Hun kienjerkoesj stond in Aalst, waar ooit bendeleider Jan De Lichte geradbraakt werd en Irish Coffee nog net niet, zo anno 1970. Ze maakten namelijk lawaai.
Zware metalen bereikten ons land vanuit Engeland en de VS. Er werd hier hoofdhaar gegroeid. En William Souffreau ging zijn gitaar smeden in laaiend haardvuur, alleen al om mee te kunnen met het laaiend hellevuur van Black Sabbath, Deep Purple en Uriah Heep. Daar begonnen ze ook mee; met covers van de grote voorbeelden. Het duurde tot 1971, tot hun debuutlp verscheen.
En als je die in je kast hebt staan – toch maar even kijken – ben je nu dus rijk. Ook al heb je enkel maar dat ene singeltje, Masterpiece. Nu niet dat dat dat dat (sorry, tikvingers die blijven hangen, heb jij daar ook last van?) zo’n meesterwerk is: men neme de keyboards van Jon Lord (Deep Purple), men laat de gitaren razen en je hebt een Belgische klassieker. Gewoon, omdat er toen en hier niks anders was.
Wat niks afdoet aan Irish Coffee. En al zeker niet aan hun verdienste. Ze waren de eersten hier te lande, en het duurde nog minstens tien jaar voor er anderen kwamen en er zoiets als Belgische hardrock ontstond. Maar de bron ontsprong aan de Dender in Aalst.
Hoe verging het hen? In 1975 splitte Irish Coffee. Kwamen nadien weer samen, gingen weer uiteen. William Souffreau is nog immer actief, Irish Coffee bestaat nog, Aalst bestaat nog, rock-‘n-roll bestaat nog, Belgische muziek bestaat nog. En nu met z’n allen een welgezind “Hoera!” roepen? Nee. Gewoon luisteren.
Lees ook ons review van het album Heaven en interview met William Souffreau