We hebben nog geen coronaweer gehad. Terrastafels worden ontdaan van plassen regen in plaats van omgevallen bierglazen. Geheel in de lijn met deze vreselijke rotlente kwam een groepje uit Mechelen in maart hun met zwarte droefnis doordrenkt debuut voorstellen. Ze heten Capitan en ze zijn gelukkig veeeel beter geïnspireerd dan de weergoden. Cascades neemt ons mee op een trip van drie kwartier en toont ons alle varianten op het begrip leed.
Toch maar even de band voorstellen. Björn Nauwelaerts zingt en speelt keyboard. Nick Boonen drumt en verzorgt de ritmesectie met bassist Jonathan Lievrouw en de ritmegitaar van Rafaël Clavie. Kevin Brondel tenslotte is de hoofdgitarist. Dit levert alternatieve, experimentele postrock en progressieve metal op. Een verhaal over het aanslepende proces om te leren omgaan met twijfels, verraad en het besef dat zelfs liefde vergankelijk is. Hitparademuziek hoef je hier inderdaad niet meteen te verwachten en ook straks niet.
Typische postmetalriffs laten opener Amygdala behoedzaam van start gaan tegen gestaag aanzwellende drums. Vanaf de derde minuut moet Nauwelaerts alles uit zijn klankkast halen om boven de erg Steak Number Eight-achtig aandoende eruptie uit te komen. Geen foute referentie natuurlijk maar muzikaal worden eerder linken gelegd met andere illustere landgenoten zoals BARST, Briqueville en Amenra.
Het onheilspellende en in diepe tristesse gehulde Havoc zet deze tendens verder. Naar eigen zeggen is de band zielsverwant met Brutus en Porcupine Tree, doch dit horen we niet in de sound. De heerlijke combinatie tussen ritmegitaar, bas en roffelende drums maken de song onweerstaanbaar. Het doet onwillekeurig denken aan wat The Cure ooit deed: “Nothing left but faith’. Het is het soort sound dat je mag verwachten als je in een zaal links het groepje van Brennt Vanneste loos ziet gaan en tegelijkertijd rechts Slint ziet optreden. Porcupine Tree komt dan wel aanwaaien als de zware gitaren worden bovengehaald om het nummer finaal over de streep te trekken.
Penumbra is met zijn twaalf minuten verre van een hapklare postmetalbrok. Het is onmogelijk hier geen parallel met Tool te trekken. De gitaren namen tot nu toe op deze plaat zelden het heft in handen maar hier wordt toch een stevige muur gemetst. Het is een metalsong die geen seconde in herhaling valt en Capitan op een erg hoog niveau posteert.
Single Enigma zet de uitgestippelde doomkoers verder. De chaos in Björns hoofd (‘chaos in my mind’) wordt in de clip geïllustreerd met watervallen die zich in samenhang met de drieste gitaren de dieperik in storten. De ‘drop’ is halverwege voorspelbaar maar wel tijdloos. En nadien horen we Soundgarden op hun hoogtepunt. De bedachtzaamheid waarmee Cascades in het begin van de plaat tewerk gaat, staat in schril contrast met wat de laatste drie songs etaleren. Er wordt hier met een volledig leger een zenuwslopende perimeter afgespannen. Heisa doet haar titel alle eer aan en is meeslepend, bedwelmend en opruiend. Clavie en Brondel leggen drummer Nick lijfstraffen op want het tempo ligt hallucinant hoog. Hij overleeft die in deze klepper die vaak naar het vroegere Opeth neigt.
De band houdt heldere zanglijnen steevast in een wurggreep van donkere zware en soms onderkoelde riffs. Melancholie wordt uitgepuurd en de zang wordt een woede-uitbarsting zoals in Penumbra en Heisa. Omarm het kwade om het licht te zien. Capitan probeert met dit krachtig postmetalpamflet aan te tonen hoe het leven steevast dreigt af te wijken van het vooraf uitgestippelde levenspad. Enigma is hiervan het perfecte voorbeeld. Innerlijke rust volgt maar als we ons hier rekenschap van geven. Een heldere hemel brengt nieuwe horizonten. Capitan heeft een dijk van een plaat gemaakt. Ere wie ere toekomt en geef die gasten een podium. Hier met die zomer!