Pukkelpop houdt niet meer van gitaren. Althans Pukkelpop beweert dat de jeugd niet meer van gitaren houdt. Maar Pukkelpop kwam met een geweldige vondst op de proppen. Nu het festivalterrein van Kiewit toch in gereedheid gebracht werd voor Pukkelpop 2022 dat op 18 augustus van start ging kon evengoed een extra festivaldag worden georganiseerd, luttele 4 dagen voordien? Ja toch? Maar dan eentje met alleen gevestigde waarden die hun muziek vooral rond gitaren opbouwen? Doen! En zo is de rijk gevulde festivalzomer een festival rijker, en wat voor eentje.
Hear Hear! heet het festival officieel en het is er eentje geworden om van te smullen, te smelten en reikhalzend te doen uitkijken naar editie 2. Podia bij de vleet op Pukkelpop, dus ze konden er tijdelijk wel 3 even afstaan aan Hear Hear! De Pukkelpop-Marquee werd zo de mainstage van Hear Hear!, Wah Wah geheten. De andere podia hadden evenzeer ronkende namen, want Gimme Gimme en Yeah Yeah zorgden evenzeer voor de nodige shock treatment.
Hear Hear! speelde zich af tijdens ‘de heilige driedaagse’ van de enige officiële hittegolf tot dusver deze zomer. We hoorden praten over circa 15.000 bezoekers, wat veel is, zeker in temperaturen die de dertig graden halen. Het is anderzijds weinig als we de line-up bekijken, maar misschien zijn veel laatbeslissers gewoon afgeschrikt door de sauna-vooruitzichten.
Wat er ook van is, we konden in deze broeierige festivalomstandigheden nog behoorlijk vlot laveren tussen de podia en behoorlijk dicht bij het podium geraken. De organisatie liet ook een waterfles per persoon toe die kon gevuld worden met kraantjeswater. Een hitteslag kregen we vooral de dag nadien want dan kregen we de rekening gepresenteerd van stappen en dansen in een kolkend sfeertje. Hitteslag en niet zonneslag want dankzij de tenten werden de zonmomenten tot een strikt minimum teruggedrongen.
Wie was nu de allereerste band die op de allereerste editie van Hear Hear! de debatten opende? Dat waren Laura-Mary Carter en Steven Ansell van Blood Red Shoes, de noise –en indierockhelden uit Brighton. In principe hadden ze een overweldigend statement kunnen maken door zowat integraal hun nieuwe voortreffelijke plaat Ghosts On Tape te spelen, maar er werd gekozen voor trefzekere doch iets te brave nummers uit de laatste twee platen.
Deze nummers combineren met Je Me Perds en het enige oudje I Wish I Was Someone Better toonde net aan dat er meer songs van het kaliber I Am Not You hadden gekund of misschien hadden gemoeten. We oordelen misschien streng maar een oogstrelende Carter in bloedvorm had de Wah Wah al in lichterlaaie kunnen zetten, nu bleven we steken met een licht gevoel van onvoldaanheid, temeer omdat ze minstens 10 minuten te vroeg gestopt waren, en dat scheelt snel een klassieker of drie in Blood Red Shoes-terminologie. Niettemin, de volgende keer dat ze in ons land komen spelen staan we er opnieuw, op de eerste rij!
De rust in Gimme Gimme tijdens de set van Kings Of Convenience dreef velen naar het optreden van Sons maar de dreigende rust en apathie maakte snel plaats voor adoratie, een glimlach op ieders lippen en een heel mooi concert. Kings of Convenience is indie folk-pop uit het Noorse Bergen en wordt gevormd door het duo Erlend Øye en Eirik Glambek Bøe. De folkgitaren en fijne harmonieën werden opgesmukt met een violist en een contrabassist in het slot van de set. Het feestje werd compleet met een Mexicaanse drummer en tonnen humor.
Het spelletje met het publiek over het Waalse Bergen, het Amerikaanse Bergen en hun Noorse herkomst was heel entertainend. Muzikaal hoorden we vanalles en de invloeden van Simon & Garfunkel, maar zeker ook Belle & Sebastian waren duidelijk hoorbaar. Beide heren brachten rustige muziek op een overtuigende wijze want we bleven een concert lang geboeid toekijken, waarvoor hulde.
Terug aangekomen vooraan in de Wah Wah kregen we de geweldige Anna Calvi te zien. Haar debuutplaat sloeg in als een bom in 2011 en werd geproducet door Rob Ellis, vooral bekend van zijn werk met PJ Harvey. Deze referentie komt vaak bovendrijven, net als die van Siouxsie Sioux, vooral dan omwille van de ‘theatraliteit’ van haar act. De platen One Breath en Hunter bevestigden haar imago als briljante gitariste, wat haar dan weer vergelijkingen met ene Jimi Hendrix opleverde.
Suzanne & I uit het debuut kwam vroeg in de set en het publiek was meteen mee. Calvi zorgde voor een Twin Peaks-sfeertje, alsof haar bijdrage aan Peaky Blinders al niet volstond. Net als Laura-Mary een uur vroeger was Anna piekfijn uitgedost, met een naar de omstandigheden vermoedelijk redelijk ongemakkelijk zittende hooggeknoopte blouse. Het leek Calvi geenszins te hinderen want Don’t Beat The Girl Out Of My Boy en Ghost Rider waren dé blikvangers van een zinderende finale. Anna Calvi was grandioos en bevestigde haar reputatie om live een diepe indruk na te laten.
Negen jaar hebben we moeten wachten tot een nieuwe Belgische passage van zowat de meest relevante posthardcoreband uit New York, Girls Against Boys. In de jaren negentig konden we hen in één adem noemen met roemruchte bands Fugazi en The Jesus Lizard en anno 2022 toeren ze omwille van 25 years of House Of GvsB. Laat dit exact die plaat zijn waardoor we onvoorwaardelijk en voor eeuwig fan geworden zijn in 1996.
Op Hear Hear! toonden ze oud en nieuw nog eens goed waarvoor ze staan, waar de klepel hangt en dat het ontzettend cool is om een break van 7 jaar in te lassen, en dan met een spervuur aan dubbele baslijnen de Gimme Gimme met een “hell yess no nonsense rock’n roll from New York baby” verweesd achter te laten. En dan hadden ze nog niet eens tijd voor Rockets Are Red. Wat we wel kregen zijn vier nummers uit Venus Luxury No1 Baby (1993) en uiteraard een hele batterij posthardcore-anthems uit House Of GvsB. Wat we ook kregen en wel als afsluiters zijn twee klassiekers uit Cruise Yourself, waaronder de afsluiter en luidkeels meegebrulde klassieker Kill The Sexplayer.
Hoogtepunten opsommen is een karwei want het was het ene magische moment na het andere, en wat te rommelig gebracht werd was meteen gecompenseerd door energie bij de vleet en een rondhossende Scott McCloud (frontman, zanger, gitarist) en springveer en bandoprichter Eli Janney (synths, basgitaar) die bij deze temperaturen echt wel heel diep gingen.
De tent apprecieerde dit enorm en de New Yorkers werden op handen gedragen. Ook drummer Alexis Fleisig en de onvermoeibare bassist Johnny Temple verbruikten hectoliters zweet. Je wil toch hoogtepunten? Noteer dan Bulletproof Cupid, b-kantje Distracted en een geweldig Learned It. Girls Against Boys zijn anno 2022 nog steeds actief met de line-up van 30 jaar geleden, waarvoor hulde deel 2. Dit alles in ons achterhoofd houdend stellen we vast dat Girls Against Boys uitblonken op een festivaldag met alleen grote namen en ze het predicaat ‘beste concert van de dag’ mogen claimen.
Back to Wah Wah dan voor een glorieuze doortocht van Fenne Kuppens en haar Whispering Sons. De Limburgse postpunkers waren ook deze keer weer erg dwingend en overtuigend. Fenne leek er in haar hopeloos oversized hemd erg veel zin in te hebben en zocht meermaals de catwalk op. Alle krakers zoals White Noise, Alone en Surface passeerden en de machine is zodanig gesmeerd dat het tegenwoordig vooral genieten is. Whispering Sons lijken voor jaren goed te zitten als Belgische vaandeldragers van de alternatieve muziek.
Parquet Courts begonnen rond pannenkoekenuur aan hun set en zetten er stevig de pas in. Andrew Savage liet er geen dor gras over groeien en werd met bravoure bijgestaan door gitarist, backing vocalist en synthesizermanusje van alles Austin Brown. Deze laatste las halverwege de set een pancarte voor van een fan die het in essentie had over seks, drank en rock-’n-roll. Het optreden was een fijne verderzetting van de diepe geul die de andere New Yorkers van Girls Against Boys al gegraven hadden. Wide Awake! en enigszins benieuwd vertrokken we dan richting mainstage voor het concert van Wolf Alice.
Visions Of A Life, het debuut van dit viertal uit Londen zette hen meteen keihard op de alternatieve indierockkaart en leverde een Mercury Prize op. We zijn twee platen verder en we zagen een goed gerodeerde band aan het werk die flink van klankkleur wisselt doorheen hun set.
Aan de persaandacht voor hun recente plaat Blue Weekend, dat de superlatieven en vijf sterren niet schuwt, te oordelen was dit hét moment om de band live te zien, want Kings Of Leon, Coldplay en andere Editors hebben afdoende bewezen dat het snel bergaf kan gaan met het schrijven van boeiende baanbrekende albums.
Gitarist Joff Oddie richtte de band in 2010 op als duo met de knappe verschijning Ellie Roswell, die zang en gitaar combineert. Oddie is een volksmenner, leek zich wonderwel te amuseren, jutte het publiek op en droeg een hilarisch t-shirt met de beeltenissen van Justin Timberlake en Christina Aguilera. Roswell is een uitstekende zangeres en was op haar best in het tweede deel van de set.
Aanvankelijk was de indiepop van Wolf Alice te veel dertien in een dozijn maar het charisma van beiden deed het optreden toch boven de middelmaat uitstijgen. Middelmaat is op Hear Hear! onvoldoende dus staken ze een tandje bij en injecteerden ze hun sound met veel postpunkinvloeden. We kregen flarden Amyl & The Sniffers te horen, en Ellie goot op sensuele wijze een fles water uit over haar hoofd waarna ze vrolijk headbangend terug haar microstatief ter hand nam. Het leven is voor de blijvers en Wolf Alice lijken ons ook blijvers.
We stapten voor het eerst de Yeah Yeah tent binnen want een optreden van Squid was het volgende op ons rijkelijk gevuld programma. Onze favoriete inktvis had een mooi kleurtje en zwom met bravoure in onze audiovisuele visvijver. Hell yeah!
Het begeesterend spanningsveld dat de Britten vorig jaar in de Botanique nog hadden opgehangen was nog strakker bevestigd. Resultaat: een dijk van een optreden en eentje voor de top3 van de dag. We verwelkomden ook de eerste overtuigende moshpits (de hitte mensen, de hitte) en The Boy Racers was deze keer weer de langgerekte kapstok waaraan de rest van de set werd opgehangen. Woorden als hallucinant en bedwelmend worden hier met gemak ingetoetst. Overstuurde gitaren duelleerden krampachtig met de dwarsliggende elektro. Pamphlets en Narrator waren ziedende afsluiters van een geweldig optreden.
Op de tonen van supportersgezangen van Manchester City verscheen het negenkoppige ensemble genaamd ‘Liam Gallagher & Band play songs of Oasis and his own slightly inferiour Beady Eyed material’ op het podium. De Wah Wah was al een half uur lang een onineembare burcht van speciaal overgevaren Britse diehard Oasis-fans die zich in ware Beatles-mania-modus verdrongen om toch maar zo dicht mogelijk bij hun ultieme held te kunnen staan. Liam Gallagher is dus gewoon de naam van de band, en hij verdient het ook om de songs van broertje Noel te zingen want zijn stem blijft ook vandaag nog archetypisch voor de Oasis-sound. ‘Rock ’n Roll’ stond als vanouds op het synthesizer-eiland, en dit was ook wat we kregen. In parka en visserbroekje met bijhorend hoedje en gewapend met triangel en maracas mende Gallagher zijn troepen en de steeds terugkerende vraag in vuil dialect was ‘Are there any Oasis fans in the house’? Het was leuk de Oasis-klassiekers What’s The Story Morning Glory?, Cigarettes And Alcohol en Champagne Supernova nog eens live te horen, en Gallagher was in zijn overdreven arrogantie best grappig, maar wild werden we er zelf nooit van. Dat deed het volk rond ons op de eerste rijen wel in overvloed, dus het was wel achteraf bekeken één van de meest in het oog springende concerten van de dag.
De voor de alternatieve muziekgeschiedenis meest relevante namen stonden netjes na elkaar laat op de avond geprogrammeerd, nogal wiedes. Thurston Moore Group trad op in de Yeah Yeah en Thurston toonde nog maar eens aan wat het betekent om een nummer te laten ontluiken in een eigenzinnige symbiose van noise, melodie en weerbarstige songstructuren. Af en toe eens een kort gezongen intermezzo, maar vooral instrumentaal wist de man met het ‘Sonic Life’-t-shirt weer diep te bekoren. Jon Leidecker (aka Wobbly) versterkte de band op de synths, en de vertrouwde namen op bas en gitaar, Debby Googe en James Sedwards waren vanzelfsprekend ook omnipresent. Drummer Jem Doulton is de nobelste onbekende van het kwintet en wordt nog steeds met de ex-Sonic Youth-drummer, wiens naam we dus niet gaan vernoemen, verward. Hashish, Aphrodite en Velvet Undergrounds Temptation Inside Your Heart staan al een tijdje op de setlist te blinken en de gitaren zoemden als honingzoekende bijen in onze blije oortjes. Thurston deed op Hear Hear! niets wat hij de voorbije 5 jaar niet heeft gedaan, maar dat wil dus ook zeggen dat hij zijn betrouwbaar hoge niveau moeiteloos evenaarde.
Een massa volk met verbazingwekkend veel jongelui op de eerste rijen was al samengetroept voor de ongetwijfeld glorieuze doortocht van de legendarische Pixies.
Aan de witte outfits te oordelen waren Black Francis, Joey Santiago, Paz Lenchantin en David Lovering op een huwelijksfeest uitgenodigd en ze pasten de muziek aan de genodigden aan. Geen withete pletwals met pakweg Tame, Allison, Debaser, Rock Music, I’m Amazed maar vooral een flinke greep uit het iets toegankelijker repertoire van de sinds Surfer Rosa mythische rockband. En dat is ondertussen al 34 jaar het geval. Ondanks de keuze voor songs als Caribou, Velouria, St. Nazaire en een vijftal nieuwe songs van de binnenkort te verschijnen nieuwe plaat Doggerel bleef de impact groot en was de euforie navenant.
Nimrod’s Son zorgde voor veel moshfun nadat de song traag in een surfversie werd geopend om dan als vanouds te ontbranden. Opener Wave Of Mutilation werd diep in de set ook in een dergelijke outfit gepropt, wat we minder geslaagd vonden, ook al omdat de band songs genoeg heeft om een nummer niet te moeten hernemen.
Afsluiten met een cover van Winterlong was typerend voor de set maar we hadden na Here Comes Your Man en Where Is My Mind? (wat een volkspsychose!) een pittiger slot verwacht. Ondanks deze randbemerkingen waren we laaiend enthousiast over hoe de songs gebracht werden. Pixies blijven anno 2022 toonaangevend en laten we nu ook voorgoed ophouden met te mijmeren over ‘wat als Kim Deal’. Paz Lenchantin doet het gewoon uitstekend als haar vervangster, al jàààren, en ze straalt spelplezier uit en wil niet per se in de spotlights staan hoewel veel songs dat eigenlijk wel vereisen. Wie haar ook erg graag heeft is Black Francis zelf want na het concert nam hij haar bij de hand en liepen ze samen de catwalk af als ware het de Koning en zijn Koningin. Heel aandoenlijk en een prachtige blijk van appreciatie voor Paz.
We gingen even naar de Gimme Gimme om een paar indrukken op te doen van de set van Balthazar maar we zijn tot het einde gebleven. De verklaring hiervoor is behoorlijk eenvoudig, met name het kwintet was heel erg goed geïnspireerd en de bandleden waren perfect op elkaar ingespeeld want het betrof het laatste luikje van hun festivaltour op vaderlandse bodem voor 2022. 4 Op een rij is een leuk spel en Balthazar leek even Kraftwerk met vier keurig naast elkaar geposteerde muzikanten met achter hen de kortgeschoren drummer Michiel Balcaen.
Een batterij verticaal opgestelde lampenseries zorgden voor een eenvoudig maar erg sfeervol licht dat wonderwel paste bij de songs van de band. Van links naar rechts stonden bassist Simon Casier, zangers/launchpad-wizards/ gitaristen Maarten Devoldere en Jinte Deprez, met uiterst rechts de man op trombone en viool, Tijs Delbeke.
Reeds vanaf Hourglass was de band een geoliede machine die zorgde voor hemelse harmonieën en een perfect uitgekiende wall of sound. Het schouwspel, de intermezzi en het pionnen herschikken tijdens een langgerekt maar nooit inzakkend Fever was redelijk geweldig. Sfeervolle versies van Bunker en Losers zetten in de verf dat het muzikaal geschoolde topmuzikanten zijn met een enorm gevoel voor het schrijven en brengen van gepassioneerde electropopsongs. Balthazar was grandioos.
Dat kan niet gezegd worden van afsluitende headliner (we stellen ons nog steeds de vraag waarom die vóór Pixies mochten spelen) Editors. Tot In This Light And On This Evening waren we behoorlijk wild van deze postpunkband rond Tom Smith. Nadien verzakte het momentum in een poel van teveel op hitlijsten mikkende tweederangsrock en sinds Blanck Mass de gelederen kwam versterken voor EBM is het een soort drijfzand van ondoordringbare saaie electro geworden.
Zo werden alle bekende songs te vaak verminkt door een eentonige elektronische brij en waren zowel fans als niet-fans beter bediend geweest door hun songs op gitaren te baseren, zoals elke andere band vóór hen het nochtans heel mooi had getoond. No Sound But The Wind was de voorspelbare afsluiter die tenenkrullend werkte. Er zat meer volk gelaten neer buiten de tent dan er vóór de PA binnen in de tent op elkaar gepakt stond. Editors waren onaanvaardbaar zwak en dat is meteen ook de enige valse noot van een voor de rest fantastische eerste en hopelijk niet laatste editie van Hear Hear!