Luminous Dash BE

PUKKELPOP Dag 4 (18/08/2019)

Pukkelpop dag 4, de dag die we, als we organisator Chokri Mahasinne mogen geloven, binnen ettelijke jaren nog steeds als historisch zullen beschouwen. FULCO mocht namelijk de dag openen en verdreef daarmee de regen bijna voorgoed naar nattere oorden.

Fulco Ottervanger heeft kennelijk niet genoeg aan Stadt, BeraadGeslagen en De Beren Gieren om al zijn tijd en inspiratie te benutten. Samen met Dries Laheye van STUFF. en Klaas De Somer van Faces On TV begon hij dan maar een Nederlandstalige popproject onder zijn eigen naam. Weinig jazz, weinig piano wel gitaar en enkele bliepjes, maar nog steeds de Fulco die een glimlach op ons gelaat toverde met verhalen over zijn tijd in een sekte tijdens Hangen In De Waarheid of zinsneden als “Als je niet thuis blijft dan kun je nergens heen”. De caféfilosoof zou zijn goesting om te discussiëren meteen achterwege laten bij deze geestige bezinning op zondagmorgen. Mooie melodietjes gingen hand in hand met een lichte vorm van van de pot geruktheid en muzikaal gekscherende chaos. De glimlach en ons humorzintuig werden, ook met dank aan de aaibaarheidsfactor en de huppel van Fulco, welwillend geprikkeld.

Fulco brengt humor met een hoge aaibaarheidsfactor (c) Jonas Van Laere

Shht was neergestreken op Kiewit en dat mocht geweten zijn. Na een passage op Pukkelpop Downtown en een concert in The Buzz, moest ook de Castello eraan geloven. Dit keer geruggensteund door een negenkoppige brassband, mocht het alweer wat meer zijn. De Gentse band heeft zich het laatste jaar een serieuze cultstatus bij elkaar gespeeld en ook in het verre Limburg moesten nog zieltjes gewonnen worden. De chaos is weliswaar georchestreerd, de prominent aanwezige absurditeit – zonder dat deze evenwel de hoofdrol vertolkt – en publieksjennerij missen hun doel niet. De security is naar het schijnt nog aan het bekomen van de verleidelijke moves van zanger Michiel. En volgens een snelle berekening, afgaande op het aantal verjaardagen, moet toetsenist Mathijs ondertussen 185 jaar zijn, al ziet hij er nog steeds kranig uit. Wanneer Talk About een kwartier voor het einde aangekondigd wordt als laatste nummer van de set, weet de geoefende kijker dat er meer staat te gebeuren. Tien minuten later danst de volledige Castello in stoet langs de Marquee, met als fanfare van de dag Shht en zijn brassband. Mocht het nog niet duidelijk zijn, voor ‘de fun, de hits’ moet je tegenwoordig niet meer bij radio Donna zijn. 

Shht was neergestreken op Kiewit en dat mocht geweten zijn (c) Jonas Van Laere

De jaren 80 zijn tegenwoordig aan een serieuze revival toe. Veel bands laten zich beïnvloeden door new wave, postpunk of elektro sound van dit soms verguisde decennia. Zo zie je maar… Met Ertebrekers 80’s Extravanganza werd dit alles schaamteloos extra in de verf gezet. De heren Kowlier en Bearelle moesten weinig moeite doen om het publiek op de hand te krijgen met hits als Paranoia en Shimokitazawa. Omdat de funky boyband alles uit de kast wou halen om het publiek voor deze laatste dag echt op gang te trekken mocht ook Brihang zijn Steentje bijdragen. Op de tonen van LL Cool J’s I Need Love werd het gedrappeerd met een portie 80’s saus waardoor nostalgici meteen in ‘ertebrekers’ mood verkeerden. Zelfs hit der hits Pump Up The Jam, mét Martha Da’ro, moest onderdoen voor de hartenbrekers van dertig jaar geleden. Paul Michiels en Jan Leyers brachten Soulster klassiekers Through Before We Even Started en The Way To Your Heart met bijzonder veel goesting en drive. De stem van Michiels is nog steeds loepzuiver en in Leyers schuilt nog steeds een jong veulen. We zouden er niet van verschieten moest deze extravaganza nog een vervolg krijgen. Het mag dan wel niet baanbrekend zijn, entertainend en kwaliteitsvol is het des te meer. 

Ertebrekers 80’s Extravanganza zette de 80′ revival in de verf (c) Jonas Van Laere

Op naar Ata Kak. De Ghanees bracht in de jaren ‘90 enkele cassettes uit, die pas vele jaren laten mee vorm zouden geven aan de legendarische blog Awesome Tapes From Africa. De combinatie van rap, funk en oude house evolueert bij aanvang te traag om het vuur echt op te stoken. Ata Kak laat het niet aan zijn hart komen en zijn enthousiasme slaat halverwege de set ook over op het publiek. Wat volgt is dansen op onverstaanbaar gezang en beat -en basgedreven vibes. Voor herhaling vatbaar.

(c) Jonas Van Laere

Het New-Yorkse Bodega wordt al enkele maanden hier en daar als dé te ontdekken band bestempeld. Op plaat leken de gensters nog niet meteen volledig over te slaan, maar live wist Bodega moeiteloos de Lift om hun vinger te winden. Centraal op het podium regiseert zangeres, en blijkbaar ook art director van de band, Nik E ikki het artpunk geheel. Het vijftal ziet er een allegaartje uit, werken doet het wel. Dansbenen en wiegende heupen werder getriggerd met een sound die soms Talking Heads, soms Pixies klinkt. Maar evengoed verbroerdert met stadsgenoten Parquet Courts. Wanneer we naar het einde van de set ook flarden Too Real van Fontaines D.C. doorheen de tekst ontwaren, was het besluit eigenlijk al genomen: fan +1.

(c) Jonas Van Laere

Moet er nog gesproken worden over dé headliner van Pukkelpop 2019? Zeker. De verwachtingen voor het optreden van Billie Eilish lagen dan ook torenhoog. Weinigen die er anno 2019 nog in slagen om een ganse wei te beroeren. Laat staan op een flets tijdstip in de namiddag. Allicht is Durand Jones – die als enige op hetzelfde moment speelde – nog steeds aan het knuffelen met die enkelingen die niet de weg naar Billie vonden, of wouden vinden. Eilish bracht hipsters met buffalo’s op de been, maar ook jongelingen die hun zolen in de boilerroom verslijten, vaders en moeders met hun (kleine) kinderen en nieuwsgierige rockers die geflatteerd zijn door het fenomeen Eilish. Zelfs Michael Gira (Swans) liet zich onlangs ontvallen gecharmeerd te zijn door deze vroegrijpe doorzetter. En wat blijkt, Eilish houdt live ook meer dan stand. Opruiende beats, bakken energie, zelfverzekerde houding zonder arrogant te zijn, een vrij strakke set ontdaan van al te veel crowdpleasing, en uiteraard nu al een pakketje uitmuntende popsongs met duister randje. De nummers uit haar ep Don’t Smile At Me moesten daarbij het onderspit delven tegenover de freaks vanop When We All Fall Asleep. De bakvissen moesten blijkbaar op tijd en stond gevoederd worden met te melige songs waardoor de kans werd gemist om echt outstanding te zijn. Het ranzig of licht morbide randje werd daarbij teveel gemist. Eilish bevestigde desondanks dat ze het potentieel heeft nog jarenlang een divers publiek te beroeren. Aan haar om te bewijzen dat ze dit ook met de nodige bloeddorst blijft doen.

Billie Eilish bevestigde dat ze het potentieel heeft nog jarenlang een divers publiek te beroeren (c) Pukkelpop-Philippe

We zagen het mogelijks nooit eerder, tien minuten vroeger dan gepland besteeg Kate Tempest het podium van de Castello. Wat volgde was een uitputtingsslag met en door woorden. Omdat haar laatste plaat The Book Of Traps And Lessons een nogal intimiderend effect heeft, werd het pad geplaveid door een pak nummers uit Let Them Eat Chaos. De beat mocht nog mee de tent vullen op onder andere Europe Is Lost, Ketamine For Breakfast, We Die. Tempest wou niet de gok wagen om een festivalpubliek, zoals in de Botanique enkele maanden terug, enkel met het gewicht van haar nieuwe nummers te belasten. Ze raasde dan maar door de opwarmronde heen, alsof er zelf geen ruimte mocht gelaten worden voor een overbodige ademhaling. Wanneer de muzikale begeleiding wegdeemstert en Kate, enkel gesteund door de stilte, haar rauwe poetry slam bovenhaalt krijgt ze de handen spontaan en meermaals op elkaar. Hét teken dat het publiek zelfs op een zondag openstaat voor wat komen zal. Tijdens Hold Your Own houdt iedereen angstvallig zijn adem in terwijl iedereen teruggeworpen wordt tot zijn meest breekbare zelf. “Happiness, the brand, is not happiness. We are smarter than they think we are. They take us all for idiots, but that’s their problem. When we behave like idiots, it becomes our problem. So, hold your own.” Probeer dat die boilerkids maar eens wijs te maken… Ondanks de immer moeilijke festivalomstandigheden hield ze de Castello op haar eentje recht. De prijs voor het mooiste liefdeslied ging dan weer naar Firestorm en met afsluiter Peoples Faces werden we zelf bijna tot tranen toe bewogen. Achteraf ging het gerucht de ronde dat na de opkuis de container met achtergelaten kroppen in de keel uitpuilde.

Het Nederlands duo Weval, voor de gelegenheid aangedikt tot een vijfkoppige band, bracht daarna een ode aan de doordachte opbouw van een elektronica set. De lekker traag sluimerende elektro maakte gaandeweg plaats voor gevoelige 80’s beats tot opzwepende techno. De gemoederen werden niet bedaard en Weval gaf de weide wat ze net voor de finale eindspurt van het festival nodig heeft, een kleine energieboost om de laatste col gezwind te kunnen beklimmen.

Weval bracht een ode aan de doordachte opbouw van een elektronica set
Foto: (c) Jonas Van Laere

Ondertussen had zich alweer een immense meute verzameld in de danshal voor Charlie XCX. Deze mag dan wel over hetzelfde energievermogen als Billie Eilisch beschikken, ze moet helaas uit een ander arsenaal songs plukken. De floorfillers die ze bezit (I Love It, Fancy, Gone) zijn echter vrij inhoudsloos. Het feit dat ze niet voor een live band kiest, degradeert haar tot partystarter zonder diepgang. We zagen een volledige dancehall meebrullen, zingen en dansen, en waren er zelf ook bij momenten vatbaar voor. Maar of ons dit zal bijblijven valt sterk te betwijfelen

Een te korte passage door de door Charlotte Adigéry gehoste bosrijke Vall-ey – wellicht de plek met het grootste zen gehalte op de hele wei – leverde ons enkele nummers van The Germans op. Kiezen is altijd een beetje verliezen, want we vermoeden dat zanger/springbok Jakob Ampe allicht eigenhandig enkele seksueel getinte bosnimfen zou oproepen. Met Sexuality mangelden The Germans zweverig en onstuimig moeiteloos door elkaar en het leek er op dat ze hier ook op Pukkelpop in zouden slagen.

Foto: (c) Jonas Van Laere

Mannen die het niet moeten hebben van nieuw werk, maar nog steeds blijken te teren op hun oude nummers zijn de excentrieke New Yorkers van Yeasayer. Na All Hour Cymbals en Odd Blood deemsterden ze een beetje weg in de vergetelheid. Mede door platen die het experiment steeds verder naar de achtergrond leken te drijven. Het publiek omarmde op Pukkelpop oldies als Sunrise, 2080 en O.N.E. en leek tussenin vrij vergevingsgezind voor hun te mak nieuwer werk.

Yeasayer teerde vooral op oude successen (c) Jonas Van Laere

Had Pukkelpop 2019 zichzelf een mooier eindpunt kunnen bedenken dan Matt Berninger die zich op het publiek inknuffelt tijdens eens intieme, akoestische versie van Vanderlyle Crybaby Geeks? Nee, daar zijn we bijna zeker van. Al wat na The National kwam was maar teren op de roze wolk waarop we ons bevonden. En daar konden zelfs pioniers als Jeff Mills & Tony Allen, ondanks hun oerdegelijke jazz techno jam, niets tegen in brengen. Van bij de opkomst leek het publiek al meteen voor de tweede maal deze editie overstag te gaan voor de aimabele zielenknijper Matt Berringer en zijn orkest der betoverende melancholie. De geniale zet om de set te laten bepalen door het publiek leverde het ene kippenvel na het andere op. We herontdekten het weerbarstige Mr November – waarbij Berninger tot voorbij de PA het publiek in dook – lieten ons troosten door de arm rond onze schouder tijdens Mistaken For Strangers en geloofden in de donkere zijde van Berninger wanneer hij, half op de voorste rijen gelegen, tijdens Conversation 16 “I am evil” predikt.

(c) Pukkelpop – Jeroen

Waar de band met ouder worden verder lijkt te rijpen, blijft de wijn op het podium achterwege. Berninger teert meer dan ooit op de interactie met het publiek en in dit geval bracht het beiden naar een hoger niveau. Ondertussen zorgen de broers Devendorf en Byran Dessner voor het geluid dat wellicht in elke baarmoeder is te horen: warm, teder, vol beschermende zachtheid met regelmatig hints naar de soms harde realiteit. Tijdens I Need My Girl sleept Dessner zijn gitaar over de grond om die pijnlijke waarheid ook een passend geluid te geven. The National heeft wellicht ooit in een oud boek een ultiem recept gevonden dat ze na ook na twintig jaar nog fris kunnen laten smaken. Is het de weemoed, het beschermende, de aangeboden ruggensteun of gewoon het samenhorigheidsgevoel? Een antwoord is niet nodig, het enige wat we na vanavond onthouden is dat nummers als Fake Empire – je zou voor minder verliefd worden op koperblazers -, Bloodbuzz Ohio – klonk het ooit meer vastberaden? -, Slow Show – er zullen nog velen dromen over dit concert – en Terrible Love bijna onfeilbaar geworden zijn. Met dank aan het vermogen om intimiteit te creëren in dergelijke massa. En dan doen we de rest van de set oneer aan. Zouden we het erg vinden om The National nooit meer te zien? Natuurlijk! Al zou deze avond tevens een onvergetelijk laatste statement mogen zijn. 

Mobiele versie afsluiten