Beminnelijk was ook dag 2 van het volledig uitverkochte Cactusfestival. De gevarieerde programmatie van vandaag trok een al even divers publiek aan, die de weide kleurrijk vulde. Een warme drukte verspreid over het gezellige, groene festivalterrein, vulde het middaguur reeds voor Reena Riot, de band rond Naomi Sijmons.
Een dame die weet wat ze niet wil en doet wat ze wil doen op het podium en zich omringt met sterke muzikanten die ze af en toe bij Tiny Legs Tim en dEUS wegkaapt. Ze hebben net hun debuut NIX uit, dat de ene keer onheilspellend en de andere keer zwevend klinkt. En dat gaf de band ook knap live weer. Van poppy, dromerig en breekbaar tot weerbarstig rockend verspreidden ze hun kunnen over de weide, maar steeds met hun typerende Reena Riot-stempel: drastisch intens! Met een van onze favoriete nummers Waiting sloot Reena Riot deze Cactus-opener af.
Voor het betere snaarwerk zaten we met Rolling Blackouts Coastal Fever gebeiteld. De Australiërs schitterden in de blakende zon die weerspiegelde op de drie gitaren en de bas. Dat deze band perfect op mekaar ingespeeld is, hadden we meteen door wanneer de drie gitaristen ook de vocals deelden. Knappe riffs, melodieuze gitaarlijnen en frisse zang, kortom: we kregen springlevende indierock te horen met nummers als Talking Straight, My Bellarine, Exclusive Grave en Fountains Of Good Fortune. Maar een uurtje van dit was wel meer dan voldoende. Net lang genoeg om te genieten van dit zomers klinkende plezier en even goed niet te lang om ons te storen aan de iets minder originele sound van deze band.
In het publiek verschenen hier en daar traditionele kaftans op melkwitte lijven, nepsnorretjes op bovenlippen van jonge meisjes en een hartvormig ballonnetje waarop ‘Free Kiri’ te lezen stond. Met 500 live-albums en minimum even veel trouwpartijen in de beginperiode van zijn muziekcarrière, trad de Syrische, immer in kaftan gehulde, Omar Souleyman aan op het meest zonnige moment van de dag. De ene na de andere traditioneel Syrische dabki en baladi volgden mekaar op, in een poppy mix gebracht, samen met de toetsenist die Souleyman bijstond. Een muzikale held, niet zozeer omwille van de kwaliteit of vernieuwende klank van wat hij brengt. Maar deze straffe heer schopte het van wedding-dj tot een artiest die een publiek van jong tot oud, van punker, rocker, schlagerliefhebber tot technodansbeest met een grote glimlach op het gezicht aan het dansen zette en Warni Warni en Wenu Wenu over het terrein liet weerklinken. Hoewel we ons – door het strak geleidde klappen in de handen en de ‘Hoppa!’ die Souleyman er regelmatig tussen scandeerde – af en toe ook op een Arabische kermis waanden.
En dan volgde de opname van een videoclip voor het klimaat! Het intermezzo van Nic Baltazar en Michaël Pas, was perfect getimed om de gigantische stijlkloof dicht te klappen tussen Omar Souleyman en Whispering Sons.
We hadden ons ondertussen de sound van Whispering Sons in een zaal al behoorlijk eigen gemaakt. Maar ook nu ze hun songs in de Brugse openlucht speelden, bleef duidelijk dat dit een band is die er staat. Vurig en levendig donker speelden ze nummers van hun album Image, waarbij de drums vrij hard door kwamen en de stem van zangeres Fenne Kuppens iets luider had mogen klinken. Maar dat deed niets af aan de schoonheid, de kracht en de intensiteit van wat Fenne hier neerzette, samen met gitarist Kobe Lijnen, bassist Tuur Vandeborne, drummer Sander Pelsmaekers en Sander Hermans aan de keys. Stevig vuurden ze onder andere het nerveuse White Noise, Stalemate en Alone af. Emotioneel raakte vooral Skin opnieuw. Steeds weer opnieuw… En dat is waarom wij maar niet genoeg krijgen van Whispering Sons!
Fans van Dead Man Ray die op oude hits zaten te wachten, bleven misschien wat op hun honger zitten, maar na een 16 jaar lange radiostilte en hun pas verschenen album Over is het wél duidelijk dat de band er nog helemaal staat. Frontman Daan Stuyven, nog steeds helemaal zijn lekkere zelve, Karel De Backer aan de drums, toetsenist Wouter Van Belle en hun twee steengoede gitaristen. Die twee laatsten drukken stijlsgewijs nog steeds een sterke stempel op de band. Elk op hun manier zichtbaar genietend en alles gevend. Rudy Trouvé gezapig gezellig van op een stoel, met een sigaret, wat gedans tijdens The Waving Song en de nodige humor tussendoor. En Elko Blijweerd in volledige rockallure die zijn hele lijf passioneel rondom zijn gitaar beweegt. “Schatjes, luister goed, want we doen dit misschien pas over 20 jaar nog eens”, zei Stuyven droogjes met een ironisch uitdagende glimlach. Nummers over bejaardentehuizen en de toekomst, bleinen of pleisters. “I was your night, I was your human.” Synths als fluiten, de warme heesheid… Onvoorspelbaar en hijgend mooi klinken onder andere Out, How To Fall, Blisters… en als bisnummer toch nog het niet recente nummer Copy Of ’78.
Ze dronk een theetje tijdens het optreden, excuseerde zich persoonlijk voor de regen en dropte vreemde, onafgeronde bindteksten tussendoor. Het maakt frontlady Chan Marshall op zijn minst een intrigerende dame. Met haar band Cat Power bracht ze minimalistisch klinkende nummers en etherisch klinkende vocals met een twist die – als je het toeliet – onder je huid kropen en zich vasthechtten. Nieuwe nummers van het knappe laatste album Wanderer wisselden de oude af. In een beklijvend wiegende intimiteit kregen we onder meer He Turns Down, Ma Voy, Great Waves, Metalheart, Wanderer Horizon… om af te ronden met Good Woman.
Wie ons het meest verbaasde was Joe Jackson. Want hoe vaak zijn we al niet teleurgesteld geweest door vergane glorieën. Wel, het is meneer Jackson in elk geval niet zo vergaan, want dit was zonder meer een topoptreden. Na One More Time kregen we meteen de hit Is She Really Going Out With Him te horen. Uit zijn nieuwe plaat Fool kregen we het krachtige Absolute en zachtere Strange Land. Het publiek volledig charmerend, zijn stem nog steeds mooi gaaf en met zijn muzikanten waar het woord ‘plezier’ van af droop, bracht hij o.a. Fool, Sunday Papers, What You Want, I’m The Man, Ode To Joy en Stepping Out. En ook bij zijn uitstekende band kregen we hier met Teddy Kumpel een gitarist die zowel professioneel, passioneel als fysiek vergroeid lijkt te zijn met zijn instrument.
Bloc Party kwam vanavond hun album Silent Alarm uit 2005 integraal spelen. Iedereen keek blijkbaar toch vooral uit naar Banquet en Helicopter en naar This Modern Love dat met door de lucht gespuwde confetti ingezet werd. Dat waren ook wel de hoogtepunten van de show. Een knap optreden maar we bleven toch niet achter met de drang hen opnieuw en opnieuw te gaan beluisteren. Afsluiten deden ze met bisnummers Two More Years, The Prayer, Flux en Ratchet. Zanger Kere Okereke heeft nog steeds een bijzonder verleidelijke stem en presence, maar toch leek de magie van de band aan kracht verloren te hebben.
Benieuwd naar foto’s van Cactusfestival? Bekijk ze hier.