In gitaarriffs verdronken liedjes worden jaar na jaar schaarser in een dominante ‘electronic music’ wereld. Drie Fransen heroveren op indrukwekkende manier territorium en zo werd de Ancienne Belgique herschapen in een zaal vol gebalde vuisten en lachende gezichten, met dank aan SLIFT. Mét hoofdletters en dat verdienen ze. Meerdere generaties muziekfans werden meegesleurd in anderhalf uur gitaarrock van het hoogste en bijwijlen buitenaardse niveau. We zagen jongeren van 17 en iets minder jongeren van 67 en alles daartussen, we zagen stagedivers, skyfloaters, dolle moshpits en veel zweet. Deze heerlijke avond werd al sterk ingezet door drie andere Fransen uit Rouen. Een servo-stuur dient om met minder krachtinspanning beter te kunnen sturen. Deze heren heten Servo en doen net het omgekeerde, met name verbluffend veel krachten verbruiken.
Gitarist/zanger Arthur Pierre, hoe Frans kan een naam eigenlijk worden, bassist Louis Hébert en drummer Hugo Magontier hebben zich gespecialiseerd in een niet zo innovatieve maar best wel overtuigende mix van postpunk, shoegaze en posthardrock. Tempoversnellingen en verbale uithalen, verwoestende akkoorden en krachtige songs, we kregen het allemaal in onze schoot geworpen. De AB was een uitgelezen plek om hun nog maar 3 maand oude boreling Monsters aan de op gitaarnummers verlekkerde concertgangers los te laten. Hun versterkers werden fraai versierd met visuele projecties, wat we ene Jónsi ooit zagen doen en een heel tof effect geeft zonder voor de rest veel visuals te moeten implementeren.
Island is een zompig nummer dat in de op SLIFT-allures afgestelde geluidsbalans nog zompiger klonk maar desondanks een geweldige drive heeft. Glitch 2.1 is pure Metz en dat is niet eens Franse band. Overstuurde noiserock gaat nooit vervelen als ze goed gebracht wordt. Day And Night Monsters is postpunk met een vette knipoog naar het new wave tijdperk en deed ons niet toevallig aan Public Psyche denken. Melodischer mocht het ook zoals in Stadium, niet dat dit veel afweek van de gouden formule van het trio. Een op gitaren steunende groovy strofe die in het refrein ontspoorde in een heerlijke postpunkbrij. Brij is zeker correct verwoord want op plaat klinkt de band gevarieerder, maar dat is nu eenmaal de tol van een voorprogramma. Servo serveerde een interessante inkijk op de wereld door de ogen van Franse monsters.
We blijven het grappig vinden hoe SLIFT zich als een Franse rockband uit Toulouse omschrijft. Op instagram heten ze dan ook Sliftrock. Zoals reeds aangestipt, jong en oud waren op een zeldzame wijze verenigd in de net niet uitverkochte AB Box. De broers Jean (gitaar, synths, zang) en Rémy Fossat (bas) vormen met hun studievriend Canek Flores (drums) een méér dan ‘powerful’ trio dat zich live door niets of niemand laat afleiden en een bijzonder imponerende wall of sound op kruissnelheid uitspuwde. De muziek van dit trio is dan ook een verpletterende genotservaring want we werden via de teletijdmachine van Professor Barabas teruggeslingerd naar de Woodstockjaren voor een spoedcursus psychedelische rock met docent Pink Floyd, progrock door King Crimson, enseventies hardrock door professor Black Sabbath, om dan te worden gemuteerd in het laboratorium waar doommetalgeleerde Sleep en stonerrockwijsgeer Kyuss met proefbuisjes aan de slag gingen.
Na hun passages op Dour en de Lokerse Feesten vorige festivalzomer wisten we welk introvlees we in de kuip hadden. Een visuele backdrop van een hexagon-bol die om zijn eigen as tolde, kondigde de start van de show aan. De draaisnelheid van de bol werd met psychedelisch verantwoorde synths, voor het overige een zeldzame eend in de riffbijt, aangestuurd en op kruissnelheid gebracht, een snelheid die het concert niet meer zou verliezen. Het nieuwe Ilion van de gelijknamige nieuwe plaat ging mooi over in het al even nieuwe Nimh. Je zag de rare spaghettiwezens die de hoes van de plaat sieren als het ware op je afkomen, het dreigingsniveau was minstens code oranje met een rode rand.
Mastodon fans werden zot als een achterdeur van vooral opener Ilion. Dichter bij het label ‘metal’ komt de band vermoedelijk niet meer. De set was een perfecte afwisseling tussen oud en nieuw. Met oud worden dan de tracks bedoeld van de Ummon-plaat uit 2020, toch al vier jaar gerijpt ondertussen. Ooit gitaarriffs gehoord die je tot in de zevende hemel brengen? Luister dan maar naar Ummon. Fans van Sleep’s Dopesmoker keken goedkeurend toe en zagen dat het méér dan goed was. De titeltrack van die Ummon- plaat ging twee hoogtepunten vooraf.
The Words That Have Never Been Heard was het krachtige statement waarnaar we een paar dagen geleden al hadden verwezen in (lees je hier). Muzikaal hoorden we heel veel stonerrock en naar metal hengelende spacerock passeren. Dat was ook het geval tijdens het verbluffend sterke Weaver’s Weft. Beide nummers grossierden in een nooit aflatende kadans die werd gevormd door nummers te laten rusten om het heilige vuur weer aan te wakkeren in een ziedende lavastroom aan riffs en drumroffels. Het optreden kreeg plots een soort sacraal sfeertje en de postmetal-uitbarstingen klonken majestueus. Dit nummer lijkt de blauwdruk van hoe metal generaties kan overbruggen. Naast me stond een jonge vrouw met een soort gelukzaligheid om de lippen te genieten.
Oudjes Hyperion en Altitude Lake zijn pure noiserock-parels die door Part Chimp op gejuich zouden onthaald worden. Die laatste zette rustig in om uit te monden in een verslavend seventiesklankpalet. Eindelijk staat nog eens een band op die de gitaar gitaar laat zijn en de riff weer tot een essentieel onderdeel van een live-set opwaardeert. SLIFT bezondigde zich geen moment aan overdaad, er werd nooit gerifft voor de riff want die d’riff’tbuien waren onveranderd relevant en ondersteunend voor de gestage voortgang van de songs.
En als we het over gestage voortgang hebben, dan hebben we het over het magnum opus getiteld Lions, Tigers And Bears. Tijdens deze song beseften we dat het woord episch toch maar een fletse betekenis heeft want de grandeur van deze knoert van een live-song kent haar gelijke niet. Live lijken de drie de soundtrack voor de apocalyps te hebben geschreven in een 20 minuten allesomvattend spektakel. De psychedelische backdrop leek het tempo van de song niet meer aan te kunnen en we vroegen ons af waarom fans geen verklaring moesten tekenen dat ze een epileptisch risico voor eigen rekening moesten nemen. Temesta had niemand echter nodig want als er iets is wat een SLIFT-optreden kenmerkt, is het wel de verbazingwekkende metamorfose die de fans ondergaan en in de AB in overvloed ondergingen.
Muziek die hard en breed uitgesponnen geserveerd wordt gaat vaak hand in hand met een soort “overdaad schaadt”-impact op de toehoorders. Tijdens Ilion stond iedereen nog braaf te genieten, maar hoe verder de set vorderde hoe meer fans in extase geraakten en met hun euforie geen blijf wisten. Dit resulteerde vanaf het tweede halfuur in de hardere stukken in de ene moshpit na de andere. The Story That Has Never Been Told werd uiteindelijk opnieuw verteld want deze alweer meesterlijke song van de nieuwe plaat was het finale hoogtepunt van een concert dat nog beter uitdraaide dan de nochtans hooggespannen verwachtingen lieten verhopen.
De epiloog was er eentje van “alles moet kapot” zonder iets kapot te maken of stoerdoenerij van welke vorm ook. SLIFT speelde nummers waarvan je hoopte dat ze nooit een einde hadden. Het concert had dat jammer genoeg wel en werd in grootse stijl op sonische wijze afgerond. Er was geen fan die ook nog maar behoefte had aan een bisnummer want perfectie is niet van deze wereld, doch SLIFT kwam aardig in de buurt.
SERVO: instagram – facebook
SLIFT: instagram – website – facebook