect, horen wij enkel terug in de zelfgemaakte samples en repetitieve ritmes. Zelf zorgt hij voor de Nederlandstalige zang, drums, gitaar en piano en liet hij zich hier bijstaan door Daniel Guerrero voor de productie, bas, synths en gitaar. Het resultaat is een erg Belgisch geluid met internationale ambities en invloeden uit de shoegaze en de Madchester scene.
Met zijn muziek wil Gilles Drang de banaliteit van het leven beschrijven en de luisteraars meenemen naar de verre oorden van het dagelijkse leven.
Voor dit tintelende nummer vond hij inspiratie bij Juliette. Juliette, zijn hond, gedroeg zich op een ochtend nogal weerspannig en gedreven door impulsen. Het hondje is een kruising tussen een Jack Russel en een schipperke. Een kruising die in het leven werd geroepen om ratten en ander ongedierte op binnenvaartschepen te vangen. Dat halve schipperke en de scheepvaart leidt ons naar de knappe videoclip bij de track, die ons meeneemt door de haven. Tevens de werkplek van Gilles, die zich als vertegenwoordiger van een verhuurbedrijf van hijsmateriaal vaak in de haven van Gent en Antwerpen begeeft.
Hij probeert via de clip de omvang, mooiheid, maar vooral de bevreemding van de zware industrie over te brengen. Daarenboven plaatst hij een kritische noot bij de snel-verouderende petrochemische installaties, en zet die af tegen duurzame, groene nieuwe energiebronnen zoals windmolens.
Wij zijn helemaal weg van de combinatie van de zuivere, lichte ritmes en gitaartokkels, die regelmatig overgoten worden met de zwaardere, grimmige gitaarpartijen en de distorted spoken vocals. Gedreven door impulsen… zijn we dat niet allemaal?
Impuls is de eerste track mét videoclip die de komst van zijn nieuwe album, dat later dit jaar verschijnt, aankondigt.
(Her)lees hier onze review over de single Kettingen.
