Love and peace is all around ! En vooral voor de kampeerders op W-festival, want van zodra de tentjes opgesteld stonden, konden die het festivalterrein al gaan verkennen in een Woodstock-sfeertje. Maar wees gerust: de zwartzakken zijn niet verslaan door de hippies, ook al doken er een paar prachtexemplaren met olifantenpijpen, bloemenjurkjes, weelderige plastic haardossen met peace-lintjes op het voorhoofd op.
Het is even wennen aan de expo als concerthal, want dit (en de regen) doet wat charme af aan de echte festivalsfeer, hoewel het wel lekker droog is. ‘Nou, de akoestiek is gewoon kut.”, kregen we ook te horen van onze Hollandse buur. Maar het vierdaagse festival nam met dit voorlopertje een fijne start met twee bands en drie coverbands.
Voor Irish Coffee kwamen we net te laat, dus beten de Britten van Twisted Nerve voor ons de spits af. Piratenvlaggen van de band op het podium en een stevige dosis punkrock, waarbij ons vooral het nummer Five Minutes Of Fame bekend in de oren klonk. Met ‘fucking’ in iedere zin van de bindteksten brachten deze stoere mannen wel meteen een stevig rocksfeertje in de hal, maar besloten in zeemzoete flowerpowerstijl: “Yeah, I can feel all your love!”
En dan de coverbands… Van The Trio Experience kregen we een heel oeuvre aan Jimi Hendrix-hits te horen. Van Purple Haze, Little Wing, Hey Joe, Voodoo Child, Foxy Lady, Fire, Manic Depression, tot Power To Love en afsluiter Midnight. Het gitaarwerk van de zanger/gitarist was knap en Hendrix-gewijs ging hij de snaren ook met zijn tanden te lijf, maar toegegeven: met zijn té smoothy stem, was hij geen Jimi…
Noem het nostalgisch sentiment of een kleine jeugdzonde, maar Led Zeppelin blijft een bepaalde charme houden. Tributeband Letz Zeppelin bracht dan ook wat meer volk dichter bij het podium en zette ook zo’n sterk gitaargeluid neer. De weelderige krullen van de zanger deinden lekker mee, met zijn bijhorende moves. De set lijkt voorzichtig te openen met Immigrant Song, maar wordt al gauw open gebroken met de stevige hit Whole Lotta Love. Naast Communication Breakdown horen we ook o.a. Black Dog, Heartbreaker, Kashmir en natuurlijk ook – de best knap gebrachte – klassieker Stairway To Heaven, waarna Rock ’n Roll nog volgde . Op ieder metaloptreden moést er een drumsolo zijn, volgens de zanger, waarop drummer Bruno ook even het podium voor zich alleen kreeg, maar ons niet omver blies. De screams die Robert Plant zo heerlijk kon neerzetten, hielden ook bij deze band een vrij goede kracht. De zanglijnen klonken iets minder bitsig en pittig, hoewel de algemene sound wel goed zat.
En dan loopt het podium goed vol met de 2 backing vocals, een zanger/gitarist, een gitarist, een bassist, 2 synthspelers, een drummer en een saxofonist. Kortom: Floyd, de negenkoppige tributeband van Pink Floyd. En – of je nu fan bent van Pink Floyd of niet – dit was een zeer waardige tribute! In het eerste deel van de set krijgen we enkele rustigere nummers te horen zoals What Do You Want From Me, Sorrow en The Dogs Of War. De noisy transactiegeluiden die Money openen, kenmerken de knappe intro’s en de complexiteit van de nummers wordt nogmaals duidelijk als we de muzikanten gepassioneerd op dit podium zien staan. Another Brick In The Wall wordt door de weinig anarchistische, luisteraars wel vlot mee gezongen, terwijl de gitaarlijn van afsluiter Run Like Hell bij de meesten bekender is dan de zang. Verwennerij voor Pink Floyd-fans!
De tijdsmachine bracht ons vandaag 50 jaar terug, maar voor de komende vier dagen, spoelen wij alvast graag verder naar de jaren tachtig voor bands van toen en sounds van nu.