De meningen zijn verdeeld over deze metaldag die geen echte metaldag leek te zijn op deze 45ste editie van de Lokerse Feesten. En toch leek iedere met bandshirt getooide langharige, die er ondanks alle vestimentaire clichés en vooral door de zeer uiteenlopende leeftijden zeer knap divers uit zagen, er van genoten te hebben!
Het was verrassend, maar eigenlijk ook niet verbazend dat het festivalterrein om 16 uur al nagenoeg volledig vol stond voor Brutus. Met hun derde optreden op de Lokerse Feesten, nadat ze vorig jaar de Red Bull Boiler Room omverbliezen, openden ze dit jaar het hoofdpodium. Met hun twee albums Burst en Nest bliezen ze ons reeds eerder omver en live blijven ze dit alleen maar bevestigen: ons namiddagontbijt was nog maar amper verteerd (ja, zo gaat dat tijdens het festivalseizoen ) en we kregen meteen een flinke lading bas (zowel van de drum als de snaren) door het lijf gejaagd. Dit trio uit Leuven brengt een metalsound die intens scharrelt met andere stijlen , maar is vooral een band vol power. En die kracht werd vooral door de indrukwekkende zangeres / drumster Stefanie Mannaerts (die we ook kennen van Rumours) neergezet, geflankeerd door bassist Peter en gitarist Stijn. Fragiliteit wordt uitgeschreeuwd bij iedere drumslag. De heldere zanglijnen die vol breekbare emotie zitten, steken schril af bij het harde drumwerk. Hoewel ze even vaak ziedend schelruw kan uithalen ook. Vandaag nog op de Lokerse Feesten maar in november trekt dit trio gewoonweg naar Amerika, met 4 shows in Los Angeles, New Orleans, Austin (Texas) en Mexico City. Net voor het laatste nummer krijgen we het übersympathieke kantje van Stephanie te zien, wanneer ze vraagt of het publiek zich goed voelt, waarop zonder aarzelen een luidkeelse ‘Ja!’ volgt en zij nederig glimlachend ‘merci hé…’ eraan toevoegt.
Wat eerst een domper kon zijn met de annulatie van Monster Magnet, leverde het beste optreden van de metaldag op. We hadden al wat nummers en de bijhorende geruchten (als grote revelatie op Graspsop 2018, na de release van hun album Stranger Fruit en dit jaar op Werchter) gehoord, maar we konden nu de Zwitserse Zeal & Ardor ook voor het eerst live aan het werk zien. Het project van de charismatische Manuel Gagneux bracht de knapste vorm van crossover die buiten alle lijnen kleurt, door een overtreffende avant-garde-blend van black metal en negro spirituals neer te poten. Deze muziek blijft onder je huid kleven. Enkele minuten lang houden de 2 gitaristen eenzelfde openingsakkoord aan, wanneer de heren op het podium aarden, wat in alle eenvoud sterk theatraal over kwam. Spirituele slavernijmuziek die gepaard ging met oorverdovende metalkreten, waar het drumwerk meeslepende ritmes opdroeg en overgoten werd met een portie elektronica. Naast frontman Gagneux en de drummer en gitarist, staan er ook 2 zangers die met hun zang het hele concept benadrukken. Drie stemmen die samen zo’n rijk metalsoulgeluid produceren, waar zelfs samen Lenny Kravitz én Trent Reznor een puntje aan kunnen zuigen. Teksten die binnenkomen met verzen als ‘De duivel komt ‘s morgens vroeg en hij is ok.’ en ‘Een goed man is een dode man’. Wij waren overdonderd door o.a. de nummers Gravediggers’Chants, Devil Is Fine en Baphomet, maar vooral door de passie van Zeal & Ardor !
‘Remember where you came from.’ Life Of Agony is een band die ons persoonlijk al jaren beroert. Mina Caputo is een dame die indruk maakt. Met haar geslachtsoperatie nam haar zelfvertrouwen toe als we dat vergelijken met de tijd waarin Keith ons evenzeer beroerde. En toch bleef het een rustig optreden, met vrij weinig respons van het publiek. Zo richtte Joy Z. zich zelfs even aan de pa met de vraag of die wel aan stond. Het had gerust heviger en luider gemogen, maar dan vooral vanuit het publiek denken we, want wij gingen nog steeds volop op in de nummers Lost At 22, Weeds, This Time en River Runs Red. Fijn om te zien dat er bij het nieuwe, stevig klinkende nummer Empty Hole toch een moshpit ontstond en de set sterk afgesloten werd. De mooie woorden van Mina tussendoor die het belang van samenhorigheid waarbinnen jezelf kan en durft zijn benadrukte, werden hopelijk ook door iedereen meegenomen.
Op het terrein merkten we van bij het begin vandaag al heel wat Alestorm-shirts op. De heren hebben heel wat fans. En dat terwijl Alestorm niet de band was die ons muzikaal veel deed. Het podium deed olijk aan, met het rechtopstaande, rood geschilderde keyboard en de gigantische opblaas-badeend. En een olijke show werd het ook. Plezier en fun. Gelach en gejoel. Maar muzikaal hoorden wij niet veel meer dan punktrash dronkemanslieden, met Schotse inspiratie en inhoudloze teksten die het piratengehalte vulden met bier, kilts en rum. ‘I got drunk – yo-how – because I drank too much – yo-how’. En nog eens… yo-how! Voor ons stelde dit niet veel voor, maar… het was wel de enige band die een massa publiek in een rep en roerend feestgedruis bracht.
En vanaf dan werd de leeftijd verhoogd, samen met onze angst om vergane glorie te horen te krijgen.
Maar Europe verbaasde positief met een zeer enthousiaste performance, met de typische eightiesmoves, de glammy belichting, leren jekkers en de lange, in zwarte slimfits gehulde benen er op en er aan. De zang en het gitaarwerk klonk nog steeds sterk en we konden best genieten van de nostalgie met Scream Of Anger, War Of Games, Carrie, Cherokee en Superstitious. Daarnaast brachten ze verrassend genoeg ook een zeer knappe versie van No Woman No Cry van Bob Marley. We hadden verwacht dat de weide bij The Final Countdown massaal ging meezingen en –dansen en dit gebeurde gedeeltelijk wel, maar het viel vooral op hoe op dat ogenblik de smartphones de lucht in gingen om dit moment vast te leggen.
Wat de Scorpions betrof was de nostalgie toch iets minder glorieus, maar zanger Klaus Meine heeft met zijn 71 dan ook al wat meer jaren op de teller staan. Toonvast, maar zonder passie en pit in zijn stem krijgen we een heel scala aan hits te horen: van Make It Real, The Zoo, Is There Anybode There?, Coast To Coast tot het tijdsloze Wind Of Change.
Alle randvoorwaarden voor een perfecte show waren voorzien: indrukwekkende visuals en show door gitarist Rudolf Schenker, drummer Mikkey Dee die op het zwevende podium met kabels de lucht in getrokken werd… wat deze spectaculair maakte, maar waar nog zeer weinig passie in terug te vinden was. Behalve dan bij Dee, die ons halverwege ergens op een spectaculaire drumsolo trakteerde… terwijl de anderen even op adem kwamen, veronderstellen we? Al bij al waren we verrast door het feit dat ze hun ding nog steeds behoorlijk goed doen en een publiek laten genieten. Afsluiten deden ze met Still Lovin’ You en Rock You Like A Hurricane en ze lieten ons enkel nog met de vraag achter wanneer die afscheidstour nu precies stopt…
Tussen de optredens op het hoofdpodium door, konden we toch regelmatig even de Red Bull Music Hall in duiken om kort ook daar de sfeer op te snuiven. Eentje die ons uitermate beviel, want we konden de underground-taste daar lichtjes proeven. We pikten enkele nummers mee van 3 sterke bands die een frisse en erg stevige rockwind door de kokende bunkerlocatie lieten waaien: de grunchy, noisy ambient darkrock van Wolvennest, het buitenaards en heerlijke geschreeuw van Wiegedood dat ons vol leven blies en daarbovenop nog enkele sterke Stake (ex- Steak Number Eight) – nummers om de nacht af te ronden, terwijl we Goe Vur In Den Otto met hun dj-set de festivalweide lieten afsluiten.
Een metaleditie die crossover bracht, nostalgische non-metal én ons enkele uithoeken van het genre liet horen!