Passage I: Melancholia vertelt het verhaal van een man die zijn woonst verlaat op zoek naar troost op de meest meedogenloze plaatsen. Het album duikt in de verhalen van de arctische pioniers uit de 20ste eeuw en de uitdagingen waar ze voor stonden. “Het is niet per se een conceptalbum, maar we haalden veel inspiratie uit die verhalen uit desolate landschappen in Anctarctië”, aldus Casper De Decker en Jesse Massant, de songschrijvers van het Mechelse The Great White Nothing dat ons een indrukwekkend debuutalbum brengt.

Fans van Opeth, Psychonaut, Immortal, Pothamus en Amenra gaan vast bijzonder aangenaam verrast zijn door Passage I: Melancholia waarop The Great White Nothing uitpakt met een succulente mix van postmetal, black metal en progressieve metal. Slepend en beukend, rauw en hard, symfonisch en vol vanzelfsprekende finesse. En altijd spannend en innovatief.
Hoezo er komt veel goede muziek uit Mechelen? Dat is ondertussen een understatement van formaat. Dat bewijzen nu ook Andy Beliën,(gitaren, piano, stem), Casper De Decker (stem, piano, synths), Floren Van Stichel (gitaren, stem), Jesse Massant (bas) en Benjamin Dommeershausen (drums), samen The Great White Nothing. De muzikanten verdienden hun sporen al in bands als Black Narcissus, Dark Oath, Mindwar en Hamelin, en pakken nu dus okselfris uit met een éigen geluid. Het album werd gemixt door Chiaran Verheyden (Hippotraktor,Psychonaut), naar verluidt zélf ook fan van The Great White Nothing. Terecht, als je het ons vraagt…
Het album opent behoorlijk indrukwekkend met Everything, Forever. Als uit het niets klinken in de verte dreigende gitaren, enkele drumtikken en meteen wordt in de hoogste versnelling geschakeld. Geweldige grunts en gretige gitaren, atmosferische keys, om dan even te vertragen en weer volop te knallen. Wow. Een ongelooflijke binnenkomer waarin de band zich meteen in al haar facetten toont: stevig beukend, zalvend zacht, atmosferisch en retestrak.
Dolores kent ongetwijfeld al een aantal fans, waar we ons zelf ook toe rekenen, want het is één van de vooruit gestuurde singles uit het album. Met een zuinige, donkere gitaarklank, wondermooie emotionerende vocals, een piano, zuinige percussie, een orgeltje. En dan een heerlijke batterij gitaren die gul gieren, met de drums in overdrive meppend, grunts, sfeervolle keys, om dan weer terug te plooien in die bloedmooie donkere ballad. Dit had zomaar een Opeth-track kunnen zijn, maar het is puur Mechels vernuft. De Opeth-vergelijking is niet uit de lucht gegrepen, met vocals die ons soms aan de onvolprezen Mikael Åkerfeldt doen denken.
The Sands of Hatin is nog zo’n instant favoriet van ons: heerlijk melancholische sleper met heerlijke gitaren, ontroerend en prachtig stemmenwerk met hemelse keyboards en een overdosis alles verpletterende sfeer. Minimalistisch, groots en overmachtig, met die zalige ontploffingetjes her en der in de compositie. Zeer subtiele percussiepartijen, dan weer volop meppend, de cleane vocals fraai afgewisseld met gulle grunts. En alles klopt. The Sands of Hatin is een zoveelste prijsbeest op dit debuut en dan zijn we nog maar drie nummers ver.
St. George manifesteert zich aanvankelijk als die éne rechttoe rechtaan knaller. Maar ook in deze compositie gebeurt veel. Jazeker, vooral veel gretige grunts en gave gitaarmuren en potige drumsalvo’s. Lekker! Maar, o zaligheid. Naar het einde toe dan ook verfijnde koortjes. Ook hier zit zoveel melancholie, tristesse en schoonheid en finesse in vervat, niet zomaar knallen en gaan. Een meesterlijk opgebouwde compositie, geniaal gelaagd. Eulogy for the Sea sleept zich moeizaam machtig op gang. Veel weemoedige vocals, geweldig toetsenwerk, af en toe een uitbarsting met huilende gitaren en grunts en ook hoge gitaarmuren, met steeds een beklemmend sfeertje behoudend.
Het subtiele rustpuntje op Passage I: Melancholia is overduidelijk Heimat. Een lieflijke melodie gespeeld door de akoestische gitaar, versterkt door aanzwellende keys. Bloedmooi, met toch ook een beklemmend en deemoedig sfeertje. En op het einde lijkt er een Antarctische sneeuwstorm lost te barsten.
En dan knalt Melancholia zich met een gretige rotvaart van start, met een sound die ons even aan Immortal doet denken, met gretige grunts en huilende en gierende gitaren. Halverwege de song vallen ook de clean vocals in, met subtiele pianotoetsen. Wanneer de song vier minuten ver is en lijkt uit te sterven, worden ongenadig weer alle zeilen bijgezet met meer mistroostige grunts galore, om dan toch weer uit te deinen zachtjes in het niets, en plots nog te ontploffen en alsnog abrupt te eindigen. Straf!
There, Where the Waves are Still is de hekkensluiter van het eerste avontuur van The Great White Nothing. Een aangehouden zweverige keyboardtapijt, pakkende pianopartijen. Mooie harmony vocals, heel aandoenlijk gezongen. Dan plots een grunt en de song versnelt en ontploft compleet, meer grunts en grootse gitaarmuren, terwijl keys doorslepen op de achtergrond. De harmony vocals komen ook weer terug, plots ook geïsoleerd waarop de piano weer invalt, en een zuinige gitaar klinkt, de drums kikken trager en de song sleept zich verder met weemoedige keys om dan finaal weer los te barsten in een grote finale en zachtjes te imploderen met nog wat zweverige keys. Dan plots niets meer, de passage zit erop en het is even bekomen van zoveel indrukken en een geweldig klankpatrimonium.
Op Passage I: Melancholia gebeurt echt wel heel veel. Aan muzikale rijkdom en tonnen talent geen gebrek, aan complexiteit nog minder. Je zou kunnen stellen dat er in sommige composities net iets té veel gebeurt en het soms wat druk en ingewikkeld wordt. Maar ons heeft dat eigenlijk geen seconde gestoord. Het is vooral genieten van dit parcours op de eersteling van The Great White Nothing. Wij zijn dan ook al heel benieuwd naar Passage II, maar eerst nog op zoek naar live-doortochten van deze geweldige band.
Passage I: Melancholia is uitgegeven in eigen beheer op de gekende streaming platforms. Fans van Psychonaut, Hippotraktor, Pothamus en Opeth, doen zichzelf een groot plezier door deze muziek te ontdekken. Luisteren dus!