Bloemen Noch Kransen. Onder deze noemer eren een paar muziekliefhebbers de muziek van dode artiesten. Radio 1-presentator Herwig Verhovert zorgt voor een ludieke, maar vakkundige, prestatie. De muziek wordt gebracht door een paar oude rotten die hun gelegenheidsband tot The Moonlovers hebben omgedoopt.
De te eren artiest van de avond: Christa Päffgen, iets bekender onder haar artiestennaam Nico. En wie kon je daar beter voor uitnodigen dan Fenne Kuppens? De vocale gelijkenis is treffend, een stem waar je tegelijkertijd koude rillingen van krijgt en wil omarmen. Tussen de drukke Europese tour met de Editors door vond de Whispering Sons-frontvrouw tijd om zich volledig over te geven aan dit unieke project. Over devotie gesproken.
Over Nico is heel wat geschreven. Mooie dingen, maar ook minder mooie dingen. Beschuldigd van flirten met het nazisme, naar verluidt een onverbeterlijke leugenaar en vooral iemand die wist wat het voordeel van fysieke schoonheid is, ook al zou ze vrij vlug het imago van een heroïnejunk krijgen.
Of Nico een zangeres wilde worden is maar de vraag. Ook al staat ze geboekstaafd als het icoon die de voorloopster zou worden van een genre dat ze wellicht zelf door de plee zou spoelen (goth dus), was het de jonge Duitse vooral te doen om bekendheid te verwerven. Ze wist Fellini rond haar vingers te draaien wat haar een piepklein rolletje in diens La Dolce Vita opleverde, en ook Andy Warhol viel voor de charmes van de blondine. Dat laatste wist ze te verzilveren met een kortstondige carrière in The Velvet Underground. Het werden slechts een paar nummers op de wereldberoemde bananen-lp (die destijds allesbehalve goed verkocht), want toen ze tijdens het ontbijt Lou Reed na een one-night-stand liet weten dat ze niet meer onder de lakens wilde kruipen met joden, mocht ze onmiddellijk haar biezen pakken. Het begin van een turbulente solocarrière waarbij ze nog de steun mocht genieten van excentriekeling John Cale.
In hetzelfde jaar van de bananenplaat verscheen Nico’s eerste soloplaat: Chelsea Girl. Een album waar ze later volledig op neerkeek. De plaat die vernoemd was naar de gelijknamige film van Warhol uit 1966 was niet meer een kapstok die diende om Nico uit te spelen als een popster. De songs waren restjes van The Velvet Underground of songs die gecomponeerd waren door Jackson Browne, Tim Harding en Bob Dylan. De legende doet de ronde dat Dylan Like A Rolling Stone voor Nico had gecomponeerd, maar de Duitse diva vond het uiteindelijk maar een song van niks en ze koos voor I’ll Keep It With Mine.
Het typische Nico-geluid dat gekenmerkt werd door haar macabere, ijskoude (bijna apathische) stem, kregen we voor het eerst te horen op The Marble Index uit 1969, ook het jaar waarop ze het pad van Jim Morrison kruiste en tevens verslaafd raakte aan geestverruimende middelen. Het zou nooit meer goed komen met Nico. Ze leverde wel één voor één klassiekers af, maar het succes bleef uit. Als ze al eens in het nieuws kwam dan was het wegens de controverse zoals bijv. met The End uit 1974 die ze afsloot met het gewraakte originele Duitse volkslied Das Lied der Deutschen dat door de nazi’s werd gebruikt.
In het midden van de jaren ’70 verdween Nico in de anonimiteit en nog meer in de harde wereld van de drugs. In de jaren ’80 werd Nico opgepikt door een paar muzikanten die samen met haar een Europese tournee wilden doen. Het resulteerde in twee briljante platen, maar alles daarbuiten was de hel. Lees er het boek van James Young maar eens op na met wie ze samenspeelde.
Van de blonde nymfomane uit de jaren ’60 bleef alleen maar een afstandelijke junk over die steevast weigerde om zich te wassen en iedereen van zich afstootte. Het kan soms verkeren met iconen. Het stond in de sterren geschreven dat de Duitse zou bezwijken aan een overdosis, maar het lot werd in 1988 bezegeld door een val met de fiets.
Tot zover de Nico-biografie voor dummies. Terug naar dat ene, unieke moment in Antwerpen. Doorgaans hebben we een broertje dood aan covers en nog meer aan tributebands, maar wat Fenne en de Moonlovers lieten zien was een eerbetoon van het allerhoogste gehalte. We willen niet weten in wat voor een recordtempo Fenne zich meester moest maken van de gebrachte nummers, maar ze deed het met verve. Precies zoals we van haar verwacht hadden, of hoe een ingetogen artieste met haar unieke stemgeluid het niveau evenaart van één van de grootste excentriekelingen uit het popdom. Of zoals iemand naast ons opmerkte, nog beter deed, want Fenne kan zingen.
Het werd een set die gespeeld werd in chronologische volgorde. Beginnend met (hoe kan het ook anders) The Velvet Underground-klassiekers om zich gaandeweg een weg te banen naar de mijlpaal die Desertshore was of Vegas waarmee de vijf muzikanten dit fenomenale optreden afsloten.
We weten niet in hoeverre de beslissing bij Fenne lag om voor Vegas te opteren (al bij al een obscure Nico-song), maar het was meer dan ééns duidelijk dat de roots van haar Whispering Sons-geluid eerder bij Nico liggen dan bij de vele gothbandjes die tot vervelens toe worden aangehaald. Of wacht, zegden we niet dat Nico de moeder is van de donkere muziek, en dus ook van de goth?